Grieks klas 1D: herhaling les 3A-3C juni 2021

klas 1D herhaling stof les 3A-3C
juni 2021
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

klas 1D herhaling stof les 3A-3C
juni 2021

Slide 1 - Slide

1. Ὁ Ἡρακλης οὐ φευγει την μαχην, ἀλλα διωκει το θηριον. Wat voor twee zinnen zijn dit?
A
2 bijzinnen verbinden door maar
B
een hoofdzin, gevolgd door een bijzin met maar
C
2 hoofdzinnen, verbonden door maar
D
een hoofdzin, gevolgd door een bijzin ingeleid door maar

Slide 2 - Quiz

vraag: kijk naar zin 3 en 4
1. Ὁ Ἡρακλης οὐ φευγει την μαχην, ἀλλα διωκει το θηριον.
2. 
3. Ὁ δε λεων φευγει εἰς το σπηλαιον.
4. Και ὁ Ἡρακλης εἰς το σπηλαιον βαινει.
5. Ἐνταυθα ἡ μαχη ἀρχει.

Slide 3 - Slide

Νυν δ’ ὁ λεων φοβον ἐχει. Wat is waar?

A
de persoonsvorm is ἑχει en ὁ λεων is lijdend voorwerp
B
de persoonsvorm is ἑχει en ὁ λεων is onderwerp
C
ὁ λεων is lijdend voorwerp en νυν is een voorzetsel
D
φοβον is onderwerp van de zin

Slide 4 - Quiz

Ὁ δε λεων φευγει εἰς το σπηλαιον.
Is το σπηλαιον lijdend voorw/ object of niet? Leg uit.

Slide 5 - Open question

Maak een zinnetje in het Nederlands waarin "de grot" wel lijdend voorwerp is

Slide 6 - Open question

bijwoord
voegwoord
voorzetsel
werkwoord
εἰς
φευγεο
νυν
και

Slide 7 - Drag question

Dit zijn de zinnen die je moet vertalen
6. Ὁ ἡρως και ὁ λεων παλαιουσιν.

8. Νυν δ’ἡ δορα οὐ σῳζει το θηριον.
9. Ὁ Ἡρακλης το θηριον φερει προς Μυκηνας.



Slide 8 - Slide

8. Νυν δ’ἡ δορα οὐ σῳζει το θηριον.
volgens welk rijtje gaat ἡ δωρα
A
ἡ θαλαττα
B
ἡ χωρα
C
ὁ δεσποτης
D
ἡ μαχη

Slide 9 - Quiz

11. Ὁ Ἡρακλης το θηριον φερει προς τον δεσποτην. welke naamval is τον δεσποτην en waarom?
A
acc. en lijd.vw.
B
nom. en onderwerp
C
acc. na voorzetsel προς
D
nom. en naamwoordelijk deel

Slide 10 - Quiz

7. Τελος ὁ Ἡρακλης το θηριον λαμβανει και πνιγει. Welke functie heeft το θηριον in de zin?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
naamwoordelijk deel
D
lijdend voorwerp

Slide 11 - Quiz

voor de laatse week

12.Ἀλλ" ὁ ἡρως τε και ὁ λεων φοβουσι τον δεσποτην.
13.Ὁ Ἡρακλης οὐκ εἰς τας Μυκηνας εἰσβαινει.
14. ὁ Εὐρυσθευς γαρ φοβον ἐχει και ἀπαγορευει τουτο.
15. Το λοιπον ὁ Ἡρακλης τους ἀθλους ἐξω ἀποφαινει. 


Slide 12 - Slide

10. Τί ὁ Ηρακλης τουτο ποιει; wat voor zin is dit?
A
een vraagzin met Herakles als onderwerp
B
Een vraagzin met Herakles als lijdend voorwerp
C
een gewone zin met Τι als lijdend voorwerp
D
een vraagzin met τουτο als onderwerp?

Slide 13 - Quiz

12.Ἀλλ" ὁ ἡρως τε και ὁ λεων φοβουσι τον δεσποτην. Welke functie in de zin heeft: ὁ ἡρως τε και ὁ λεων

Slide 14 - Open question

13.Ὁ Ἡρακλης οὐκ εἰς τας Μυκηνας εἰσβαινει.
Zit er in deze zin een lijdend voorwerp?
A
ja, Ὁ Ἡρακλης
B
ja, τας Μυκηνας
C
nee
D
ja, εἰς τας Μυκηνας

Slide 15 - Quiz

14. ὁ Εὐρυσθευς γαρ φοβον ἐχει και ἀπαγορευει τουτο.
Hoeveel werkwoorden heeft deze zin?

Slide 16 - Open question

Hoe weet Herakles de huid van de gewurgde leeuw los te maken?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Voert Herakles deze opdracht uit voor of na het doden van de leeuw van Nemea? Leg je antwoord uit

Slide 19 - Open question

volgende week: 1- 5 juni
Les 3C uit vertalen + proeftoets maken

Slide 20 - Slide

14. ὁ Εὐρυσθευς γαρ φοβον ἐχει και ἀπαγορευει τουτο. Welke uitspraak is juist?
A
τουτο is LV bij ἀπαγορευει
B
φοβον is object/LV bij ἀπαγορευει
C
ἀπαγορευει is het enige werkwoord
D
και verbindt ἀπαγορευει en φοβον i

Slide 21 - Quiz