3RK Technieken & theorie keuken

3RK Technieken & theorie keuken
1 / 134
next
Slide 1: Slide
Praktijk keukenSecundair onderwijs

This lesson contains 134 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

3RK Technieken & theorie keuken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Praktijk keuken

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Inleiding keukenpraktijk 
Wanneer je als kok aan de slag wil gaan moet je over een brede waaier aan kennis, vaardigheden en attitudes beschikken.
Naast een degelijke vakkennis, het kunnen uitvoeren van bereidingen en het beheersen van een goede snijtechniek is ook je attitude (je houding) van groot belang. Je zal in teamverband moeten werken en dus is het belangrijk dat je een correcte houding aanneemt.
Behalve kennis, vaardigheden en attitude speelt hygiëne een enorm belangrijke rol in de keuken.
Hygiëne begint uiteraard bij jezelf. Omdat koken een ambachtelijk vak is, is een goede persoonlijke hygiëne en onberispelijke handhygiëne noodzakelijk. Maar hygiëne reikt verder dan enkel je persoonlijke hygiëne. Wanneer je met voedingswaren werkt, zijn er tal van regels en voorschriften die gevolgd moeten worden. Om de voedselveiligheid te verbeteren en de risico’s op besmetting van voedingswaren te voorkomen, werd het HACCP-systeem ontwikkeld. HACCP staat voor Hazard Analysis Critical Control Points. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

BK2_01.01.04
De leerlingen passen onder begeleiding interne procedures en afspraken toe.



Het keukenuniform op onze school

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Deze moeten volledig gesloten zijn en mogen geen veters hebben. Vooraan hebben ze een stalen tip. 
Deze zijn meestal geruit. Wanneer deze vuil is zal het door de ruitjes minder hard opvallen.
Deze dient om het ergste vuil tegen te houden en zo de broek te beschermen. 
Bovendien zullen je haren minder snel vuil worden doordat ze beschermd zijn tegen dampen van o.a. de friteuses e.d.
Deze is voorzien van een dubbele rij knopen. Wanneer de vest bevuild is, kan de voorzijde gedraaid worden. Het materiaal waaruit dit vervaardigd is, stoot warmte af. 
De veiligheidsschoenen
De koksbroek
De koksvest
De voorbindschort (TABLIER)
Het haarnetje

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

BK2_01.02
De leerlingen handelen onder begeleiding kwaliteitsbewust.
BK2_01.02.01
De leerlingen passen onder begeleiding procedures uit stappenplannen, instructiefiches of handleidingen toe.






 
Veiligheid en hygiëne

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

In dit hoofdstuk leren we:
De vereiste beroepseigenschappen die gelinkt zijn aan de studierichting restaurant en keuken kunnen inschatten.
Beroepsfierheid kunnen ontwikkelen.
Kennis hebben van de infrastructuur en werkposten.
Kennis hebben van het hygiënebeheersingsplan, de milieu- en veiligheidsvoorschriften en deze kunnen naleven in de werkplaats.
Diverse toestellen en materieel gebruikt in het restaurant en de keuken kunnen benoemen en hanteren, rekening houdend met de diverse veiligheids- en hygiënevoorschriften.
Verschillende bewaarmethoden voor de producten kunnen benoemen en toepassen.
De keuken is een ruimte waar veel gevaar kan schuilen. Een ongeluk is snel gebeurd. Het is dan ook zeer belangrijk om de veiligheidsvoorschriften te volgen en geconcentreerd te werken. Niet enkel voor je eigen veiligheid maar ook voor die van anderen.
Veiligheid begint in de eerste plaats bij jezelf.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke hygiëne

