6-2 Weerstand (blz 225)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Weerstand (6.2 blz 225)

Pen, potlood, schrift, boek, rekenmachine

Telefoon in telefoontas

Lesdoel:

• Berekeningen maken met de formule van weerstand.

Verschil in stroomverbruik...

Alle apparaten in huis werken met een spanning van 230 V, 

- Energie Verbruik waterkoker groot.

- Energie Verbruik  gloeilamp klein.

 

Een waterkoker heeft  kleinere weerstand.

(Dus de stroom gaat er makkelijker doorheen)

Weerstand van een geleider

Stroom gaat er moeilijk doorheen

Formule:

U = I x R

I = U/R

R=​I​​U​​

R - Weerstand 

(ohm)

U - Spanning 

(Volt)

I - Stroomsterkte (Ampére)

Ω

V

A

Wat is het symbool voor spanning

1. C
2. Q
3. U
4. I

Als de spanning 230V is en de stroomsterkte is 300mA, wat is dan de weerstand?

1. 0,76 ohm
2. 767 ohm
3. 69 000 ohm
4. 69 ohm

Als de weerstand 5 ohm is, en de spanning is 2V, wat is dan de stroomsterkte?

1. 2,5 A
2. 0,4 A
3. 10 A
4. 0,01 A

Wat is de spanning over een weerstand (0,3 ohm), als de stroom erdoor 250 mA is?

1. 75 V
2. 0,075 V
3. 833 V
4. 0,83 V

Opgaven 15 (blz 229)

16 (blz 229)

17 (blz 229)

Samenvatting:

• Weerstand - stroom gaat er moeilijk doorheen
• Formule

R - weerstand in Ohm

U - Spanning in volt

I - stroomsterkte in Ampére

R=​I​​U​​

Maak de opgave uit je boek

15,16,17 en 18