Algemeen

1 / 29
next
Slide 1: Video
voeding en gezondheidMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Wat is blancheren?
A
koken
B
lang koken
C
kort koken in water van 90°c
D
kort koken in water van 100°c

Slide 4 - Quiz

Wat is koken?
A
verhitten in water van 100°c
B
verhitten in water
C
verhitten in water van 95°c
D
verhitten in water van 90°c

Slide 5 - Quiz

èn brunoise houdt in:
A
het brood bruin grillen
B
kleine, gelijke blokjes snijden
C
smalle ringen snijden
D
bruine stukjes verwijderen

Slide 6 - Quiz

Wat zijn E-nummers?
A
nummers van de 6 voedingsstoffen
B
nummers waar je veel Energie van krijgt
C
nummers voor hulpstoffen die door de EU veilig zijn bevonden

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het als er E-nummers op een etiket staan?
A
Dat er kleurstoffen en smaakstoffen zijn toegevoegd
B
Dat het een light product ofwel vetarm is
C
Dat het product een effect heeft op de gezondheid
D
Dat er rekening is gehouden met natuur en milieu

Slide 8 - Quiz

Wat moet er altijd op een deksel of folie zitten?
A
een sticker
B
een etiket
C
een etiket met de datum en de naam van het product
D
een sticker en een etiket

Slide 9 - Quiz

Frituren doe je bij een temperatuur van?
A
150°c
B
160°c
C
170°c
D
180°c

Slide 10 - Quiz

Wat is bakken?
A
met weinig vetstof korte tijd tijd verhitten tussen de 140°c-160°c
B
met weinig vetstof korte tijd tijd verhitten
C
met weinig vetstof korte tijd tijd verhitten tussen de 120°c-140°c
D
met veel vetstof korte tijd tijd verhitten

Slide 11 - Quiz

Wat betekend halffabricaat?
A
Dat het product door de helft is gesneden
B
Dat het product niet goed meer is
C
Dat het product gebruikt wordt om iets anders mee te maken
D
Dat het product lang houdbaar is

Slide 12 - Quiz

waar zie je de snijtechniek
'brunoise'?
A
B
C

Slide 13 - Quiz

Wat is desinfectie?
A
het doden van virussen, bacteriën en schimmels
B
schoonmaken
C
handen wassen

Slide 14 - Quiz

Haccp gaat over:
timer
1:00
A
hygiëne
B
smaak
C
temperatuur
D
versheid

Slide 15 - Quiz

Moet een fabrikant op zijn producten de allergenen vermelden ?
A
Ja, altijd
B
Nee
C
Soms

Slide 16 - Quiz

Kruisbesmetting voorkomen is heel belangrijk als je kwaliteit wilt leveren.

Wat is kruisbesmetting?
A
een bacterie
B
een bacterie met de vorm van een kruis
C
bij kruisbesmetting komen er ziekmakende bacteriën van het ene product op het andere.
D
ziekmakende bacterie

Slide 17 - Quiz

8. Als je op dezelfde snijplank eerst vlees snijdt en daarna sla, is er grote kans op:
A
Kruisbesmetting
B
Salmonella
C
Legionella
D
Bacteriën op het vlees

Slide 18 - Quiz

Haccp gaat over:
A
hygiëne
B
smaak
C
temperatuur
D
versheid

Slide 19 - Quiz

wat betekenen de letters haccp
A
Harige appies critieke controle punten
B
Hazard analyses and critical control points
C
Hazard analyses critical control points
D
Hartige Arie cup cake programma

Slide 20 - Quiz

Wat is het voordeel als mensen insecten eten in plaats van rundvlees.
Noem 2 redenen.

A
Minder mest Minder landbouwgrond nodig
B
Geen voordelen
C
Meer mest en landbouwgrond nodig
D
Meer insecten dus meer overlast

Slide 21 - Quiz

Als je geen vlees eet, mis je bepaalde voedingstoffen uit vlees. Welke voedingstoffen mis je dan?
A
koolhydraten, eiwitten en ijzer
B
eiwitten,ijzer en witte bloedcellen
C
eiwitten, ijzer en natrium
D
rode bloedcellen,ijzer en natrium

Slide 22 - Quiz

steriliseren van voedsel is
A
producten lang koken tot ze helemaal gaar zijn
B
producten lang verhitten tot boven de 100c. dit doodt alle micro-organismen. daarom zijn gesteriliseerde producten kort houdbaar.
C
producten (kort) verhitten tot boven de 100°C. Dit doodt alle micro-organismen. Daarom zijn gesteriliseerde producten lang houdbaar en kan je het buiten de koelkast in gesloten verpakking bewaren.

Slide 23 - Quiz

wat is pasteuriseren?
A
Pasteuriseren is een proces waarbij voedsel een korte tijd verhit wordt om schadelijke bacteriën te doden.
B
Pasteuriseren is een proces waarbij voedsel een lange tijd verhit wordt om schadelijke bacteriën te doden
C
Pasteuriseren is een proces waarbij voedsel eerst lang en daarna kort wordt verhit om bacteriën te doden

Slide 24 - Quiz

wat is een emulgator?
A
Een emulgator is een natuurlijke of chemisch bereide stof die het mogelijk maakt om vet en water te vermengen tot één geheel. Een voorbeeld van een emulgator is eidooier in mayonaise
B
Een emulgator is een stofje dat producten lekkerder maakt
C
Een emulgator is een dier dat alleen planten eet

Slide 25 - Quiz

Wat doet de nvwa?
A
Contoleren of alles netjes geverfd is binnen een bedrijf
B
Controleren of alles volgens de regels gaat binnen een bedrijf
C
Controleren of het personeel van een bedrijf niet zwart werkt

Slide 26 - Quiz

wat meten we met een refractometer?
A
De ph waarde van een product
B
De dichtheid van een product
C
Het suikergehalte van een product
D
Het suikertekort van een product

Slide 27 - Quiz

een voedingsmiddel moet onder normale omstandigheden bij 80c pasteuriseren
waar
niet waar

Slide 28 - Poll

gist vermenigvuldigd zich het best bij 28c in een vochtige omgeving
waar
nietwaar

Slide 29 - Poll