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Persoonlijke hygiene
Hygiëne begint bij jezelf.
Een goede persoonlijke hygiëne is uiterst belangrijk om hygiënisch te kunnen werken.
° Dagelijks douchen of baden
° Een goede mond- en tandhygiëne
° Verzorgde haren
° Verzorgde nagels, vrij van zwarte randen en ongelakt. Kunstnagels zijn niet toegelaten in de keuken.
° Draag geen horloges, ringen, sieraden,…. in de keuken.
° Wonden aan vingers, handen, armen,…. dienen verzorgd te worden en afgedekt te zijn met een ondoordringbaar verband.
° Naast een goede lichaamshygiëne, draagt ook je propere werkkledij bij tot hygiënisch werken.
Wanneer je persoonlijke hygiëne uitstekend is maar je keukenuniform vuil, dan kan je niet op een hygiënisch verantwoorde wijze werken.
Zorg ervoor dat je keukenkledij steeds proper is bij aanvang van de praktijkdag. Met een vuil keukenuniform kan je niet deelnemen aan de keukenpraktijk!!
Zorg ook dat je keukenschoenen steeds proper zijn.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voedselveiligheid
Om de voedselveiligheid te garanderen, is het HACCP- systeem ontwikkeld. HACCP staat voor Hazard Analysis Critical Control Point.
Kort samengevat betekent het HACCP systeem dat men besmetting van voeding voorkomt door het volgen van regels, richtlijnen en controlepunten tijdens het ganse proces van de voedselbereiding.
Dit wil zeggen vanaf het in ontvangst nemen van de goederen, de bewaring, de voorbereiding, de bereiding en het serveren van het voedsel. Dit noemt men de looplijn van het voedsel.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is HACCP?
Duidt het meest correcte antwoord aan.
A
Kort samengevat betekent het HACCP systeem dat men besmetting van voeding voorkomt door steekproeven te doen in allerlei bedrijven.
B
Kort samengevat betekent het HACCP systeem dat men besmetting van voeding voorkomt door het controleren van de leveranciers.
C
Kort samengevat betekent het HACCP systeem dat men besmetting van voeding voorkomt door bijscholingen te geven aan keukenpersoneel.
D
Kort samengevat betekent het HACCP systeem dat men besmetting van voeding voorkomt door het volgen van regels, richtlijnen en controlepunten tijdens het ganse proces van de voedselbereiding.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Bacteriën zorgen voor de belangrijkste bron van voedselbesmetting.Bacteriën zijn microscopische wezentjes die in bijna alle voedingsmiddelen aanwezig zijn. Bij warmte en vochtigheid vermenigvuldigen zij heel snel.
De optimale temperatuur waarbij bacteriën zich thuis voelen ligt tussen de 10°C en 45°C.
Bij deze temperatuur verdubbelt hun aantal elke twintig minuten. Gelukkig is de overgrote meerderheid van deze bacteriën ongevaarlijk of zelfs goedaardig maar van sommige bacteriën worden we ziek.
Om besmetting van voeding te voorkomen is het dus erg belangrijk om hygiënisch te werken en daarbij rekening te houden met de richtlijnen om op een hygiënische verantwoorde manier te werken !

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Richtlijnen om veilig en hygiënisch te werken in de keuken

Slide 16 - Open question

This item has no instructions


Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Bij het opslaan en gebruiken van goederen gebruiken we het FIFO en FEFO systeem.

FIFO = FIRST IN FIRST OUT
FEFO = FIRST EXPIRED FIRST OUT
Wanneer we producten en bereide gerechten in een zelfde koeling bewaren , bijvoorbeeld in de dagkoeling van de keuken, moeten we ervoor zorgen dat de bereide producten of gerechten steeds boven de rauwe, niet verwerkte producten staan.
Daarnaast is het verplicht alles wat we bewaren af te dekken met plasticfolie en te voorzien van een etiket of label. Vanaf het moment dat we een verpakking geopend hebben, een gerecht bereid hebben, een ingrediënt aangesneden hebben,… zijn we dus verplicht om het af te dekken en te labelen. Doen we dit niet, dan overtreden we de hygiënewetgeving.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Allergenen
Sommige voedingsstoffen behoren tot de allergenen. Dit wil zeggen dat mensen voor deze voedingsstoffen een allergie kunnen hebben en ziek kunnen worden na het eten van deze voedingsstoffen. Volgende voedingsstoffen behoren tot de allergenen:

