Een voltooid deelwoord mag je langer maken
om te horen waar het op eindigt
Ik heb gewerkt – gewerkte
Mijn horloge is ontvreemd - ontvreemde
Als je het niet hoort, gebruik je ‘t ex kofschip
Ik ben gisteren verhuis? – verhuiste/verhuisde
Verhuizen –en = verhuiz z = niet in ‘t ex kofschip verhuisd