Par. 4.3 Kritiek en idealen: De Verlichting

Begintaak
Leg in je eigen woorden uit: wat was De Verlichting?

3 minuten
In je schrift
Weet je het niet? Kijk op par. 4.3
Eerder klaar? Lees par. 4.3
timer
3:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Begintaak
Leg in je eigen woorden uit: wat was De Verlichting?

3 minuten
In je schrift
Weet je het niet? Kijk op par. 4.3
Eerder klaar? Lees par. 4.3
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Vraag 1:
Hoe noemde Lodewijk XIV zichzelf ook wel?

A
De Maankoning
B
De Absolutist
C
De Marskoning
D
De Zonnekoning

Slide 2 - Quiz

Vraag 2:
Maar waarom noemde Lodewijk XIV zichzelf zo?
A
Hij zag zichzelf als het zonnetje in huis.
B
Hij zag zichzelf als het middelpunt van de wereld.
C
Hij noemde zich zo, omdat hij altijd gele kleding droeg.
D
Hij noemde zichzelf zo, omdat hij verliefd was op de zon.

Slide 3 - Quiz

Vraag 3:
Wat van soort macht heeft Lodewijk XIV? En wat houdt dit in?
A
Oligarchische macht. Wat inhoudt dat hij en een aantal van zijn ministers alle macht in handen hebben.
B
Democratische macht. Wat inhoudt dat hij alle macht in het land gekregen heeft van het volk, aan de hand van verkiezingen.
C
De absolute macht. Wat inhoudt dat hij met niemand rekening hoeft te houden bij het maken van beslissingen over het land.

Slide 4 - Quiz

Vraag 4:
Waarom woonden er zoveel edelen in het paleis van Lodewijk XIV?
A
Koning Lodewijk XIV vond zoveel mensen in het paleis gezellig.
B
Koning Lodewijk XIV dacht: “Er is toch ruimte zat op het paleis. Waarom dan ook niet?”
C
Koning Lodewijk XIV kon ze op deze manier in de gaten houden
D
Koning Lodewijk XIV deed dat om aan te tonen hoeveel mensen hij wel kon onderhouden(dus voor status).

Slide 5 - Quiz

Vraag 5:
Hoe ging het die tijd met de “gewone mensen in Frankrijk? Hoe kwam dat?
A
Goed, de “gewone mensen” in Frankrijk konden zelfs op het paleis komen eten als ze in of rond Parijs woonden.
B
Slecht, de “gewone mensen” in Frankrijk kregen wel een uitkering van Lodewijk XIV(14de), maar het was lang niet genoeg om alles te betalen.
C
Goed, de “gewone mensen” in Frankrijk hadden genoeg te eten en hadden een redelijk huis om in te wonen.
D
Slecht, de “gewone mensen” in Frankrijk moesten hoge belastingen betalen en een hoge pacht om het land waarop ze leefden te mogen bewerken.

Slide 6 - Quiz

Vraag 6:
Wat wordt er met de Wetenschappelijke Revolutie bedoeld?
A
Een periode in de geschiedenis waarin er ontzettend veel nieuwe wetenschappelijke uitvindingen worden gedaan aan de hand van rationeel denken.
B
Een periode in de geschiedenis waarin wetenschap wordt omarmd door de kerk en de paus.
C
Een periode in de geschiedenis waarin de mensen een revolutie beginnen om de wetenschap te stoppen.

Slide 7 - Quiz

Vraag 7:
Wat betekent rationalisme? Het rationalisme is…
A
Denkwijze waarin men meer hun ratio(verstand) gingen gebruiken in plaats van het geloof te vertrouwen.
B
Een denkwijze waarin men geloofde wat de kerk hun vertelde en de wetenschap naast hun neer legden.
C
Een denkwijze waarin men uit ging van de ratio(verstand) van de Paus.

