H4 online Verkleinwoorden

• Mentorles
• Basisschool
• Groep 5

Nederlands 1-3

Wat gaan we doen vandaag?

1. Opstarten + controle aanwezigheid
2. Dilemma
3. Theorie verkleinwoorden
4. Zelfstandig werken

Dilemma

Je krijgt straks een dilemma te zien. Je moet een keuze maken. 

Wat ga je doen?

1. Maak je keuze
2. Vertel waarom je die keuze maakt. Bedenk minstens twee argumenten.

1. je hebt 1 reserveleven
2. je kan in de huid kruipen van iemand anders

Doel: 

Ik kan verkleinwoorden met -je, -tje, -pje en -etje schrijven.

tasje lampje lammetje stoeltje

-je

lampje 

hoedje 

voetje

 

-pje

bloempje

stormpje

armpje

-tje

tuintje

kamertje

broertje 

-etje

sterretje

gummetje

bommetje

Bij het woord lampje hoor je lampju, maar we schrijven lampje. Je hoort -ju, -tju, -pju en -etju, maar je schrijft -je, -tje, -pje en -etje  

          LET OP! verkleinwoorden zijn fopwoorden! 

Schrijf zoveel mogelijk verkleinwoorden op.

Verkleinwoorden

Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen. Er zijn vier manieren om een verkleinwoord te maken:

-je       --> eend - eendje

-pje    --> bloem - bloempje

-tje     --> schoen - schoentje

-etje  --> vlam - vlammetje

Opdracht

Ik heb mijn was veel te heet gewassen en nu zijn alle kleren gekrompen. 

Hoe noem je de kleren als ze klein zijn?

De jas van Quincy is nu een klein
jas..... geworden.
Schrijf het hele verkleinwoord op.

Julia haar jurk is nu een klein
.......... geworden.

De trui van juf Joy is nu een .......... geworden.

De broek van Luuk is nu een .......... geworden

-tje

-etje

-je

-pje

spin

clown

eend

hoed

duim

verhaal

spel

riem

Let op! Het woord 'spin' krijgt als verkleinwoord -etje achter het woord, maar krijgt een extra letter 'n'.

                   

                    korte klank          dubbele letter 

        spin       spinnen          spin       spinnetje 

       

       vlam       vlammen     vlam        vlammetje

Zelfstandig werken

Wat ga je doen?

1. Ga naar Magister --> Leermiddelen --> Nieuw Nederlands 
2. Maak het volgende:  H4 Taalverzorging (verkleinwoorden) - startopdracht + 1 t/m 5

Deze opdrachten zijn af voor de les van donderdag.

Schrijf het verkleinwoord op van hert

Schrijf het verkleinwoord op van dorp

Schrijf het verkleinwoord op van kan

Schrijf het verkleinwoord op van schaap

Schrijf het verkleinwoord op van spin

Schrijf het verkleinwoord op van pop

Schrijf het verkleinwoord op van tor

Schrijf het verkleinwoord op van slang

Schrijf het verkleinwoord op van plan

Schrijf het verkleinwoord op van ring