Verpleegplan

Verpleegplan
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Verpleegplan

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
Examen B1-K1-W2
Herhaling - wat hebben jullie al gehad en gedaan?
Hoe verder? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Module 1: Gezondheid
Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren,  in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven (Machteld Huber).

Je kijkt naar wat de zorgvrager wel kan in plaats van wat hij niet kan. De rol van een zorgverlener is vooral ondersteunend, gericht op de eigen regie en de zelfredzaamheid van een zorgvrager. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Module 1: Methodisch werken 
Op een vaste doordachte wijze (gestructureerd) te werk gaan om een bepaald doel te bereiken. Kenmerken zijn: bewust, doelgericht, systematisch en procesmatig. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Module 1: Verpleegkundig proces
Klinisch redeneren is de vaardigheid om jouw observaties en interpretaties te koppelen aan de medische kennis waar je over beschikt. Het doel is dat je hierdoor kan beredeneren welke volgende stap je dient te nemen binnen jouw verpleegkundig handelen. 

Het verpleegkundig proces is een vaste opeenvolging van zes stappen in de zorgverlening en heeft een cyclisch karakter. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Module 1: Verpleegkundig proces
Het verpleegplan is een belangrijk onderdeel van het verpleegkundig proces, omdat dit als leidraad gebruikt wordt voor de zorgverlening.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Module 2: Verzamelen van gegevens
Met de juiste gegevens kun je bepalen of de zorgvrager zorg nodig heeft en zo ja, welke. Als verpleegkundige verzamel je gegevens van en over de zorgvrager.

Het verzamelen van gegevens levert jou de juiste informatie op voor het stellen van de verpleegkundige diagnose --> anamnese. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Module 2: Ordeningsprincipe
Hiermee voorkom je dat elke verpleegkundige op een eigen manier gegevens gaat verzamelen en daardoor belangrijke informatie over het hoofd ziet. 

Een verpleegkundige theorie geeft een visie op verpleging. Het zet je aan om in een bepaalde richting te denken. Methode van SAMPC, Model van de vier domeinen van verantwoorde zorg, het Omaha System en de elf gezondheidspatronen van Gordon. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Module 3: Gezondheidsproblemen
Op het moment dat een zorgvrager zichzelf nog goed kan redden, heeft hij geen behoefte aan ondersteuning (potentieel probleem). Wanneer de zelfzorg afneemt ontstaat een te kort (actueel probleem). 

Bij zelfzorg gaat het om de mate waarin je, in verschillende omstandigheden en in verschillende levensfasen, voor jezelf en voor naasten kan zorgen --> zelfzorgbehoefte, -vermogen en -tekort. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Module 3: Verpleegkundige diagnose vaststellen
Een verpleegkundige diagnose onderscheidt zich in: het gezondheidsprobleem zelf, de oorzaak en de symptomen. 

PES-structuur is een hulpmiddel om in eenzelfde structuur te werk te gaan.

Classificatiesystemen: Omaha System, NANDA-NIC-NOC, zakboek verpleegkundige diagnosen, handleiding verpleegkundige diagnostiek en International Classification of Functioning (ICF). 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Module 4: Vaststellen van verpleegdoelen
Een verpleegdoel is een richtlijn in je handelen, een vooruitzicht op de langere termijn.
Voordat je gaat nadenken over een doel waarop je je wilt richten, moet je al hebben vastgesteld wat het probleem is.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Module 4: Vaststellen van verpleegdoelen
De gewenste resultaten vat je samen in een doel. Dit vormt een zorgresultaat dat nagestreefd wordt. 
Voor het formuleren kun je gebruikmaken van 2 methoden: 
RUMBA en SMART. 

Cognitieve doelen: met je hoofd - aanleren van kennis
Motorische doelen: met je handen - aanleren van toepassen van kennis
Affectieve doelen: met je hart - gedrag afstemmen op zorgvrager

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

RUMBA
Relevant: belangrijk voor de zv
Understandable: geschreven in begrijpelijke taal
Measurable: meetbaar
Behavioral: in concreet waarneembaar gedrag beschreven
Attainable: haalbaar
SMART
Specifiek: voor de zv specifiek resultaat
Meetbaar
Acceptabel: meerwaarde voor zv
Realistisch: haalbaar
Tijdgebonden: gekoppeld aan datum en tijd

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wetenschappelijke literatuur en classificatiesystemen
Evidence-based practice
Standdaarddoelen
Nursing Outcome Classification
Omaha System

Maken het verzamelen van informatie en het formuleren van doelen gemakkelijker

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Module 5: Plannen van verpleegkundige interventies
Interventies: activiteiten die je plant en uitvoert om je verpleegkundige doelen te behalen.

Standaard interventies
Onafhankelijke en afhankelijke interventies
Geplande en niet-geplande interventies

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Formuleren verpleegkundige interventies
Een hulpmiddel bij het beschrijven van een interventie is het gebruik van wie, wat, waar, waarmee en wanneer! 

Als je een passende interventie formuleert, gebruik je jouw kennis, kwaliteitsrichtlijnen en de eigen regie van de zorgvrager.

Toets de interventie op effectiviteit.

Slide 18 - Slide

Toets de interventie op effectiviteit. Dat doe je door een aantal praktische zaken mee te nemen in de planning:
- inbrengen in het mdo
- inzet van middelen en materialen en afweging van kosten en baten
- prioriteit aanbrengen in interventies en activiteiten
Module 6: uitvoeren van verpleegkundige interventies

Slide 19 - Slide

This item has no instructions