thema 5 les 5

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Natuur en TechniekHBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leg klaar elastiekjes
paperclip
plakband
tape




De laatste les. De afgelopen weken hebben wij kennis gemaakt, geoefend en verdiept in het ontwerpend leren. Deze cyclus wordt getoetst middels een meerkeuzentoets. Ook hiermee hebben wij steeds geoefend. 

We hebben kennis gemaakt met de verschillende ontwerpvaardigheden en werkvormen die gebruikt kunnen worden om een les te ontwerpen middels de ontwerpcyclus. 

Vandaag de laatste les. Aan het einde vraag ik jullie feedback op mijn lesgeven alsmede de het thema.

voorbereidingsdoel
Je kent de verschillende werkvormen welke je kan toepassen in het ontwerpproces (als ook bij andere activiteiten).
Je weet bij welke stap je welke werkvorm je het beste kan toepassen.

Slide 2 - Slide

Voorafgaand aan deze les hebben jullie de verschillende werkvormen op ontwerpen in de klas bekeken. Een aantal daarvan gaan wij vandaag gebruiken en toepassen in de les. 
We beginnen met het ophalen van wat voorkennis. Zoals dat eventueel ook in de toets gevraagd kan worden. BElangrijk is hierbij dat je de ontwerpvaardigheden kan benoemen en een aantal werkvormen, tesamen met in welke stap je ze eventueel kan toepassen. 

Slide 3 - Link

This item has no instructions

De werkvorm 'eisen en wensen' wordt toegepast in de volgende stap?
A
Stap 1
B
Stap 2
C
Stap 3
D
Stap 4

Slide 4 - Quiz



a

geef de studenten een paar minuten de tijd om ze het antwoord op te laten zoeken op de site.
De werkvorm 'eisen en wensen' doet een beroep op de volgende ontwerpvaardigheid:
A
Leef je in
B
Deel ideeën
C
Denk alle kanten op.
D
Bepaal je richting

Slide 5 - Quiz

d

Geef de studenten de tijd om het antwoord op te zoeken op de site.

Slide 6 - Slide

Laat zien en bespreek.
De werkvorm 'materialenrondje' richt zich op
A
Stap 1
B
Stap 2
C
Stap 3
D
Stap 4

Slide 7 - Quiz

b
De werkvorm 'materialenrondje' legt de nadruk op de volgende ontwerpvaardigheid:
A
Leef je in
B
Breng ideeën tot leven
C
Bepaal je richting
D
Denk alle kanten op

Slide 8 - Quiz

d

Slide 9 - Slide

Leg uit doe voor. 
Geef vier werkvormen weer die je kan gebruiken bij 'ideeën verkennen en selecteren'.

Slide 10 - Open question

Weet je het niet pak de sit erbij en zoek het op. Dit zou ook een toetsvraag kunnen zijn. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke werkvormen passen het beste bij de ontwerpvaardigheid 'Leef je in'.
Noem er drie

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Elastiek/Paperclip/Plakband
Hoe kunnen jullie met een van bovenstaande materialen een spel maken?

Slide 14 - Slide

Dan gaan we zelf aan de slag.

Het probleem waar vanuit wij werken is deze. 

We hebben deze materialen. Ieder groepje een eigen materiaal. Ik heb jullie hiermee dus al een problem gegeven. Om de vaart erin te houden en de klas opweg te helpen kan je er dus voor kiezen om als leerkracht stap 1 het verkennen van het probleem  zelf te doen. En aan te geven dat je graag een spel wil bedenken maar niet goed weet hoe met deze materialen. Hiermee geef je richting . We willen graag een spel bedenken. 
Kan jij met dit materiaal een spel bedenken. 
Ideeën bedenken

werkvorm: 'post-it brainstorm'

extra werkvorm: 'wat zou'
(door docent)

Tip: regels bij verzinnen

Slide 15 - Slide


Post it brainstorm:

Ontwerpvraag: Noem de ontwerpvraag en geef elke leerling een
stapeltje post-its. Laat de leerlingen in teams werken. Leg één groot
vel papier midden op tafel.
2. Bedenk ideeën: Leerlingen schrijven en tekenen hun ideeën op de
post-its: één idee per post-it. Ze plakken het idee op het papier in het
midden en zeggen het idee daarbij hardop. Iedereen doet dit door
elkaar heen; het hoeft niet om de beurt.
3. Associeer: Benadruk hoe meer, hoe beter en hoe gekker, hoe beter.
Laat leerlingen doorgaan op andermans idee: combineer, vervorm,
associeer. Leerlingen horen alles van elkaar en kunnen toch al
associërend door op hun eigen spoor

