par 4 deel 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Paragraaf 4 

Welvaart voor iedereen 

Planning 

• PowerPoint kort bespreken
  
• Uitleg paragraaf 4 
  
• 5 minuutjes pauze 
  
• Opdracht paragraaf 4 
  
• quizje
  

PowerPoint opdracht 

•  Arbeitseinsatz
• Wederopbouw + marschallhulp 
• geleide loonpolitiek + harmoniemodel 

Veranderingen in werk

• Na WO2: bevolkingsgroei 
  
• Minder werk in landbouw door mechanisering en schaalvergroting 
• Meer werk in industrie/fabriek --> export producten 
• Door geleide loonpolitiek producten goedkoop 
• jaren '50 succes: groei economie 
• jaren '60: te weinig arbeiders dus gastarbeiders 
• einde lage lonen ontstaan consumptiemaatschappij 

Zelfstandig aan het werk 

maak de volgende opdrachten op pagina 38: 7, 9, 10 

Wanneer werd Nederland bezet door Duitsland?

1. 1938
2. 1939
3. 1940
4. 1941

In de jaren 1940 en 1941 ging het goed met de economie in Nederland

1. Juist
2. Onjuist

De Arbeitseinsatz is de verplichting voor Nederlands om tijdens de bezetting in Duitsland te werken

1. Juist
2. Onjuist

Naam voor de naoorlogse periode waarin de oorlogsschade hersteld werd

1. Gastarbeider
2. harmoniemodel
3. wederopbouw

De geleide loonpolitiek houdt in dat..

1. de lonen gelijk worden gehouden
2. de lonen geleidelijk stijgen

De geleide loonpolitiek was een manier om de wederopbouw te ondersteunen

1. Juist
2. Onjuist

Mensen gingen na de Tweede Wereldoorlog allemaal in de landbouw werken

1. Juist
2. Onjuist

Er vond mechanisering en schoolvergroting plaats in de landbouw

1. Juist
2. Onjuist

In welke periode nam de hoeveelheid werk zo sterk toe dat NL gastarbeiders nodig had?

1. jaren '40
2. jaren '50
3. jaren '60
4. jaren '70

Welk begrip past goed bij de afbeelding?

1. Gastarbeider
2. harmoniemodel
3. wederopbouw
4. consumptiemaatschappij

Welk begrip past goed bij de afbeelding?

1. Gastarbeider
2. harmoniemodel
3. wederopbouw
4. consumptiemaatschappij

Welk begrip past goed bij de afbeelding?

1. Gastarbeider
2. harmoniemodel
3. wederopbouw
4. consumptiemaatschappij