Zugspitze, S6, les 4, week 41

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Willkommen, heute ist Donnerstag

der 5. Oktober 2023

Lernziel(e)

Weet je hoe je het werkwoord haben kunt vervoegen en invullen in een opdracht. 

Programma:

• Huiswerk nakijken
  
• Spreekopdracht
• nieuwe grammatica: het werkwoord haben
  
• Ga je zelfstandig aan het werk
  

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Huiswerk nakijken

Maak in je Boek van Schritt 3:

Aufgabe -> 2, 3, 5, 8

Leer de woorden van Schritt 2

Schritt 3, Aufgabe 2 Grammatik: Vraagwoorden

B

1. Wie heißt dein Bruder?

2. Wo wohnst du?

3. Wann kommst du nach Hause?

4. Wer ist das?

5. Warum weint das Kind?

6. Woher kommt er? Aus Köln?

7. Was ist deine Mutter von Beruf?

8. Welches Gerät (apparaat) ist kaputt?

Schritt 3, Aufgabe 3 Grammatik: Vraagwoorden

B

Ernst

1. Wie heißt du?

2. Was willst du essen?

3. Wo wohnst du?

4. Wann hast du Geburtstag (verjaardag)?

5. Wer ist auch 13 Jahre alt?

6. Wohin gehst du?

Schritt 3, Aufgabe 5 Grammatik: Vraagwoorden

Wetter

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Het Duitse alfabet

An die Arbeit!

Maak van Schritt 4:   

Aufgabe 1, 3, 4, 5, 7,

Maak in je boek van Schritt 6 

Aufgabe  2, 3

Hausaufgaben

Maak van Schritt 4:

Aufgabe 1, 3, 4, 5, 7,

Maak in je boek van Schritt 6 

Aufgabe 2, 3

Leer het werkwoord haben

Kijk nu terug naar de lesdoelen:

Weet je hoe je het werkwoord haben kunt vervoegen en invullen in een opdracht. 

Nu gaan we oefenen!

Maken:

3.3 t/m 3.6,  4.3, 5.2,  6.4, 8.2 , 19.4

Klaar?  Oefen dan de woorden met WRTS

 

Nu gaan we zelfstandig werken!

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein

                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  

     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4