chap 3 alles en oefentoets

Bonjour!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour!

Slide 1 - Slide

havo/vwo-1 chapitre 3
In deze les komen de verschillende grammatica-onderdelen terug. 
We gaan deze allemaal herhalen en je kunt mij vragen stellen.

Als we klaar zijn, gaan we online de oefentoets maken over dit hoofdstuk.

Deze staat na slim stampen online.

Slide 2 - Slide

Je revise: het werkwoord 'avoir'
Net zoals het werkwoord être (chapitre 1), is 'avoir' (hebben) een onregelmatig werkwoord. Het volgende rijtje moet je dus goed kennen!

j'ai                   --> ik heb
tu as               --> jij hebt
il/elle/on a       --> hij/zij/men heeft

nous avons      --> wij hebben
vous avez       --> u hebt/jullie hebben
ils/elles ont    --> zij hebben (meervoud)

Slide 3 - Slide

Je revise: een goede tip?
Wanneer je in de zin niet een persoonlijk voornaamwoord ziet staan, is het soms lastig om te weten welke vorm je invult..
Daarom: een tip!

Bij 1 naam: de il/elle/on-vorm
Bij le/la/l': de il/elle/on-vorm

Bij 2 namen: de ils/elles-vorm
Bij les/des: de ils/elles-vorm

Slide 4 - Slide

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'

Nous ________ une grande famille

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'

Mes grands-parents ________ une piscine.

Slide 6 - Open question

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'

J'_____________ une télé dans ma chambre.

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'

Vous ________ une grande maison?

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'

Tu ________ ta propre chambre?

Slide 9 - Open question

Je révise: les nombres (t/m 69)
de tientallen
vingt: 20

trente: 30

quarante: 40

cinquante: 50

soixante: 60

Slide 10 - Slide

Je révise: les nombres (t/m 69)
één rijtje (van 20 naar 30
vingt:            20                                vingt-six:   26
vingt et un:    21                                ving-sept:   27
vingt-deux:    22                                vingt-huit:  28
vingt-trois:    23                                vingt-neuf: 29
vingt-quatre: 24                                trente:      30
vingt-cinq:    25

Het onderstreepte zinsdeel kan veranderen (andere tientallen).
Alles wat niet onderstreept is, blijft hetzelfde!

Slide 11 - Slide

Schrijf de volgende getallen op als cijfers.

trente et un

Slide 12 - Open question

Schrijf de volgende getallen op als cijfers.

cinquante-trois

Slide 13 - Open question

Schrijf de volgende getallen op als cijfers.

vingt-neuf

Slide 14 - Open question

Schrijf de volgende getallen op als cijfers.

soixante-cinq

Slide 15 - Open question

Schrijf de volgende getallen op als cijfers.

quarante

Slide 16 - Open question

Je révise: het bezittelijk voornaamwoord
In dit grammatica-onderdeel gaat het om het bezittelijk voornaamwoord.
Bijvoorbeeld:
- mijn mobiele telefoon
- jouw boek
- zijn tas.

In het Frans bestaat daarvoor het volgende schema, die je goed moet kennen!

Slide 17 - Slide

Je révise: het bezittelijk voornaamwoord
Het schema

Slide 18 - Slide

Je révise: het bezittelijk voornaamwoord
Belangrijke opmerking!
Om te weten welk bezittelijk voornaamwoord je in moet vullen: kijk je dus naar het zelfstandig naamwoord erachter.
- Is deze mannelijk? Dan vul je de mannelijke vorm (1e kolom) in.
- Is deze vrouwelijk? Dan vul je de vrouwelijke vorm (2e kolom) in.
- Is deze meervoud? Dan vul de meervoudsvorm (3e kolom) in.
- Woorden die beginnen met a/e/i/o/u/h? --> mannelijke vorm

Slide 19 - Slide

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes in.
Mathieu est (mijn) ____ copain.

Slide 20 - Open question

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes in.
(Zijn) _____ appartement est à Bruxelles.

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes in.
(Zijn) _______ cousine s'appelle Alice.

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes in.
(Hun) _____ chien s'appelle Charlie.

Slide 23 - Open question

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes in.
Charlie est toujours sur (onze) _________ lits!

Slide 24 - Open question

Zijn er nog vragen?
Dit is de laatste kans om ze te stellen!

Slide 25 - Slide

Oefentoets chap 3
Nu gaan we de online oefentoets maken van chapitre 3.
Deze staat online in het rijtje
Menu Start Lesmateriaal: 1 havo vwo
Boek en uitleg
     Opdrachten   Slim stampen   Oefentoetsen

Heel veel succes.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide