Trappen vergelijking + volt.deelw

Trappen vergelijking + volt.deelw
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Trappen vergelijking + volt.deelw

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe maak je de vergrotende trap?
(hoofdregel)
A
...+e
B
... +en
C
...+er
D
am ...+sten

Slide 5 - Quiz

Hoe maak je de overtreffende trap?
(hoofdregel)
A
+st
B
+er
C
am ...sten

Slide 6 - Quiz

Bij welke woorden krijg je 'am ...esten' in de overtreffende trap?

A
woorden op t/d
B
woorden op een klinker
C
woorden op sis-klank
D
alle drie

Slide 7 - Quiz

Hoe maak je de vergrotende en overtreffende trap bij
korte woorden met a, o, u?
A
... +er am ... +sten
B
... +Umlaut + er am ... + Umlaut +sten
C
... +Umlaut + er am ... +sten

Slide 8 - Quiz

Welke woorden hebben onregelmatige vormen bij
de trappen van vergelijking?
A
viel - gut - gern
B
viel - lang - gern
C
gut - wenig - gern

Slide 9 - Quiz

Meine Oma ist ...

A
am altsten
B
am altesten
C
am ältsten
D
am ältesten

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de trappen
van vergelijking
van 'veel'?
A
viel - vieler - am vielsten
B
viel - meer - am meesten
C
viel - mehr - am meisten
D
viel - mehr - meisten

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van 'kaufen'?
A
gekaufen
B
gekauft
C
gekauftet
D
gekaufd

Slide 15 - Quiz

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 16 - Open question

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 17 - Open question

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 18 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).

Slide 19 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe ein großes Haus ___________. (mieten)

Slide 20 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe nichts davon____(merken)

Slide 21 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe das Fenster____(öffnen)

Slide 22 - Open question

Voltooid deelwoord?
Du hast zwei Jahre Deutsch_____(studieren)?

Slide 23 - Open question

Voltooid deelwoord?
Wer hat das Essen eigentlich_____?(bezahlen)

Slide 24 - Open question

Voltooid deelwoord?
Wie lange hast du ______(warten)?

Slide 25 - Open question

Voltooid deelwoord?
Die Schüler haben bei Albert Heijn zu wenig______(verdienen)

Slide 26 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe die Falsche Kleidung______(bestellen)

Slide 27 - Open question

Voltooid deelwoord bij sterke werkwoorden eindigt op:
A
-t
B
-et
C
-en

Slide 28 - Quiz

Wat is hier het juiste voltooid deelwoord van het (sterke) werkwoord 'beschreiben'?
A
beschreibte
B
beschreibt
C
geschreibte
D
beschrieben

Slide 29 - Quiz