9.3

welkom
Log maar in.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

welkom
Log maar in.

Slide 1 - Slide

Deze les
Uitleg 9.3
Daarna zelfstandig aan de slag: Lezen en maken 9.3

Slide 2 - Slide

Infectieziekten, wat zijn dat?
A
antistoffen die ontstaan als je ziek bent
B
stoffen die je ingespoten krijgt bij een vaccinatie
C
ziekten die erfelijk zijn
D
ziekten waarmee je anderen kunt besmetten

Slide 3 - Quiz

Antistoffen
A
stoffen die witte bloedcellen maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
B
stoffen die bloedplaatjes maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
C
stoffen die rode bloedcellen maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
D
stoffen die in ziekteverwekkers zitten

Slide 4 - Quiz

Ontsteking
A
is een reactie van je lichaam op een infectie
B
is een ziekte die je maar 1 x kunt krijgen
C
is een infectie
D
is een erfelijke ziekte

Slide 5 - Quiz

Immuun
A
je kunt de ziekte niet meer krijgen
B
behoorlijk ziek worden van een ziekte
C
een lichaamsvreemde stof
D
een spuit krijgen met zwakke ziekteverwekkers

Slide 6 - Quiz

Lichaamsvreemde stoffen
A
stoffen waarvoor je immuun bent
B
stoffen die niet in je lichaam thuishoren
C
stoffen waarvan je altijd doodziek wordt
D
stoffen die bij je lichaam horen

Slide 7 - Quiz

9.3 ziekten bestrijden 

Slide 8 - Slide

leerdoelen 9.3
- Hoe word je ziek?
- Hoe werken de Antistofcellen?
- Hoe genees je?
- Waarvoor krijg je koorts?
- Wat gebeurt er als je ingeent word?
- Wanneer schakel je de afweer uit?

Slide 9 - Slide

Hoe word je ziek?
- Micro-organismen -> meestal zijn ze onschuldig, maar van sommige kun je ziek worden -> Ziekteverwekkers. 

ziekteverwekkers : Bacterien, Schimmels en Virussen. 

Ziekteverwekkers kunnen via je mond, neus, geslachtsorganen of via wondjes je lichaam in komen -> dan heb je een Infectie of dan ben je Besmet.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Bij de dokter :)
Na de incubatietijd krijg je symptomen = ziekteverschijnselen zoals, misselijkheid of hoofdpijn.

 Diagnose = het vinden van een oorzaak van een ziekte. 

Prognose = dan verteld de huisarts aan de patient hoe de ziekte en het herstel zou verlopen. 

Slide 12 - Slide

Extern, aspecifiek
  • Mechanische afweer: huid, slijmvliezen
  • Chemische afweer: zoutzuur maagsap, pH huid

Slide 13 - Slide

Intern, aspecifiek
Witte bloedcellen voor
-algemene afweer: pus/ etter
-Antistofcellen: antigenen

Slide 14 - Slide

9.3: ziekten bestrijden
 immuungeheugencel  (witte bloedcel die jarenlang 
in het bloed aanwezig blijft)

immuniteit kan op verschillende manieren ontstaan:
actief: zelf antistoffen maken
passief: antistoffen binnenkrijgen

Slide 15 - Slide

9.3: ziekten bestrijden
actief: zelf antistoffen maken
a. door besmetting met ziekteverwekker: je witte bloedcellen maken antistoffen, er worden geheugencellen achter gelaten. Op natuurlijke wijze besmet = natuurlijke actieve immuniteit 

b. door vaccinatie met antigenen: je krijgt verzwakte ziektemakers ingespoten (vaccin). je witte bloedcellen maken antistoffen, er worden geheugencellen achter gelaten. antigenen worden ingebracht = kunstmatige actieve immuniteit

Slide 16 - Slide

9.3: ziekten bestrijden
passief: antistoffen binnenkrijgen

a. door injectie met antistoffen (serum). Je bent meteen immuun, echter geen aanmaak van geheugencellen. Antistoffen ingespoten = kunstmatige passieve immuniteit 

b. Baby's via de moeder. Tijdens zwangerschap antistoffen via de placenta of moedermelk. natuurlijke passieve immuniteit 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

9.3: ziekten bestrijden

Slide 19 - Slide

9.3: ziekten bestrijden

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Video

Actieve immuniteit
Passieve immuniteit
zelf antistoffen maken
antistoffen ingespoten krijgen
Vaccin
Serum
Tijdelijk immuun
Blijvend immuun
Ziekten voorkomen
Beter worden

Slide 24 - Drag question

Waarom kan je maar een keer waterpokken krijgen terwijl je vaker de griep kan krijgen? (allebei virus)

Slide 25 - Open question

Casus: Je bent gebeten door een hond en je hebt de tetanusbacterie binnen gekregen. De dokter geeft een injectie met serum (antistoffen).

Door welke soort immuniteit ben je niet ziek geworden?
A
Actief en natuurlijk
B
Actief en kunstmatig
C
Passief en natuurlijk
D
Passief en kunstmatig

Slide 26 - Quiz

Casus: Je wordt gevaccineerd (verzwakte ziekteverwekkers in je bloed) tegen baarmoederhalskanker (HPV virus). Je wordt hierdoor niet ziek maar je maakt wel antistoffen waardoor je immuun bent.
Door welke soort immuniteit ben je niet ziek geworden?
A
Actief en natuurlijk
B
Actief en kunstmatig
C
Passief en natuurlijk
D
Passief en kunstmatig

Slide 27 - Quiz

Casus: Een baby krijgt antistoffen tegen verschillende ziekteverwekkers via moedermelk omdat hij zelf de ziekteverwekkers niet kan aanvechten.

Door welke soort immuniteit is de baby niet ziek geworden?
A
Actief en natuurlijk
B
Actief en kunstmatig
C
Passief en natuurlijk
D
Passief en kunstmatig

Slide 28 - Quiz

Casus: Je krijgt de waterpokken (virus) één keer en daarna wordt je niet meer ziek als je dit virus nog een keer binnenkrijgt.

Door welke soort immuniteit ben je niet ziek geworden?
A
Actief en natuurlijk
B
Actief en Kunstmatig
C
Passief en natuurlijk
D
Passief en kunstmatig

Slide 29 - Quiz

Waarom zou je actieve immuniteit 'beter' kunnen noemen dan passieve immuniteit?

Slide 30 - Open question

Wie kan het mooiste schema vinden waarin alle manieren van immuniteit in staan? (in het boek, maak foto zelf)

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Link

Hoe gingen de vragen?
Leg uit.

Slide 33 - Open question

Lezen en maken 9.3

Heb je nog vragen: Stel deze!
Klaar? 
Maak alvast een samenvatting van 9.1 en 9.2

Slide 34 - Slide