4.2 Spanningsbronnen

Welkom

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

Programma
  • Herhaling 5.1 (5 min)
  • Uitleg 5.2 (10 min)
  • Proef 1 + 2 uitvoeren 
  • Theorie 5.2 blz. 131 - 133 in Handboek lezen
  • Opdrachten 5.2 maken 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Geef 2 voorbeelden van geleiders.

Slide 4 - Open question

Geef 2 voorbeelden van isolatoren.

Slide 5 - Open question

Welke onderdelen heb je nodig om een lampje te laten branden?

Slide 6 - Open question

Reken om: 285 mA = .... A
A
2850
B
28,5
C
0,285
D
285000

Slide 7 - Quiz

Wat gaan we vandaag leren?
  1. Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.
  2.  Je kunt uitleggen wat spanning is.
  3. Je kunt beschrijven hoe je spanning meet.
  4. Je kunt uitleggen wat stroomsterkte is.
  5. Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
  6. Je kunt van enkele veelvoorkomende spanningsbronnen aangeven of deze veilig of onveilig zijn.
  7.  Je kunt beschrijven wat je nodig hebt om apparaten die op een lagere spanning werken op een stopcontact te kunnen aansluiten.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

5.2 Spanningsbronnen
Wat zijn spanningsbronnen?
  1. Batterij
  2. Accu
  3. Stopcontact
  4. Dynamo
Elke spanningsbron heeft zijn eigen spanning.
Spanning meet je in Volt, met een Voltmeter of spanningsmeter

Slide 10 - Slide

Verschillende spanningsbronnen

stopcontact

230 V

accu (auto)
24 V
1,5 V
3,0 V
0 tot 6 V
12 V

Slide 11 - Slide

Recyclen batterijen
  • Batterijen bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Daarom horen baterijen bij kca (klein chemisch afval)

  • Herbruikbare batterijen zijn minder slecht voor het milieu. Waarom?

Slide 12 - Slide

Recyclen batterijen
  • Batterijen bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Daarom horen baterijen bij kca (klein chemisch afval)

  • Herbruikbare batterijen zijn minder slecht voor het milieu. Waarom? Ze gaan veel langer mee, je kunt ze steeds opnieuw opladen.

  • Je hebt een transformator nodig om veel apparaten (die op een lagere spanning werken) op het stopcontact te kunnen aansluiten. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Stroom vervoert energie

Hoeveelheid energie hangt af

  •  van de stroomsterkte 
  •  van de spanning
Spanning                                                                  Stroom

pompt stroom                                                        vervoert energie

geeft energie


Slide 16 - Slide

Spanning en stroom

Stroom (A)

aantal tankauto's per uur


Spanning (V)   

hoeveel benzine zit er 

in de tankauto                    


Slide 17 - Slide

Batterijen in serie (pluspool van ene batterij tegen minpool van andere batterij leggen): spanning bij elkaar optellen

Slide 18 - Slide

In welke eenheid wordt de spanning gemeten?

Slide 19 - Open question

Hoe moet je batterijen schakelen zodat je de spanningen bij elkaar kunt optellen?

Slide 20 - Open question

Geef 2 voorbeelden van spanningsbronnen.

Slide 21 - Open question

Wat ga je nu doen?
  • Lezen theorie 5.1 blz. 126 - 128
  • Opdrachten 5.1 maken (20 min)
  • Mavo: Maak opgave 1 t/m 8
  • Havo: Maak opgave 1 t/m 8 + 10 + 11

Volgende week ma 8 mrt of di 9 mrt: Toets H3 (zie Magister)

Slide 22 - Slide

Wat ga je nu doen?
  • Proef 1 uitvoeren (7 groepen van 2)
  • Proef 2 uitvoeren (7 groepen van 2)
  • Theorie 5.2 blz. 131 + 132 in Handboek lezen
  • Opdrachten 5.2 maken (15 min)

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Volgende les: Leren H3 (Oefentoets)
Volgende week ma 8 mrt of di 9 mrt: Toets H3

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link