Slide 8 - Quiz

De Verlichting


Slide 9 - Slide

Planning
 26/01: Par. 4.2 Lodewijk XIV, een absoluut heerser
29/01: Par. 4.2 Lodewijk XIV, een absoluut heerser
02/02: Par. 4.3 Kritiek en idealen: De Verlichting + werkstuk inleveren
05/02: Par. 4.3 Kritiek en idealen: De Verlichting
08/02: Par. 4.4 Het Oude Regime
12/02: REPETITIE H3
15/02: Par. 4.4 Het Oude Regime
19/02: Par. 4.5 De Franse Revolutie
22/02: Par. 4.5 De Franse Revolutie
26/02: Par. 4.6 Napoleon
01/03: Par. 4.6 Napoleon

Slide 10 - Slide

Vandaag
1.Uitleg par. 4.3
2. Doelen benatwoorden
3. Afsluiten
4. Opdrachten maken in teams


Slide 11 - Slide

Weekdoelen
  1. Wat was de Verlichting?
  2. Welke kritiek hadden de verlichtingsfilosofen op de absolute heersers?

Slide 12 - Slide

Begintaak


4 minuten
In je schrift
Weet je het niet? Kijk op blz. 82
Eerder klaar? Lees par. 4.2
timer
4:00

Slide 13 - Slide

De Verlichting
Komt voort uit de wetenschappelijke revolutie.
Gewone mensen probeerde steeds meer aan wetenschap te doen. 


Rationalisme (ratio is bron van kennis, en niet geloof)
  • Bestuur (koning?)
  • Maatschappij
DE VERLICHTING: stromming uit de 18de eeuw. 
  • Eigen verstand gebruiken
  • Bestrijden het bijgeloof, misbruik van recht in kerk en staat, intolerantie en opkomen voor grondrechten.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Verlichting: de hoofdthema's
  • Denken over God
  • Denken over rechtspraak
  • Denken over politiek en staat
  • Denken over ontwikkeling van de volken

Slide 16 - Slide

Absolutisme 


  • Koning geboren
  • Volledige macht
  • Koning staat boven de wetten. 
  • Niet verantwoording verschuldig
vs Verlichting


  • Iedereen heeft gelijke rechten
  • Beperkt macht: rekening houden met de wensen van het volk. 
  • Wetten
  • Verantwoording verschuldigd aan het volk (parlement)

Slide 17 - Slide

John Locke
  • Engels
  • Vond absolutisme onacceptabel
  • Heeft onthoofding van koning Karel I meegemakt. 
  • Zocht een nieuwe Engelse vorst = Willem III

Slide 18 - Slide

John Locke
Volkssoevereiniteit: Volgens Locke zijn alle mensen als gelijke geboren. Dit noemt hij de natuurstaat. Ze hebben allemaal dezelfde grondrechten zoals het recht op vrijheid en het recht op bezit.

Slide 19 - Slide

Montesquieu: Trias Politica

Slide 20 - Slide

Bijeenkomsten in de salons

Ideeën van Voltaire en
Rousseau discussieren

Slide 21 - Slide

Jean Jacques Rousseau
  •  Verlichtingsfilosoof. 

  • Politiek, pedagogiek en filosofie.
 
  • Schreef het boek "Du Contrat Social" = verdrag van vrije individuen die onderling besluiten een gemeenschap te vormen. 

Slide 22 - Slide

Voltaire
  • De aanstichter van de de Franse Revolutie.
  • Voor vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. 
  • "Ik ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen.

Slide 23 - Slide

Verlicht absolutisme
Uitvoeren van aantal ideeën uit de Verlichting.

Bijv.: Catharine de Grote (Rusland)
Frederik de Grote (Pruisen)

Slide 24 - Slide

Lodewijk XVI en Marie Antoinette

Slide 25 - Slide

Afsluiten
  1. Wat was de Verlichting?
  2. Welke kritiek hadden de verlichtingsfilosofen op de absolute heersers?

Slide 26 - Slide