Post it brainstorm:
Ontwerpvraag: Noem de ontwerpvraag en geef elke leerling een
stapeltje post-its. Laat de leerlingen in teams werken. Leg één groot
vel papier midden op tafel.
2. Bedenk ideeën: Leerlingen schrijven en tekenen hun ideeën op de
post-its: één idee per post-it. Ze plakken het idee op het papier in het
midden en zeggen het idee daarbij hardop. Iedereen doet dit door
elkaar heen; het hoeft niet om de beurt.
3. Associeer: Benadruk hoe meer, hoe beter en hoe gekker, hoe beter.
Laat leerlingen doorgaan op andermans idee: combineer, vervorm,
associeer. Leerlingen horen alles van elkaar en kunnen toch al
associërend door op hun eigen spoor
Wat zou :
1. Beroep: Laat alle leerlingen een bepaald beroep in hun hoofd nemen.
Het is de bedoeling dat ze echt één beroep kiezen.
2. Wat zou?: Leerlingen denken na over de vraag: Wat zou ….. doen om
het probleem op te lossen? Ze vullen het gekozen beroep in bij de
vraag. Leerlingen bedenken ideeën. Alle ideeën zijn goed! Ook als ze
door te associëren een oplossing zonder dat beroep bedenken. Het
gaat om ideeën in nieuwe richtingen.
3. Variatie: Deze werkvorm kan met veel varianten worden uitgevoerd,
bijvoorbeeld:
• een dier
• een tekenfilm- of stripfiguur
• een computerspel- of speelgoedfiguur
• een historisch figuur
• een TV-presentator of vlogger
• een sporter
• een familielid
• een figuur uit een sprookje, verhaal of boek