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bewaartemperaturen
- 18°C: Diepvriesproducten
2°C tot 4°C: Zuivelproducten. Melk en room worden bewaard in de originele verpakking. Boter en margarine worden steeds afgedekt. Vlees, gevogelte, vis, schaal- en schelpdieren. Bereide gerechten indien ze niet ingevroren worden.
5°C tot 10°C: Eieren
Groenten en fruit: Een uitzondering hierop zijn tropische fruitsoorten. De ideale temperatuur voor deze producten is 10°C. Bananen worden bruin beneden de 7°C.
15°C: Aardappelen (worden zoet indien bewaard onder 4°C), droge voeding, conserven, vetten en oliën.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Er bestaan verschillende kleuren snijplanken. De snijplanken die wij op school gebruiken zijn gemaakt uit kunststof. Belangrijk bij het gebruik van snijplanken is dat je zo grondig reinigt na gebruik. Wanneer je snijplanken niet goed reinigt, kan er besmetting van de voeding plaatsvinden. Bovendien zijn snijplanken dan dragers van kruisbesmetting.
Snijplanken moeten ook ontsmet worden, zodat alle bacteriën gedood worden. De eenvoudigste manier om dit te doen is in de combi-steamer. We stomen de snijplanken gedurende 20 minuten op 100°C
Snijplanken mogen nooit op elkaar gelegd worden nadat ze afgewassen zijn. Ze moeten steeds in een rek geplaatst worden zodat ze volledig kunnen drogen. Doe je dit niet, kan er schimmel ontstaan op de snijplanken.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Het ontdooien van voedingswaren:
Het ontdooien van voeding gebeurt bij voorkeur in de koelcel en zeker NOOIT OP KAMERTEMPERATUUR!!
Een bain-marie mag NOOIT gebruikt worden om gerechten op te warmen.
Wanneer gerechten worden warm gehouden “au bain-marie” moet de temperatuur ingesteld worden op tenminste 85°C.
Gerechten moeten snel verhit worden zodat de temperatuurbrug tussen 10°C en 45°c snel overbrugd wordt.
Steeds opletten voor kruisbesmetting.
Reinig keukenapparatuur steeds grondig na gebruik. Bacteriën kunnen overgedragen worden wanneer keukenmaterieel niet grondig gereinigd werd na gebruik.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Brandveiligheid
De keuken is een plaats waar brandgevaar dreigt. De meeste branden ontstaan door onoplettendheid, onwetendheid of nalatigheid. Het voorkomen van brand noemen we brandpreventie Het is dan ook zeer belangrijk regelmatige controles uit te voeren op zaken die brand kunnen veroorzaken. 
Algemene richtlijnen bij brand:
Al het personeel moet op de hoogte zijn van de richtlijnen in geval van brand. Deze richtlijnen, of procedure, moet zichtbaar opgehangen zijn aan de ingang of in de nabijheid van de werkplaats.
° Er moet regelmatig een evacuatieoefening gehouden worden.
° Nooduitgangen, looppaden en blusapparaten moeten vrijgehouden worden.
° Deuren en ramen moeten, indien mogelijk, gesloten worden.
° Iedereen tracht kalm te blijven en gaat op een rustige manier naar de afgesproken plaats. In geen geval wordt er teruggegaan om materiaal te gaan halen.
° Gebruik in geval van brand NOOIT de lift!!
° De richtingen van de uitgangen en nooduitgangen worden aangegeven door wettelijk bepaalde redding-tekens.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

° Gebruik in geval van brand NOOIT de lift!!
° De richtingen van de uitgangen en nooduitgangen worden aangegeven door wettelijk bepaalde reddingstekens/pictogrammen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

1. Waarvoor staat dit pictogram?

2. Waar vind je dit pictogram op school?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

1. Waarvoor staat dit pictogram?

2. Waar vind je dit pictogram op school?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Evacuatieregels:
- Iedereen gebruikt de uitgang of nooduitgang.
- Je blijft bij je leerkracht en bij je klas.
- Je loopt niet en begint ook niet te drummen.
- Verzamelen op de afgesproken plaats (België lei)
- De laatste ( de chef of de verantwoordelijke) controleert volgende zaken:
° of iedereen het lokaal verlaten heeft.
° of de gaskraan dichtgedraaid is.
° Dat de ventilatie uitgeschakeld is.
° Dat de ramen en deuren gesloten zijn.
- Het is belangrijk dat iedereen kalm blijft en luistert naar de opdrachten/ bevelen van de verantwoordelijke.
- Iedereen volgt de verantwoordelijke op een rustige manier. Je begint niet door elkaar te lopen.
- Moest er ooit brand ontstaan, dan verwittig je onmiddellijk de chef of verantwoordelijke. Een kleine brand kan namelijk nog geblust worden met een brandblusapparaat
Dit leerstofonderdeel zal geëvalueerd worden bij de competenties met betrekking tot vakbekwaamheid en vakkennis. Omdat veiligheid en hygiëne zo belangrijk zijn, zal dit ook elke les geëvalueerd worden.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ingrediënten afwegen/afmeten.
Ook vakkennis is onmisbaar om te kunnen functioneren in een keuken. Een basisvaardigheid hiervan is kunnen werken met recepten en ingrediënten correct kunnen afwegen of afmeten. Ook in het vak PAV/wiskunde zal hier aandacht aan besteed worden.  

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Metriek stelsel
kl—hl—decal—l— dl-cl—ml                         kg—hg—hag—g—dg—cg-mg

Als je naar rrrrrrechts gaat, doe je keerrrrr 10.
Als je naar lllllllinks gaat, deellllll je door 10.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

1 deciliter =
A
10 liter
B
10 milliliter
C
10 centiliter

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

1 centiliter =
A
10 deciliter
B
1/10 liter
C
10 milliliter

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Een marathon is 42195m. Hoeveel km is dit?
A
4,2195km
B
42,195 km
C
421,95km
D
4219,5 km

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

75 cl = .......liter
A
750
B
0,75
C
7,5
D
0,075

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

200 m =
A
20km
B
2 km
C
0,2 km
D
0,02 km

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

5,03g = ....mg
A
5030
B
0,503
C
503
D
50300

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

200 dg =
A
20 kg
B
2 kg
C
0.2 kg
D
0,02 kg

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

27kg = ....g
A
270
B
2700
C
0,027
D
27000

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

1 liter
10 liter
1 centiliter
2 deciliter
0,33 centiliter

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

1/2 liter =
A
50ml
B
500ml
C
5000 ml
D
5 ml

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Benaming gewicht
1 kilo = 1000 gram
1 pond = 500gram
1 ons = 100 gram

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Het keukenmaterieel
In dit hoofdstuk leren we:
De vaktermen kunnen gebruiken, mondeling en/of schriftelijk kunnen omschrijven.
Beroepsfierheid kunnen ontwikkelen.
Diverse toestellen en materieel gebruikt in het restaurant en de keuken kunnen benoemen en hanteren, rekening houdend met de diverse veiligheids- en hygiënevoorschriften.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Vakterminologie
De vakterminologie in HO.RE.CA. bedrijven is in het Frans, dit is niet het gevolg van het feit dat de Fransen het koken hebben uitgevonden, wel omdat zij de allereerste waren die alles begonnen op te schrijven. (Cfr: Le répertoire de la cuisine)

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 45 - Video

This item has no instructions

Demi-chef mes, dit is een stevig mes van zo’n 18 à 20cm lang. Hiermee doe je het grotere en zwaardere snijwerk.
Wordt ook wel crêpière genoemd. Omdat de pan zeer ondiep is kan het flensje er gemakkelijk en zonder beschadiging uitglijden.
Lage kookpot met een steel en schuine randen
Kookpot waarvan de hoogte groter is dan de diameter – meestal gebruikt om fonds in te bereiden
Kookpot waarvan hoogte en diameter gelijk zijn
Een paletmes heeft een kenmerkend uiterlijk. Het is een lang, buigzaam, onscherp mes met een ronde punt en wordt veel gebruikt voor het decoreren en glaceren van taarten. Maar ook ideaal in te zetten als spatel, voor het flippen van een pannenkoek bijvoorbeeld.
Het officemes of fijnschiller is 7 à 12cm lang en wordt vooral gebruikt om te schillen of voor fijner snijwerk.
Flensjespan
Sauteuse
Marmite
Russe

Slide 46 - Drag question

This item has no instructions

1) Geef de correcte benaming van dit keukenmesje




2) Waarvoor gebruik je dit mesje en geef de juiste benaming
gebruik de vakterminologie

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

Passe-vite
Chinois
Terrine
Tekst
Poche
Mandoline
Pottenlikker
Douille

Slide 48 - Drag question

This item has no instructions

Schuimspaan / écumoir
Soeplepel / Louche
Vergiet / trisée
Gastronorm
Maatbeker

Slide 49 - Drag question

This item has no instructions

Groentensoorten
In dit hoofdstuk leren we:
De soorten groenten kunnen herkennen, indelen in functie van hun specifieke eigenschappen, aankopen en bewaren.
Basistechnieken bij het voorbereiden en versnijden van groenten en fruit kunnen bespreken en toepassen.
De vaktermen kunnen gebruiken, mondeling en/of schriftelijk kunnen omschrijven.

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Groenten vormen een belangrijke groep van ingrediënten in de keuken. Ze worden in zeer veel verschillende bereidingen en keukenbasissen gebruikt. Tegenwoordig zijn de meeste groenten een heel jaar verkrijgbaar omdat ze ook ingevoerd worden uit andere landen. 

Sommige groenten zijn echter slechts gedurende een bepaalde periode verkrijgbaar. Deze groenten noemen we seizoengroenten. 

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Op welke manieren worden groenten aangeboden in de winkel?

Slide 52 - Open question

This item has no instructions

We onderscheiden 7 hoofdgroepen van groenten:
PEULVRUCHTEN
KIEMGROENTEN
VRUCHTGROENTEN
STENGELGEWASSEN
KOOLSOORTEN
WORTEL- & KNOLGEWASSEN
BLADGROENTEN
Een aparte soort groenten zijn de paddenstoelen. Paddenstoelen zijn eigenlijk geen groenten maar een eetbare schimmelsoort of zwam.

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Wat is een paddenstoel?
A
een vrucht van een schimmel
B
een schimmel
C
een vrucht
D
een gist

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor paddenstoel is dit?
A
Oesterzwam
B
Beukenzwam
C
Cantharellen
D
Champignon

Slide 55 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet deze paddenstoelsoort?
A
Truffel
B
Champignons de Paris
C
Kastanje-champignons
D
Boleet

Slide 56 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de naam van deze erg dure soort die vroeger enkel met behulp van varkens en later met honden kon gevonden worden?
A
Cantharellen
B
Trompets de la mort
C
Waterkastanjes
D
Zwarte truffel

Slide 57 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet deze soort, die uit Italië afkomstig is?
A
Witte truffel
B
Champignons de Paris
C
Oesterzwam
D
Eekhoorntjesbrood

Slide 58 - Quiz

This item has no instructions

Gebruiksklaar maken van groenten

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

De snijplank
De dunschiller
Het office-mes
Het demi-chef mes
De terrine
De mandoline

Slide 60 - Drag question

This item has no instructions

Ergonomisch werken
Om je werk zo gezond en efficiënt mogelijk uit te voeren moet je ergonomisch werken.
Dit wil zeggen dat je een goede houding moet aannemen aan de werkplek.
  • Sta rechtop en steun op je beide voeten.
  • Werk op de juiste hoogte
  • Hou je bovenlichaam recht
  • Zorg dat je het gewicht van je lichaam goed verdeelt
  • Hou je lichaam in balans, nooit voorover leunen tijdens het snijden
Je houding is correct als je na je werkdag geen last hebt van:
rugpijn, nekpijn, pijn aan je voeten, pijn aan je schouders, pijn aan je benen

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Het voorbereiden van groenten gebeurt in 4 stappen:

1)    Het schillen:                                    
Hierbij gaan we de schil en/of de oneetbare delen van de groenten verwijderen. 

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

2) Werkplek proper maken
Na het schillen wordt het afval van de groenten weggegooid en worden de werktafel, de snijplank en de messen proper gemaakt

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

3) Het wassen
Afhankelijk van de groentesoort worden ze gewassen onder koud stromend water of in koud water.

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

4) Het snijden
Groenten worden steeds gesneden op een propere snijplank en met een proper mes. Let hierbij op je houding (ergonomie) en de techniek!

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Snijtechnieken
Om veilig met messen te werken, is het belangrijk dat je een goede snijtechniek hanteert. Bij het snijden spreken we over de snijdende en de geleidende hand. Met de snijdende hand, houd je het mes vast, met de geleidende hand houd je de groente of een ander product vast . Wanneer je deze techniek correct toepast, zal je niet in je vingers snijden.

Slide 66 - Slide

This item has no instructions





De snijdende & de geleidende hand    

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

  • Met de snijdende hand neem je het mes vast.
  • Je neemt het lemmet vast tussen duim en wijsvinger.
  • Je plaatst het mes tegen de drie middelste vingers van de geleidende hand. De vingertoppen van deze vingers draai je naar binnen zodat je niet in je vingers kan snijden.
  • Je maakt een draaiende beweging met je snijdende hand. Hierbij beweeg je met je snijdende hand van achter naar voor.


Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak 3 wortelen, 1 prei, 1 selder en 3 uien gebruiksklaar.
Snij 1 wortel en 1 ui in mirepoix.
Snij 1 wortel en de prei in julliene.
Snij één wortel in paysanne
Eminceer de selder en 1 ui.
Snipper 1 ui.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat je de verschillende stappen voor het gebruiksklaar maken van groenten in de juiste volgorde uitvoert.
Let op je snijtechniek en werk geconcentreerd.
Werk steeds op een hygiënische manier.


Slide 69 - Slide

This item has no instructions


Hoe vond je dat je eerste snij-opdracht verliep vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 70 - Poll

This item has no instructions


Wat vond je zelf van je eigen eindresultaat, bij deze snijoefening? 
010

Slide 71 - Poll

This item has no instructions

Verzorgen van snijwonden
Wanneer je onvoldoende geconcentreerd werkt of je snijtechniek onzorgvuldig toepast, bestaat de kans dat je jezelf zal snijden. Indien je jezelf gesneden hebt, moet je de snijwond onmiddellijk verzorgen of laten verzorgen. Je gaat dan als volgt te werk

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

  1. De snijwond grondig uitspoelen met koud stromend water
  2. De snijwond ontsmetten met ontsmettingsmiddel
  3. De snijwond afdekken met een steriel gaas of een pleister.
  4. De pleisters moeten een blauwe kleur hebben.

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

Bouquets & Mirepoix
Een mirepoix en een bouquet zijn een samenstelling van groenten en/of kruiden. Ze worden meestal gebruikt als aromatisch bestanddeel voor keukenbereidingen zoals fonds, soepen en sausen. De benaming "mirepoix" kan ook op een snijwijze van de groenten duiden, namelijk grovere stukken.

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

De soorten mirepoix
Er zijn verschillende soorten mirepoix. De meest gebruikte zijn:
Magere mirepoix : uien, wortelen en selder + bouquet garni
Vette mirepoix : uien, wortelen, selder en spekresten + bouquet garni
Braadmirepoix: ui en wortelen + bouquet garni

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

De bouquets
Hiervoor hebben we 3 termen in de keuken:
Bouquet Garni: tijm, laurier en peterseliestengel
Bouquet Marmite: prei, wortelen, selder en uien bestoken met kruidnagel (piquer)
Garniture Marmite: Bestaat uit een bouquet garni + bouquet marmite

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

De keukenfonds
Een keukenfonds dient als basis voor de bereiding van soepen, sausen en gerechten.
De kwaliteit van gerechten hangt dus af van de kwaliteit van de fonds. Een goede basis of een goed basisproduct zal mee de kwaliteit van het uiteindelijke gerecht bepalen. Het is dus uitermate belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan de bereiding van de fonds.

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

De soorten fonds
Blanke fonds: - fonds blanc 
 Bruine fonds: - fonds bruns 
 Gevogeltefonds : - fonds de volaille 
Kalfsjus : - jus de veau 
 Wildfonds : - fonds de gibier 
Visfumet : - fumet de poisson


Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Elke keukenfonds is samengesteld uit 4 verschillende bestanddelen:
Voedende bestanddelen, Aromatische bestanddelen, Bevochtiging ,Kruiden

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

Blanke fonds

Slide 80 - Mind map

This item has no instructions

1) De beenderen opzetten in een "marmite" met koud gezouten water en aan de kook brengen.
A
BLANCHIR
B
ECUMER
C
PASSER AU CHINOIS
D
FREMIR

Slide 81 - Quiz

This item has no instructions

2) Aan de kook brengen en afschuimen
A
BOUILLIR & ECUMER
B
FREMIR & ECUMER
C
GLACER & PASSER
D
SINGER & SAUTER

Slide 82 - Quiz

This item has no instructions

3) De beenderen opnieuw bevochtigen met water
A
SINGER
B
PLEURER
C
ORAGER
D
MOUILLIR

Slide 83 - Quiz

This item has no instructions

Garniture marmite bestaat uit
A
Prei selder en wortelen & gepikeerde ui met kruidnagel & bouquet garni
B
Selder, bloemkool, tomaat & kruidnagel in appel & peterselie, thijm en laurier
C
Prei selder en wortelen & ui met kruidnagel & peterseliestaarten met thym en laurier
D
Selder, wortel, ui, kruidnagel, thijm, laurier, peterselie

Slide 84 - Quiz

This item has no instructions

Assaisoner =
A
Bijkruiden met aromaten
B
Op smaak brengen met pezo
C
Met mignonettes verrijken
D
Met kruiden afwerken

Slide 85 - Quiz

This item has no instructions

gedurende 6 - 8 uur zachtjes laten koken =
A
Bouillir
B
Mentir
C
Fremir
D
Rire

Slide 86 - Quiz

This item has no instructions

Zeven door de puntzeef =
A
Passer au passe vite
B
Passer au trisée
C
Passer à la française
D
Passer au chinois

Slide 87 - Quiz

This item has no instructions

Slide 88 - Video

This item has no instructions

De bruine fonds
De bruine fonds wordt vooral gebruikt voor de bereiding van bruine sausen en het bevochtigen van vleesgerechten zoals stoofvlees. Ook kan de bruine fonds gebruikt worden voor het braiseren van vlees.

Slide 89 - Slide

This item has no instructions

Voedende bestanddelen
Bevochtigng
Aromatische bestanddelen
Kruiden

Slide 90 - Drag question

This item has no instructions

Vakterminologie reminder

Slide 91 - Slide

This item has no instructions

Noteer alle vaktermen die je je momenteel voor de geest kan halen.

(Tip: denk aan een bereiding)

Slide 92 - Open question

In 2 of meerdere ploegen, elkaars vaktermen toelichten/beantwoorden.

Competitief.
per ploeg 1 lln zittend a/d chromebook, de rest staat en moet een belletje rinkelen om asap te kunnen antwoorden

Verschillende rondes 
Materiaal
Technieken
...
Vaktermen

Slide 93 - Slide

Competitief in groepen, individueel aan bord.
Vaktermen

Slide 94 - Slide

This item has no instructions

timer
5:00

Slide 95 - Slide

Terug naar de spinners maar nu materiaal nemen en brengen aan het verzamelpunt.
Wie het snelst alle materialen verzameld heeft wint.
De bindmiddelen

Slide 96 - Slide

This item has no instructions

Som de binmiddelen op die je kent.

Slide 97 - Mind map

This item has no instructions

Soorten bindmiddelen
Op basis van bloem Roux - Beurre manié
Op basis van zetmeel Aardappelzetmeel - Maïszetmeel -  Rijstgriesmeel
Diverse bindmiddelen Eierdooiers - Gehele eieren - Room - Boter - Brood - Gelatine

Slide 98 - Slide

This item has no instructions

Roux
Roux is het belangrijkste en meest gebruikte bindmiddel op basis van bloem.
We onderscheiden 2 verschillende soorten roux:
Blanke roux
Bruine roux
De samenstelling van roux is voor alle soorten dezelfde. We gebruiken ongeveer
gelijke delen boter en bloem. Afhankelijk van de soort bloem gebruiken we een verhouding van ongeveer 500g boter en 600g bloem.


Slide 99 - Slide

This item has no instructions

De samenstelling van roux is voor alle soorten dezelfde. We gebruiken ongeveer
gelijke delen boter en bloem. Afhankelijk van de soort bloem gebruiken we een verhouding van ongeveer 500g boter en 600g bloem.


Slide 100 - Slide

This item has no instructions

Bereidingswijze van een blanke roux:





  1. Boter laten smelten zonder te kleuren
  2.  Bloem toevoegen en onder de boter spatelen 
  3. De roux laten drogen op een zacht vuur zonder de roux te laten kleuren

Slide 101 - Slide

This item has no instructions

Leg in je eigen woorden uit wat een "beurre manié" is:

Slide 102 - Open question

This item has no instructions

Gebruik van roux
Roux moet best verwerkt worden met een koud-warm systeem.
Dit wil zeggen:
Een koude roux wordt gebruikt bij een warme vloeistof
Een warme roux wordt gebruikt bij een koude vloeistof.

Slide 103 - Slide

This item has no instructions

Verwerking met koude roux
Vloeistof opwarmen
De roux toevoegen en roeren met een klopper.
De vloeistof laten doorkoken (om de bindkracht te verhogen en de bloemsmaak te verminderen)
Zeven door een puntzeef

Slide 104 - Slide

This item has no instructions

Verwerking met warme roux
De roux bereiden
Een deel van de koude vloeistof toevoegen en roeren met een klopper tot de roux oplost in de vloeistof
De rest van de vloeistof toevoegen
Al roerend aan de kook brengen en laten doorkoken (om de bindkracht te verhogen en de bloemsmaak te verminderen)
Zeven door een puntzeef

Slide 105 - Slide

This item has no instructions

Aardappelzetmeel
Geeft een heldere binding
Wordt gebruikt voor het binden van bak- en braadsappen en fruitsausen.

Slide 106 - Slide

This item has no instructions

Maiszetmeel
Geeft een troebele binding
Wordt gebruikt om desserten op basis van melk te binden en sausen bij te binden.

Slide 107 - Slide

This item has no instructions

BELANGRIJK!
Wanneer je een vloeistof bindt met een bindmiddel op basis van zetmeel is het zeer belangrijk dat je goed roert wanneer je het bindmiddel toevoegt. Doe je dit niet krijg je klonters. Ook moet de vloeistof op een zacht vuur doorkoken, terwijl je roert, dit niet alleen om de bindkracht te verhogen maar eveneens om klonters te voorkomen.

Slide 108 - Slide

This item has no instructions

De soepen
In dit hoofdstuk leren we:
Soepen bereiden
Soepgarnituur snijden en bereiden
Een soepbereiding begint altijd met het samenstellen van een basis groentepakket of soepmirepoix.
De samenstelling van de basismirepoix hangt af van de kleur van de hoofdgroente (of smaakbepalende groente) van de soep.

Slide 109 - Slide

This item has no instructions

Men kan de soepen allereerst onderverdelen in twee groepen: gebonden en niet gebonden soepen. In deze onderverdeling kunnen we 5 groepen van soepen onderscheiden: 

Slide 110 - Slide

This item has no instructions

1) Pureesoepen

Slide 111 - Mind map

This item has no instructions

2) Burgersoepen

Slide 112 - Mind map

This item has no instructions

3) Room- en velouté soepen

Slide 113 - Mind map

This item has no instructions

4) Heldere soepen

Slide 114 - Mind map

This item has no instructions

5) Speciale soepen

Slide 115 - Mind map

This item has no instructions

5.1) Schaaldiersoepen

Slide 116 - Mind map

This item has no instructions

5.2) Internationale soepen

Slide 117 - Mind map

This item has no instructions

Aardappelen

Slide 118 - Slide

This item has no instructions

In dit hoofdstuk leren we: Basistechniek van het voorbereiden van aardappelen Basistechniek van het versnijden van aardappelen Basisbereidingen van aardappelen De aardappelen behoren tot de knolgewassen. Net zoals andere groenten hebben aardappelen ook een bepaalde voorbereiding nodig voordat we ze kunnen bereiden. Daarnaast hangt de soort aardappel die we gaan gebruiken, af van de bereidingswijze. 

Slide 119 - Slide

This item has no instructions

We onderscheiden 2 hoofdgroepen van aardappelen

Slide 120 - Poll

Vastkokende
blijven stevig bij het koken en vallen niet uit elkaar

Bloemig kokende (loskokende)
sommige soorten vallen bij het koken echt bijna volledig uit elkaar, deze kunnen enkel gebruikt worden om te pureren.
Vastkokende aardappelen zullen we gebruiken voor

Slide 121 - Open question

Natuuraardappelen, kasteelaardappelen
Gebakken aardappelen
Aardappelgratin

De bloemig kokende aardappelen zullen we gebruiken bij

Slide 122 - Open question

Aardappelpuree
Hertoginnenaardappelen
Frieten

Tekst
pommes paille
pommes chips
pommes gaufrettes
pommes Parisienne
stro aardappelen
chips aardappelen
pommes pailles
wafel aardappelen
Parijse aardappelen
pommes frites
stro-aardappelen
frietaardappelen
pommes châteaux
kasteelaardappelen

Slide 123 - Drag question

This item has no instructions

Voor welke aardappelbereiding heb je volgende producten nodig;
warme melk, roomboter, pezomus.
Hertoginne-aardapelen
Aardappelpuree
Bordures
Spinaziepuree
Wortelstoemp

Slide 124 - Poll

This item has no instructions

Voorbereiden van groenten

Slide 125 - Mind map

This item has no instructions

Sleep de vakterm die eventueel kan toegepast worden bij het voorbereiden van groenten, naar de juiste uitleg.

Slide 126 - Slide

This item has no instructions

RAFRAICHIR
BRAISER
BLANCHIR
ASSAISONNER
Spoelen onder koud stromend water
Afsmaken, kruiden met peper en zout.
Opzetten in koud en lichtgezouten water, water laten opkoken, dan groenten toevoegen.
Gaarstoven onder deksel

Slide 127 - Drag question

This item has no instructions


Wat vond je zelf van je eigen eindresultaat/kennis,  bij deze oefening? 
010

Slide 128 - Poll

This item has no instructions

Meer dan ooit hebben we in de restaurantkeuken te maken met allergenen en diëten.
Stel zelf een vegetarisch gerecht samen met een variatie van 7 groenten, pas 3 verschillende bereidingswijzen toe!

Slide 129 - Open question

This item has no instructions

Noteer je stappenplan.

Slide 130 - Open question

This item has no instructions

Maak een schets of foto van je bordschikking

Slide 131 - Open question

This item has no instructions

Slide 132 - Slide

This item has no instructions

Slide 133 - Slide

This item has no instructions

Slide 134 - Slide

This item has no instructions