Engels op weg naar A1 thema 7 opdracht 11 uitspraak

Engels thema 7
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Engels thema 7

Slide 1 - Slide

Vandaag
Nakijken opdracht 7 en 8 vorige week
Uitspraak opdracht 10: de i in Engelse woorden
Woordblok opdracht 11: luisteren en oefenen

Slide 2 - Slide

Nakijken
blz 232 en 233

Opdracht 7 en 8

Slide 3 - Slide

Opdracht 7
2. Is dit onze kar?     
 Is this our cart?

3. Heb jij de schoonmaakdoeken?
Do you have the cleaning cloths?


Slide 4 - Slide

4. Hebben zij de dweilen?
Do they have te mops?

5. werken zij deze vrijdag?
Do they work this friday?

6. Weet u waar de schoonmakers zijn?
Do you know where the cleaners are?

Slide 5 - Slide

7. Kan ik de materiaalwagen duwen?
Can I push the cleaning cart?

8. Kan ik u helpen?
Can I help you?

Slide 6 - Slide

Opdracht 8
Wat woord hoort bij de omschrijving?

Wat komt er te staan in de gekleurde vakjes?

Slide 7 - Slide

Opdracht 10
Uitspraak: De i in Engelse woorden

First / dirt: klinkt als een................

Wipe: klinkt als ...................

If: klinkt als een i, zoals in kip.


Slide 8 - Slide

Opdracht 11
Nieuwe woorden die met schoonmaken te maken hebben

We luisteren 2x naar het woordblok:

nazeggen mag voor jezelf.


Slide 9 - Slide

Wat weet je al?
Doe je boek dicht.

Weet jij al welk Engels woord erbij hoort?
Meerkeuzevragen

Slide 10 - Slide

Schoonmaken
A
clean
B
cleaners
C
cleaning cloths
D
cleaning cart

Slide 11 - Quiz

Eerst
A
furst
B
farst
C
first
D
forst

Slide 12 - Quiz

lokaal
A
room
B
classroom
C
floor
D
corridor

Slide 13 - Quiz

vloer
A
flaar
B
fleer
C
fluur
D
floor

Slide 14 - Quiz

Gang
A
hallway
B
room
C
corridor
D
flat

Slide 15 - Quiz

Schoonmaakmiddel
A
broom
B
clean
C
cleaning
D
cleaner

Slide 16 - Quiz

bezem
A
bike
B
cleaner
C
broom
D
bucket

Slide 17 - Quiz

wegvegen
A
wipe weg
B
wipe away
C
wipe here
D
wipe there

Slide 18 - Quiz

vuil
A
dirt
B
corridor
C
cleaning
D
first

Slide 19 - Quiz

vuile plekken
A
there are
B
if
C
dirty spots
D
clean spots

Slide 20 - Quiz

emmer
A
bucket
B
bocket
C
backet
D
bicket

Slide 21 - Quiz

emmer water
A
bucket of dirt
B
bucket of fris
C
bucket of cola
D
bucket of water

Slide 22 - Quiz

droog
A
nat
B
if
C
dry
D
wet

Slide 23 - Quiz

handdoek
A
cloth
B
broom
C
henddoek
D
towel

Slide 24 - Quiz

vloerbedekking
A
laminaat
B
wooden floor
C
carpet
D
concrete floor

Slide 25 - Quiz

stofzuiger
A
vacuum cleaner
B
vacuur zuiger
C
stof cleaner
D
dirt cleaner

Slide 26 - Quiz

sneller
A
slower
B
better
C
faster
D
worker

Slide 27 - Quiz

pauze
A
break
B
dirt
C
so that
D
bucket

Slide 28 - Quiz

Wist je dat............
Je zelf ook naar de woordblokken kunt luisteren?

1. ga naar www.studiemeter.nl
2. klik op: engels vooraf online
3. klik op het thema waar je bent
4. klik hoofdstuk 1; klik op woordblokken
5. klik op de opdracht waar je bent

Slide 29 - Slide

Volgende week
M.O. Engels

Je krijgt 7 Nederlandse woorden.
Spreek ze in het Engels goed uit.

Je krijgt er een punt voor.

Slide 30 - Slide