Rekenen: meten van gewicht

Gewicht
1 / 13
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Gewicht

Slide 1 - Slide

Lengte = km- hm -dam- m- dm- cm- mm

Inhoud=  kl-    hl   - dal-     l -   dl   - cl -   ml

Gewicht= kg- hg  -dag-    g-   dg  -cg-   mg  

Slide 2 - Slide

GRAM
1000 g = 1 kg
afkorting = g
doosje aardbeien
kruiden en specerijen
vleeswaren
keukenweegschaal
groente
gewichtjes 

Slide 3 - Slide

KILOGRAM
1000 g = 1 kg
afkorting = kg
zak appels
personen
vlees
personenweegschaal
gewichtheffen

Slide 4 - Slide

We gaan nu oefenen
- wegen van producten
- gram (g) of kilogram (kg)

Slide 5 - Slide

Hoeveel gram is een kilogram?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 6 - Quiz

Hoeveel kilogram is 1000 gram?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 7 - Quiz

Hoeveel weegt dit ongeveer?
A
1 kg
B
1 g
C
250 g
D
250 kg

Slide 8 - Quiz

Wat is zwaarder?
A
zak appels
B
pak melk

Slide 9 - Quiz

Wat weegt 1 kg?
A
1,5 liter cola
B
pak suiker
C
koffiepads
D
zak chips

Slide 10 - Quiz

Hoeveel weegt ongeveer
een kind van 8 jaar?
A
10 kg
B
30 kg
C
60 kg
D
80 kg

Slide 11 - Quiz

Hoeveel zou deze auto wegen?
A
1200 kg
B
120 g
C
12000 kg
D
1200 g

Slide 12 - Quiz

Zet de voorwerpen op volgorde
van licht naar zwaar.
A
Tablet, reep, puntenslijper
B
Puntenslijper, tablet, reep
C
Puntenslijper, reep, tablet
D
Reep, puntenslijper, tablet

Slide 13 - Quiz