6V Beco Res. 6.1

5.1.2
Welke berekening is onjuist?
A
1,6q = 0,75q + 170.000
B
170.000 / 1,60
C
170.000 / 0,85
D
170.000 / ( 1,60 - 0,75 )
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.1.2
Welke berekening is onjuist?
A
1,6q = 0,75q + 170.000
B
170.000 / 1,60
C
170.000 / 0,85
D
170.000 / ( 1,60 - 0,75 )

Slide 1 - Quiz

5.2.3
Welke berekening is onjuist?
A
11,20 x 2.500 - 14.500
B
( 27,50 - 16,20 ) x 2.500 - 14.500
C
27,50 x 2.500 - 16,20 x 2.500 - 14.500
D
11,30 x 2.500 - 14.500

Slide 2 - Quiz

5.5
A
2.000.000 / 0,20
B
2.000.000 / 0,80

Slide 3 - Quiz

5.6.1
Kosten 2017?
A
1.090.000 + 98.000
B
1.090.000 - 98.000

Slide 4 - Quiz

5.6.2
CK?
A
1.090.000 - 0,80 x 1.090.000 - 98.000
B
992.000 - 0,80 x 992.000 - 98.000

Slide 5 - Quiz

Oefenen met Cases
Case 5.1
25 minuten

Case 5.2
20 minuten

Slide 6 - Slide

Variabele kostencalculatie:

- Kostprijs en Verkoopprijs gebaseerd op variabele kosten

- Met de dekkingsbijdrage worden constante kosten terugverdiend en wordt daar bovenop winst gemaakt

Slide 7 - Slide

Integrale kostprijsberekening:

- Zowel de variabele kosten als de constante kosten worden betrokken bij het berekenen van de kostprijs en verkoopprijs

Maken opgave 6.1

Slide 8 - Slide

Verkoopprijs januari = ( 2000/2000 + 1,65 ) x 1,60 = € 4,24
Verkoopprijs februari = ( 2000/1000 + 1,65 ) x 1,60 = € 5,84

Klanten geïrriteerd dat prijs zo enorm verandert
Weinig afzet -> hogere prijs -> klanten lopen weg
Moeilijk beleid maken
 

Slide 9 - Slide

Integrale kostprijsberekening
De Constante kosten worden gekoppeld aan de Normale productieomvang
Normale productieomvang: gemiddelde productieomvang die in de komende jaren wordt verwacht

Standaardkostprijs = C/N + V/B
Maken opgave 6.2

Slide 10 - Slide

6.2
C / N + V / B = 
2.000 / 1.600 + 1,65 = 
1,25 + 1,65 = 2,90

2,90 x 1,60 = 4,64

Slide 11 - Slide

C/N dient ter dekking Constante kosten

Begrote productie < Normale productie = onderbezetting
CK niet volledig gedekt -> onderbezettingsverlies

Begrote productie > Normale productie = overbezetting
CK meer dan gedekt -> Overbezettingswinst

Slide 12 - Slide

Bezettingsresultaat
Begrote Bezettingsresultaat = ( B - N ) x C/N


Bereken het begrote bezettingsresultaat bij opgave 6.1 voor februari, gebaseerd op kostprijs bij 6.2

Slide 13 - Slide

Bezettingsresultaat februari
A
( 1.600 - 1.000 ) x 1,25
B
( 1.000 - 1.600 ) x 1,25
C
( 1.600 - 1.000 ) x 2,90
D
( 1.000 - 1.600 ) x 2,90

Slide 14 - Quiz

Bezettingsresultaat = ( 1.000 - 1.600 ) x 2000/1600 = - 750

( Let op, de bakker maakt nog altijd winst:
1.000 x 4,64 - 1.000 x 1,65 - 2.000 = € 990,- 
Bezettingsresultaat verklaart het lagere resultaat )

Slide 15 - Slide

Hw. 
Opgaven 6.4 en 6.5

Slide 16 - Slide