Les 1: Bloed

Bloed
Onderwerp: Bloed
Naam: Meneer de Vries
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieSpeciaal OnderwijsLeerroute 1Leerroute 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bloed
Onderwerp: Bloed
Naam: Meneer de Vries

Slide 1 - Slide

Les doelen
Aan het einde van deze les weet jij:
Wat rode en witte bloedcellen zijn en hun functies
Wat bloedplaatjes zijn
wat trombose is
Waar bloed uit bestaat

Slide 2 - Slide

Rode bloedcellen
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof en koolstofdioxide

Zuurstof is belangrijk voor de verbranding van glucose in onze cellen

Slide 3 - Slide

Bloed
  • Bloedplasma (vloeistof)
  • Witte bloedcellen (hebben celkern)
  • Rode bloedcellen (hebben geen celkern)

Slide 4 - Slide

Bloed (suspensie)
Bloed is een suspensie (vloeistof met opgeloste stoffen)

1: Bloedplasma
2: Rode bloedcellen
3: Witte bloedcellen
4: bloedplaatjes

Je kan bloed op 2 manieren scheiden:
  1. Bloed een tijdje laten staan;
  2. Centrifugeren met een machine.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Witte bloedcellen
Witte bloedcellen vallen bacteriën aan in je lichaam.

Bijvoorbeeld als je een wond hebt, komen er bacteriën in je lichaam de witte bloedcellen maken de bacteriën dood.

Slide 7 - Slide

Witte bloedcel in actie!
Kunnen veranderen van vorm en zo het bloedvat verlaten

Witte bloedcel eet de bacterie op (fagocytose)

De bacterie word binnen in de witte bloed cel doodgemaakt en afgebroken

Etter of pus bestaat uit dode witte bloedcellen en gedode bacteriën


Slide 8 - Slide

Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn kleiner dan bloedcellen

Bloedplaatjes zijn delen van cellen, die uit elkaar zijn gevallen

Bloedplaatjes stollen het bloed, door het bloed dikker te maken. Dit noemen we bloedstolling

Het verdikte vloed wordt hard en er komt een korst op

Slide 9 - Slide

Trombose
Soms stolt het bloed in het bloedvat dit noemen we trombose.

Bloedprop sluit de ader af en er kan geen bloed meer doorheen stromen.

Slide 10 - Slide

Bloedplasma
Bloedplasma bestaat uit:
  • Glucose
  • Hormonen
  • CO2
  • Afvalstoffen

Slide 11 - Slide

Korte samenvatting

Slide 12 - Slide

Zet bij ieder nummer wat het is.

Slide 13 - Open question

.............. hebben geen vaste vorm. Daardoor kunnen ze door ............ in de wand van kleine bloedvaten.

Slide 14 - Open question

Witte bloedcellen kunnen hier ziekteverwekkers zoals ........ dood maken.
A
bacteriën
B
virussen
C
Bacteriën en virussen

Slide 15 - Quiz

De witte bloedcellen gaan zelf ook vaak dood als ze een bacterie insluiten en doden. Als een wond ontstoken is, kun je dat zien. Er ontstaat dan
A
Etter
B
pus
C
Etter of pus

Slide 16 - Quiz

Zijn bloedplaatjes hele cellen of delen van cellen?
A
Delen
B
Hele

Slide 17 - Quiz

Zijn bloedplaatjes groter of kleiner dan rode bloedcellen?
A
kleiner
B
groter

Slide 18 - Quiz

In een bloedvat is een bloedprop ontstaan.
Hoe wordt dit genoemd?
A
Bloedstolling
B
bloedprop
C
Trombose

Slide 19 - Quiz

Wat is het verschil tussen bloed en bloedplasma?

Slide 20 - Open question

Wat kan een reden zijn dat een ziekenhuis snel bloed of bloedplasma nodig heeft?

Slide 21 - Open question

Vernietigen van ziekteverwekkers (bacteriën)
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 22 - Quiz

Vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 23 - Quiz

Vervoeren van zuurstof
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 24 - Quiz

Nodig voor de bloedstolling
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 25 - Quiz

Einde les
Volgende les: Bloedsomloop.

Slide 26 - Slide

Zet bij ieder nummer wat het is.

Slide 27 - Open question

.............. hebben geen vaste vorm. Daardoor kunnen ze door ............ in de wand van kleine bloedvaten.

Slide 28 - Open question

Witte bloedcellen kunnen hier ziekteverwekkers zoals ........ dood maken.
A
bacteriën
B
virussen
C
Bacteriën en virussen

Slide 29 - Quiz

De witte bloedcellen gaan zelf ook vaak dood als ze een bacterie insluiten en doden. Als een wond ontstoken is, kun je dat zien. Er ontstaat dan
A
Etter
B
pus
C
Etter of pus

Slide 30 - Quiz

Zijn bloedplaatjes hele cellen of delen van cellen?
A
Delen
B
Hele

Slide 31 - Quiz

Zijn bloedplaatjes groter of kleiner dan rode bloedcellen?
A
kleiner
B
groter

Slide 32 - Quiz

In een bloedvat is een bloedprop ontstaan.
Hoe wordt dit genoemd?
A
Bloedstolling
B
bloedprop
C
Trombose

Slide 33 - Quiz

Wat is het verschil tussen bloed en bloedplasma?

Slide 34 - Open question

Wat kan een reden zijn dat een ziekenhuis snel bloed of bloedplasma nodig heeft?

Slide 35 - Open question

Vernietigen van ziekteverwekkers (bacteriën)
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 36 - Quiz

Vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 37 - Quiz

Vervoeren van zuurstof
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 38 - Quiz

Nodig voor de bloedstolling
A
bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 39 - Quiz

Zet achter ieder nummer wat het is

Slide 40 - Open question