¿Quedamos? --> Zullen we afspreken?
Podemos ir/hacer --> we kunnen…. gaan/doen
¿Te apuntas? --> Doe je mee?
Tienes ganas de + heel ww -->Heb je zin om …
¿Quieres venir? --> Wil je meekomen?
¿(te) vienes? --> kom je ook?
¿Te apetece venir? --> heb je zin om mee te komen?