OWK autisme en verstandelijke beperkingen

een verstandelijke beperking
Lieke.F, Anita en Persia
onderwijskunde 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

een verstandelijke beperking
Lieke.F, Anita en Persia
onderwijskunde 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

wat is een licht verstandelijke beperking? 
Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) denken minder snel dan leeftijdsgenoten die normaal begaafd zijn. Ze hebben een IQ-score tussen de 50 en 70 (laag IQ). Door deze geestelijke beperking kunnen mensen met LVB zich soms niet (goed) aanpassen aan eisen en verwachtingen.

Slide 3 - Slide

Waarom kunnen mensen met een LVB zich soms niet goed aanpassen aan eisen en verwachtingen
A
Ze hebben een IQ score tussen de 50 en de 70.
B
Ze denken minder snel dan leeftijdsgenoten.
C
Ze hebben een lagere IQ-score en denken minder snel, dan andere leeftijdsgenoten.
D
Ze hebben een hogere IQ-score en denken sneller, dan andere leeftijdsgenoten.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Waarom zou de moeder van Lisa zo duidelijk zeggen wanneer ze er wel en niet is?

Slide 6 - Open question

kenmerken van een verstandelijke beperking 
LVB wordt vrijwel altijd op jonge leeftijd vastgesteld. Een leerkracht merkt dat een kind niet goed meekomt in de klas, ouders merken het kind anders is in gedrag en vaardigheden als leeftijdsgenootjes, in het samenspelen met andere kinderen. Het is dus geen onwil van het kind, maar onvermogen. Het kind kan zich overvraagd voelen en uit dat door bijvoorbeeld een woede-aanval.

Slide 7 - Slide

wat zijn kenmerken van een
verstandelijke beperking

Slide 8 - Mind map

tips voor het omgaan met mensen die een verstandelijke beperking hebben. 
1. gebruik korte zinnen en vermijd moeilijke woorden
2. blijf concreet en geef voorbeelden om te verduidelijken
3. bespreek in een zin maar 1 onderwerp, stel maar 1 vraag.
4. In het geval van een kind of jongere; laat de ander de vraag of de boodschap in eigen herhalen. Ze weet je of de ander je goed begrepen heeft.

Slide 9 - Slide

tips voor het omgaan met mensen die een verstandelijke beperking hebben. 
5. Gebruik geen spreekwoorden of gezegden. Die kunnen letterlijk genomen worden of voor verwarring zorgen. 
6. Benader de ander positief en laat merken dat je de ander gehoord hebt. 
7. Bevalt je iets niet in de onderlinge communicatie of in het gedrag van de ander? Spreek de ander erop aan vanuit het ‘ ik’ –perspectief. 
8. Geef, na het benoemen wat je niet bevalt, de ander ook tips hoe het anders kan.

Slide 10 - Slide

waarom mag je geen spreekwoorden of gezegdes gebruiken?

Slide 11 - Open question

gedragsproblemen


woede aanvallen - agressief gedrag
opstandig gedrag - anti-sociaal gedrag 
Deze gedragsproblemen zijn heel vervelend voor iedereen. Voor degene met VB, want het belemmert hem/haar in het dagelijks functioneren; thuis, op school, tijdens spelen met vriendjes en op de sportclub. Ook het gezin en school lijden eronder. 

Slide 12 - Slide

verschillende
gedragsproblemen

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide