Welke bewering(en) is/zijn juist?
1. de verteringsproducten die in het bloed worden opgenomen, zijn beter oplosbaar in water dan producten die in de lymfe worden opgenomen
2. een deel van de verteringsproducten wordt via diffusie en een deel via actief transport uit d.d. dekweefselcellen in het bloed opgenomen
3. het al dan niet verzadigd zijn van de vetzuren bepaalt of deze in de lymfe of in het bloed worden opgenomen.