This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Welkom!
Didactisch Handelen 2: ontwerpen van onderwijs
Bijeenkomst 4: Develop
26 juni 2025
Slide 1 - Slide
Leerdoelen bijeenkomst 4
Je ontwikkelt een passende toets (ontwikkelingsgericht, voorwaardelijk ontwikkelingsgericht of examen) die voldoet aan de kwaliteitseisen (validiteit, betrouwbaarheid en transparantie).
Je beschrijft de samenhang van de lessenserie met concrete leeruitkomsten, onderwijsactiviteiten en toetsing (constructive alignment).
Je legt de relatie uit tussen de kenmerken van jouw doelgroep, de begeleidingsbehoefte en hoe je hierop aansluit met jouw onderwijsactiviteiten.
Je benoemt hoe je de constructieve bijdrage van collega’s en/of deskundigen hebt afgestemd voor het (her) ontwerp van je toets.
Je beschrijft hoe je feedback als middel inzet bij het leerproces van je studenten (formatief evalueren).
Slide 2 - Slide
Programma
Leerdoelen & programma
Theoretische onderbouwing in beroepsproduct
Toetsvormen en examinering
Peerfeedbackronde
Werksessie
Afronding
Slide 3 - Slide
'Bijeenkomst 5': Consultatie moment
15 minuten p.p.
Bedenk of en wanneer jij daar behoefte aan hebt.
Einde van de bijeenkomst plannen we dit.
Slide 4 - Slide
Welke feedback heb je ontvangen van de expert?
Slide 5 - Slide
Theoretische onderbouwing en toetsing
Slide 6 - Slide
Theoretische onderbouwing
Belangrijk:
Houd de opbouw/structuur van het ADDIE-model aan.
Maak gebruik van actuele, relevante en specifieke bronnen.
Focus op de koppeling tussen theorie en jouw praktijk > je hoeft geen algemene samenvatting te geven van de literatuur.
Verwijs naar je bronnen in APA-stijl (in de lopende tekst en in je literatuurlijst)
Slide 7 - Slide
Leg voor 1 onderwijsactiviteit uit je Kallenberg uit, waarom deze aansluit bij je doelgroep en onderbouw dit met één theoretische bron.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat voor manier van toetsen gebruik jij in je beroepsproduct (formatief, voorwaardelijk of summatief), op welk niveau van Miller en welke vorm?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Je kijkt een kennistoets na. De eerste 5 zijn zeer slecht gemaakt. Je twijfelt of je de toets niet te moeilijk hebt gemaakt. Van welk effect is sprake?
A
het Halo-effect
B
Het contaminatie-effect
C
het volgorde effect
D
persoonlijke beoordelingstendenties
Slide 19 - Quiz
Je beoordeelt een student op stage schoonheidsverzorging. De student ziet er tip-top verzorgd uit, representatief voor het vak. De student gedraagt zich zeer klantvriendelijk. De student neemt niet alle vereiste hygiene-maatregelen. Je geeft de student een voldoende. Welk effect is van toepassing?
A
het Halo effect
B
Het hangt van meer factoren af dan effect
C
Eerste indruk-effect
D
combinatie van Halo en Eerste indruk-effect
Slide 20 - Quiz
Formatief evalueren
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Waar kun je de cyclus van Formatief handelen zichtbaar maken in je cursusontwerp?
A
In je lesvoorbereidings-formulier (LVF)
B
In je Carpe diem Storyboard
C
In het B-deel, onder Implement & Evaluate
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Werksessie
Slide 27 - Slide
Leerdoelen bijeenkomst 4
Je ontwikkelt een passende toets (ontwikkelingsgericht, voorwaardelijk ontwikkelingsgericht of examen) die voldoet aan de kwaliteitseisen (validiteit, betrouwbaarheid en transparantie).
Je beschrijft de samenhang van de lessenserie met concrete leeruitkomsten, onderwijsactiviteiten en toetsing (constructive alignment).
Je legt de relatie uit tussen de kenmerken van jouw doelgroep, de begeleidingsbehoefte en hoe je hierop aansluit met jouw onderwijsactiviteiten.
Je benoemt hoe je de constructieve bijdrage van collega’s en/of deskundigen hebt afgestemd voor het (her) ontwerp van je toets.
Je beschrijft hoe je feedback als middel inzet bij het leerproces van je studenten (formatief evalueren).
Slide 28 - Slide
Two stars and a wish *Wat ik waardevol aan vandaag vond is....
Slide 29 - Open question
Two stars and a wish: **Wat ik wil dat je als trainer behoudt is...
Slide 30 - Open question
Two stars and a wish: Wat ik als tip wil meegeven is....