Wat zou : 
1. Beroep: Laat alle leerlingen een bepaald beroep in hun hoofd nemen.
Het is de bedoeling dat ze echt één beroep kiezen.
2. Wat zou?: Leerlingen denken na over de vraag: Wat zou ….. doen om
het probleem op te lossen? Ze vullen het gekozen beroep in bij de
vraag. Leerlingen bedenken ideeën. Alle ideeën zijn goed! Ook als ze
door te associëren een oplossing zonder dat beroep bedenken. Het
gaat om ideeën in nieuwe richtingen.
3. Variatie: Deze werkvorm kan met veel varianten worden uitgevoerd,
bijvoorbeeld:
• een dier
• een tekenfilm- of stripfiguur
• een computerspel- of speelgoedfiguur
• een historisch figuur
• een TV-presentator of vlogger
• een sporter
• een familielid
• een figuur uit een sprookje, verhaal of boek

regels bij verzinnen
  • alles mag
  • stel je oordeel uit
  • zoveel mogelijk ideeën
  • ideeën zijn van iedereen
  • 1+1=3
  • tekenen
  • geef elkaar complimenten

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

elastiek-spel

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Ideeën selecteren

werkvorm: 'matrix' (nodig: tape)
Op de assen: origineel en saai
en tactisch en geluk/kans

extra werkvorm: 'van vuist naar vijf'

Slide 18 - Slide

We hebben alle kanten op gedacht. Nu gebruiken wij een andere werkvorm om ideeen te selecteren. Dit doen we door de matrix. 

Plak die al eerder op de tafel. 


Twee assen: Bedenk op welke kenmerken je gaat indelen,
bijvoorbeeld originaliteit en haalbaarheid.* Laat de leerlingen twee
assen tekenen en daarop de kenmerken aangeven. Bijvoorbeeld: op
de horizontale as staat ‘niet origineel’ links en ‘origineel’ rechts. Op de
verticale as staat ‘niet haalbaar’ onder en ‘haalbaar’ boven.
2. Deel ideeën in: Laat leerlingen de ideeën uitknippen (indien nodig) en
in de matrix plaatsen. Een idee dat zowel origineel is en haalbaar komt
in het vak rechtsboven.
3. Overzicht: Bekijk de indeling van ideeën. De ideeën in het vak
rechtsboven zijn in dit voorbeeld het meest geschikt om uit te werken.
Je hoeft niet altijd één vak als ‘winnaar’ te kiezen. De matrix helpt ook
om te ontdekken in welke richting nog weinig ideeën bedacht zijn.
4. Keuze of tip: Laat de leerlingen vervolgens een keuze maken uit één
van de ideeën in het meest interessante vak. Of laat ze een tip voor
zichzelf formuleren om in een bepaalde richting nog meer ideeën te
bedenken.
*Andere mogelijke assen:
goedkoop-duur, saai-spannend, klein-groot, snel-langzaam


Deel de ideeen in met elkaar welk idee is het meest orgineel. 

Vuist naar 5 

1. Eigen keuze: De ideeën of opties komen één voor één aan de beurt.
Leerlingen bedenken voor zichzelf wat ze van het idee of de optie
vinden en kiezen hoeveel vingers ze gaan opsteken:
Eén vinger ‘Ik ben er niet voor, maar ik zal me schikken als de groep
zo beslist.’
Twee vingers ‘Liever iets anders.’
Drie vingers ‘Niet mijn eerste keuze, maar wel leuk.’
Vier vingers ‘Voor.’
Vijf vingers ‘Het aller-, allerbeste.’
2. Steek vingers op: Leerlingen steken hun vuist op. Net als bij ‘steen,
papier, schaar’ laten leerlingen twee keer hun vuist zien en de derde
keer het aantal vingers dat bij hun gemaakte keuze hoort.
3. Tel het aantal: Leerlingen tellen het aantal vingers en noteren dit
aantal. Nu is het volgende idee of de volgende optie aan de beurt.
4. Beslis samen: Als alle ideeën of opties behandeld zijn, beslissen
leerlingen samen aan de hand van de uitslag welk idee of welke optie
ze kiezen.
Presenteren
werkvorm:
snelle presentarie
(zie volgende slide)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maak de zinnen af...
Het eerste idee was...
Het meest originele idee was...
Het meest onmogelijke idee was...
Ons uiteindelijke idee is om...
Binnen het ontwerpproces hebben we vooral...
Wat we nog iets beter hadden kunnen doen is...

Slide 21 - Slide

Presenteer in 1 minuut jullie idee. gebruik deze zinnen. 


Hoe hebben jullie deze werkvorm ervaren?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Hoe hebben jullie deze cursus ervaren?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat moet er verbeterd worden in deze cursus?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat moet vooral blijven uit deze cursus?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Dank voor jullie aandacht
Succes met het afronden van dit thema!!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions