Herhaling h4

+ aantekingenschrift en pen
1 / 28
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 28 slides, with text slides.

Items in this lesson

+ aantekingenschrift en pen

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhalen?
toets voorbereiden.
oefentoets inzien.
spelletje.

Slide 2 - Slide

Meten van welvaart
Twee manieren om welvaart te meten zijn:
1.  Het bruto binnenlands product per inwoner (bbp/inwoner) van de bevolking.
2. De verdeling van de beroepsbevolking.


Slide 3 - Slide

Verdeling beroepsbevolking: 

Alle mensen die werken tegen betaling + de werklozen

1. Primaire sector
Landbouw, mijnbouw, visserij
2. Secundaire sector
Industrie, bouw
3. Tertiaire sector
Diensten

Slide 4 - Slide

             beroepssectoren
Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen) horen bij de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is verdeeld in drie sectoren:
  • De primaire sector (landbouw, mijnbouw, visserij)
  • De secundaire sector (industrie, ambacht, bouw)
  • De tertiaire sector (diensten, zoals handel, verkeer en overheidsdiensten)

Slide 5 - Slide

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in vier groepen:

  1. lage-inkomenslanden. (Periferie)
  2. Lage-Middeninkomenslanden (semiperiferie)
  3. Hoge-Middeninkomenslanden (semiperiferie)
  4. Hoge-inkomenslanden (centrumlanden)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

sociale ongelijkheid – Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen

Slide 10 - Slide

Sociale ongelijkheid
  • Voorbeeld VS
  • De rijkdom in de Verenigde Staten is oneerlijk verdeeld. 
  • Van iedere 100 dollar in de VS krijgt 90% van de bevolking 17 dollar.
  • De rest van het geld gaat naar de rijken en superrijken.
  • Alleen kijken naar het BBP/hoofd heeft dus nadelen, want het zegt niets over de verschillen binnen in een land!

Slide 11 - Slide

Regionale ongelijkheid 
Regionale ongelijkheid= grote verschillen in ontwikkelingsgraad binnen één land.
- Grote verschillen in welvaart en welzijn.

Wat betekenen de letters A, B en C?
Kies uit centrum - semiperiferie - periferie

Slide 12 - Slide

Regionale ongelijkheid = ruimtelijke ongelijkheid
Ongelijkheid tussen gebieden. 
  1. Centrum (meest ontwikkeld, koplopers)
  2. Semi-periferie (redelijk ver ontwikkeld, volgers)
  3. Periferie (ontwikkelingslanden, achterblijvers)
  • Deze verdeling in arm en rijk kun je ook vaak terug vinden binnen landen.
  • Dit heet: regionale ongelijkheid.

Slide 13 - Slide

Regionale ongelijkheid in Mexico
Waar staan de letters A, B en C voor?
  • A = Centrum
  • B = Semi-periferie
  • C = Periferie
Wat is het gevolg?
Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.

Slide 14 - Slide

Globalisering:
Proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden. 
Kun je voorbeelden bedenken?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Periferie - semi periferie - centrum
China: fabriek van de wereld
Halffabricaten

Slide 18 - Slide

Periferie - semi periferie - centrum
Grondstoffen

Slide 19 - Slide

Periferie - semi periferie - centrum
Ontwerp/ eindproducten

Slide 20 - Slide

Handel Nederland

Slide 21 - Slide

Het verleden en nu
vroeger: 
- handel goederen uit heel Europa
- handel met koloniën
nu: 
- veel geld uit aardgas winning
- gunstige vestigingsplaatsfactoren -> aantrekkelijk voor bedrijven.

Slide 22 - Slide

aardgaswinning
positief:
- Veel geld voor de overheid
- Besteed aan verbetering infrastructuur

negatief:
- problemen voor bewoners door bodemdaling

Slide 23 - Slide

vestigingsplaatsfactoren
1. Nederland heeft een gunstige ligging + lid van EU. 
2. Nederland is betrouwbaar, stabiel land
3. Nederland is door de geringe grootte sterk gericht op het buitenland.
4. De Nederlandse bevolking is hoog opgeleid.
5. Nederland kent gunstige belastingregelingen voor bedrijven.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Mainports





Haven of vliegveld die een grote rol speelt binnen het internationale vervoer.



Slide 26 - Slide

Handelsbalans
Overzicht van de waarde van goederen die in- en uitgevoerd worden.

Slide 27 - Slide

Nu
Laatste vragen stellen.
toets voorbereiden!

Slide 28 - Slide