Periode 4

Periode 4
In periode 4 staan drie onderdelen op het programma:
1. Leesvaardigheid en argumenteren
2. Literatuur uit de 16e/17e eeuw: achtergronden + het lezen van een werk uit die tijd en hier een groepspresentatie over houden.


Veel succes en plezier!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Periode 4
In periode 4 staan drie onderdelen op het programma:
1. Leesvaardigheid en argumenteren
2. Literatuur uit de 16e/17e eeuw: achtergronden + het lezen van een werk uit die tijd en hier een groepspresentatie over houden.


Veel succes en plezier!

Slide 1 - Slide

Vandaag
Les 2: Toets inzien/bespreken + lezen en argumenteren

Les 4: historische letterkunde 16e/17e eeuw: neem je leesboekje mee. 

Slide 2 - Slide

Les 2
- toets inzien/vraag 6 t/m 8 bespreken,
- Uitstelgedrag > maken + nakijken
- Bruuttaal: bronnen beoordelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Kunnen we nog op vakantie?
Talent H4 Beschouwende teksten gaat over deze vraag a.d.h.v. een viertal teksten.
- We pakken het vakboek en werkboek erbij en nemen de toetsstof alvast door.

Slide 5 - Slide

Paragraaf 4.2 Verkennen
- Lezen Tekst 1: Het vakantie-effect
- Mk opdrachten 1 t/m 6, opdracht 2 in de tekst markeren/onderstrepen oid.
- Opdracht 6: nummers toewijzen (1 t/m 3)
klaar?
Werk dan verder aan de voorbereiding van je presentatie/lees verder uit het boekje uit de 16e/17e eeuw.

Slide 6 - Slide

Paragraaf 4.2 Verkennen
- Nakijken opdrachten bij tekst 1
- Wat is een beschouwing?
- Klassikaal opdracht 7 doen + oriënterend lezen van tekst 2.
- Tekst 2 lezen met de pen in de hand:  
        - Onderstreep kernzinnen en kerninformatie
        - Markeer signaalwoorden
        - Noteer opvallendheden in de kantlijn.
- Mk opdracht 8 t/m 14
timer
8:00

Slide 7 - Slide

Kenmerken beschouwing (doel=opiniëren/beschouwen)
  • Een beschouwing biedt verschillende visies ter overweging aan.
  • Een beschouwing laat de lezer nadenken/een mening vormen.
  • Een beschouwing heeft een centrale vraag/centraal probleem waar meerdere antwoorden op gegeven worden. 
  • Een beschouwing is overwegend objectief.
  • Een beschouwing is genuanceerd.
  • De stijl van een beschouwing is zakelijk en beschrijvend.
  • Tekststructuren: probleem-oplossingsstructuur, vraag- antwoordstructuur, verklaringsstructuur, voor- nadelenstructuur. 
Zie ook Talent vakboek 2.4 de Beschouwing

Slide 8 - Slide

Een aantal voorbeelden

1. In hoeverre is de opkomst van sociale media een positieve ontwikkeling voor de samenleving?
2. Wat zijn de belangrijkste ethische overwegingen bij het gebruik van genetische modificatie in de landbouw?
3. Is het invoeren van een basisinkomen een effectieve oplossing voor het verminderen van armoede?
4. Wat zijn de belangrijkste voor- en nadelen van het gebruik van kunstmatige intelligentie in de gezondheidszorg?



Slide 9 - Slide

Ben je in de meivakantie op vakantie geweest?
Ja
Nee

Slide 10 - Poll

De laatste keer dat ik op vakantie ging, ging ik daarnaartoe met ....
De auto
De bus
De trein
Het vliegtuig
(Op) De fiets

Slide 11 - Poll

Paragraaf 4.2 Verkennen
- Opdracht 15 doornemen
- Klassikaal fragment Treinschaamte bekijken +aantekeningen mk
- Opdracht 15 en 16 mk (+ bespreken).
Klaar?
- Verder werken aan opdracht 8 t/m 14
- Verder werken aan je presentatie

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Week 22
V4b: 4.2 (woe) + eindopdracht (vrijdag) (week 23 4.3)
V4a: 4.3 (vrijdag) + eindopdracht 2 lessen (woe)

Slide 14 - Slide

4.2 Verkennen
Tekst 3 gezamenlijk lezen met de pen in de hand
Mk van de opdrachten 17 t/m 26
Klaar?
- Opdracht 15 en 16 nagekeken?
- Leeslijst aanvullen

Slide 15 - Slide

4va, week 22
- Eindopdracht 
- 4.3 inzicht
- Nakijken 4.2 opdracht 18 t/m 26
- Leeslijst invullen en inleveren

Slide 16 - Slide

4vb, week 22
- Eindopdracht 
- 4.2 inzicht
- Leeslijst invullen en inleveren

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

4.4 Eindopdracht: Meningvormende discussie
- Herziening van de schoolreizen/stedenreizen in V5
- Problemen in kaart brengen
- Oplossingen bekijken.

Hoe kunnen wij als school verantwoord met onze voorexamenklassen op stedenreis?
Rome, Barcelona, Parijs, Praag, Berlijn

Slide 19 - Slide

Ronde 1: probleem onderzoeken
- Is het probleem ernstig?
- Voor wie is het een probleem?
- Wat zijn de oorzaken?

Slide 20 - Slide

Ronde 2: oplossingen uitwisselen
- Verwoord je oplossing kort en bondig.
(Geef nog geen commentaar op oplossingen van anderen)

Slide 21 - Slide

Ronde 3: oplossingen bespreken
- Stel informerende vragen over onderdelen die je nog niet helemaal begrijpt.
- Stel kritische vragen over oplossingen die volgens jou niet zullen werken.
- Antwoord op de vragen die over jouw oplossing gesteld worden.
- Sta open voor elkaars argumenten, luister goed, pas je mening/oplossing aan als je betere argumenten hoort.

Slide 22 - Slide

Ronde 4: oplossingen op een rij zetten.
- Welke oplossingen zijn geopperd?
- Welke oplossingen krijgen veel steun?
- Welke oplossingen krijgen minder steun?

Slide 23 - Slide

Toetsstof Talent H4
Zie overzicht 4.1 blz. 65
(even gezamenlijk doornemen)



Slide 24 - Slide

Deze week
- Paragraaf 4.3 (woe + do)
- Voorbereiden/leren/extra oefenen (do)
- Leeslijst invullen/aanvullen en inleveren en laten aftekenen (woe)

Slide 25 - Slide

4.3 Inzicht
Lang leve het massatoerisme (tekst 4)
- 15 minuten in stilte de tijd nemen om de tekst met de pen in de hand te lezen! (opdracht 1 al toepassen)
Mk opdracht 2 t/m 6
timer
15:00

Slide 26 - Slide

4.3 Inzicht
Lang leve het massatoerisme (tekst 4)
- 15 minuten in stilte: Mk opdracht 2 t/m 6
Klaar? Dan ga je ofwel aan de slag met de theorie uit het vakboek ofwel aan de slag met de Testjezelf
timer
15:00

Slide 27 - Slide

4.3 en afronding
- Bespreken blz. 79 opdracht 2, 3, 6
- Quizlet live
- Eigen keuze om je voor te bereiden op de toetsweek:
- Theorie vakboek lr.
- Testjezelf mk (online)
- Extra opdrachten 4.5 (online) mk

Slide 28 - Slide