4H Frans 4 jan - grammaire chapitre 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4H Frans - grammaire chapitre 1

• présent en passé composé van regelmatige ww -er , -ir, -re
• être, aller en avoir in alle tijd
• vergrotende en overtreffende trap

Zet in de passé composé: je commence

Zet in de passé composé: nous adorons

Zet in de passé composé: elle finit

Zet in de présent: tu as aimé

Zet in de présent: vous avez rendu

Zet in de présent: ils ont fini

Moeilijk?

• Leer grammaire A chapitre 1
• Maak online oefenopdrachten (slim stampen)

Vervoeg: mon père (être, imparfait)

Vervoeg: ils (aller, passé composé)

Vervoeg: nous (être, futur)

Vervoeg: tu (aller, présent)

Vervoeg: elles (avoir, conditionnel)

Moeilijk?

• Leer grammaire B uit chapitre 1
• Oefen via verbuga.eu
• Dit komt elk hoofdstuk terug!

www.verbuga.eu

Vul in: mon copain est (jonger dan) moi

elle est (minder introvert dan) moi

Stéphane et Léo sont (even grappig als) Bernard et Jules.

Il est (het grootst)

Elles sont (het meest mooi)

Moeilijk?

• Leer grammaire C uit chapitre 1.
• Maak online oefenopdrachten (slim stampen)
• Leer de vocabulaire!

https: