1VMB blok 4 Lezen opdr. 37/38/39

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Huiswerk nakijken: blz. 192 opdr. 35 + 36
  • Doelen
  • Theorie
  • Huiswerk/opdrachten:  blz. 194 opdr. 37/38/39 (39 mailen m.muilenburg@cvo-av.nl)
  • Afsluiting: 

Slide 2 - Slide

Doelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1.      1. Voorbeeld tekst luipaard
Uiterlijk
De lichaamsgrootte en kleurpatronen van luipaarden variëren per geografische gebied en zijn waarschijnlijk aanpassingen aan bepaalde habitats.

Luipaarden hebben, in verhouding tot hun lange lichaam, korte poten. Ze hebben een brede kop en dankzij hun grote schedel hebben ze krachtige kaakspieren. Ze hebben kleine ronde oren, lange snorharen en wenkbrauwen welke de ogen beschermen terwijl ze door dichte vegetatie lopen. De kleur van de vacht varieert van taankleurig of lichtgeel in warme, droge habitats tot oranjerood in dichte bossen. Vrouwtjes variëren in lichaamsgewicht van 30 tot 60 kg en in lengte van 100 tot 140 cm. Mannetjes variëren in gewicht van 30 tot 90 kg en in lengte van 130 tot 190 cm. De staartlengte bedraagt 60 tot 110 cm. De schouderhoogte van vrouwtjes is 50 tot 65 cm en die van mannetjes 60 tot 80 cm.




Slide 10 - Slide

Beweging
De spieren zijn zo op het schouderblad bevestigd dat ze goed kunnen klimmen. Luipaarden voelen zich het meest thuis in de onderste laag van het bladerdek van het bos waar ze vaak foerageren.
Ze zijn niet bang voor water en kunnen goed zwemmen.
Tijdens het jagen sluipen luipaarden langzaam en gehurkt naar hun prooi toe. Ze kunnen snelheden tot 60 km / uur halen, meer dan 6 m horizontaal en 3 m verticaal springen.

Slide 11 - Slide

Voedsel
Luipaarden zijn hinderlaag roofdieren die hun prooi bespringen voordat deze de kans krijgen om te reageren. Ze benaderen een prooi door laag over de grond te sluipen om zo dichtbij als mogelijk te komen en om deze vervolgens van 3 tot 10 m te bespringen.
Zodra een prooi is gevangen, breken ze onmiddellijk de nek van de prooi, waardoor deze verlamd raakt. Vervolgens verstikken ze hun prooi en dragen ze het karkas naar een afgelegen plaats, meestal in een nabijgelegen boom. Door hun enorme kracht kunnen ze prooien tot 10 keer hun eigen gewicht aan.Luipaarden jagen over het algemeen op middelgrote hoefdieren, waaronder kleine antilopen, herten, zwijnen, apen en vee. Het zijn opportunistische carnivoren die, indien voorhanden, ook vogels, reptielen, knaagdieren, geleedpotigen en aas eten.
Luipaarden geven de voorkeur aan prooien met een gewicht tussen 10 en 40 kg. Ze jagen ook op cheeta's, solitaire hyena's en kleinere carnivoren.
Luipaarden drinken af en toe en halen veel van het vocht wat ze nodig hebben uit prooien.




Slide 12 - Slide

Communicatie
Hoewel luipaarden meestal stil zijn, kunnen ze met regelmaat een hoestend geluid laten horen om hun aanwezigheid kenbaar te maken bij soortgenoten. Mannetjes gebruiken dit unieke geluid om de grenzen van territorium af te bakenen. Als er nog een luipaard in de buurt is, zal deze antwoorden met vergelijkbare geluiden en daarmee doorgaan terwijl hij het gebied verlaat.
Mannetjes grommen ook naar elkaar en vrouwtjes roepen potentiële partners wanneer ze in estrous zijn. Sommige luipaarden spinnen tijdens het eten.

Slide 13 - Slide

2. Waarover wil ik nog meer weten?
- Leefgebied
- Vijanden



Slide 14 - Slide

Huiswerk/opdrachten
blz. 194 opdr. 37/38/39 (39 mailen m.muilenburg@cvo-av.nl)

Klaar?
-zelftoets t/m lezen blok 4 maken
- stillezen leesboek 3

Slide 15 - Slide

Afsluiting
1

Slide 16 - Slide