1.3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom 2C!

Weet wat je nodig hebt! 1.3

Economie

12-09-2024

Mark Barnhoorn

Programma

- Welkom

- Terugblik vorige les

- Huiswerk controleren

- Hoe moet je leren?!

- Leerdoelen

- Theorie

- Aan de slag

Terugblik

Wat is Chartaal- en giraal geld?

Wat is het verschil tussen direct en indirect ruilen?

Hoe bereken je een nieuwe saldo?

HW 1.2

Hoe leren voor de toets?

- Begrippen oefenen , bijvoorbeeld via  Quizlet 

- Herhalingsopdrachten maken

- Plusopdrachten maken

- Maak een samenvatting van H1. 

- Rekenformules opschrijven en oefenen op rekenpagina!

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

- Weet je wat voor behoeften je kunt hebben

- Waardoor mensen verschillende behoeften hebben

- Wat het verschil is tussen goederen en diensten

- Hoe je in behoeften kunt voorzien

- Hoe je met procenten een getal kunt berekenen

behoefte

Iedereen wilt wel iets graag hebben of iets doen. 

= Ps5, Eigen woning, Tandarts of Routetrip door USA

Basisbehoeften = Noodzakelijke behoeften om te kunnen overleven. 

Overige behoeften = Wat je leven leuker of gemakkelijk kan maken

Behoeften

Behoefte= Iemand die graag iets wilt of wat je nodig hebt.

                                  

basisbehoeften                                              overige behoeften

Behoeften verschillen

Hoeveel-             Leeftijd                        Gender              Waar je woont

heid

Tastbaar of niet?

Om als consument je behoeften te kunnen voorzien, moet je goederen of diensten kopen.

Goederen (tastbaar)                                    Diensten (niet tastbaar)

Goederen (2)

verbruiksgoed=

Korte tijd verbruik

 je een goed

Gebruiksgoed= Langere tijd mee en gebruik je vaker

Zelfvoorziening

Door zelf iets te doen/ te maken, vervul je je behoefte zonder iets te kopen.

Rekenen

Economie veel werken met procentsommen. 

Vandaag: Met procenten een getal berekenen

Som= Totaal : 100 X gewenste aantal percentage 

Rekenen

Met procenten een getal berekenen. 

Zoals: bereken 15% van 300 euro.

Hoe bereken je het uit?! 

Stap 1: Bereken eerst 1% van 300 euro ( 300:100= 3 euro)

Stap 2: Vermenigvuldig het gevraagde percentage 

3 euro X 15 ( gewoon in getallen) = 45 euro

Voorbeeld uitgewerkt

%	100	1	15
€	300	3	45

: 100                          X15

Oftewel= 300 : 100 X 15 = 45,- 

Aan de slag

1: Aan de slag met opdrachten van 1.3 blz 22

2: Extra uitleg over berekenen van procentsommen

Tot 10:20 aan de slag

Zelfstandig

Klaar? Herhalingsopdrachten van 1.3

Afsluiter

- Wat is behoeften?

- Hoe kan iedereen een andere behoeften hebben?

- Wat is het verschil tussen goederen en diensten ?