Voorbereiding toetsweek MH1

• Ned
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

MH1 - toetsweek

Oefenen

Typ de onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen door middel van /.

Lisa gaat met haar vriendinnen shoppen in Zwolle.

Hoe vinden we de persoonsvorm in een zin?

1. Wie of wat?
2. De zin in de verleden tijd zetten
3. De zin vragend maken
4. Het gezegde zoeken

Welke vraag stel je om het onderwerp in een zin te vinden?

1. Een vraagzin maken
2. De tijd veranderen
3. Wie of wat + gezegde
4. Wat?

Welke vraag stellen we als we het lijdend voorwerp in een zin willen vinden?

Mijn vader

leest

de krant.

Onderwerp

Persoonsvorm

Lijdend Voorwerp

De voetballer

heeft 

de ballen 

uit het materialenhok 

gehaald

WWG

LV

OND

PV

Oma

kocht

lekkere taartjes

bij de bakker

WWG

LV

OND

PV

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...

1. Zij
2. Zij, aan
3. Hem
4. Zij, hem

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Mijn broer woont in Amsterdam.

1. woont
2. is
3. Amsterdam
4. mijn

Sleep alle werkwoorden naar "hulpwerkwoord" en "zelfstandig werkwoord" of "koppelwerkwoord".

hulp-
werkwoord

zelfstandig
werkwoord

is

altijd

Isabel

aardig

voor ons

geweest.

Vul de ik-vorm (verleden tijd) in van het woord:
Fietsen

Vul de ik-vorm (verleden tijd) in van het woord:
Geven

Vul de ik-vorm (verleden tijd) in van het woord:
Niezen

wel een voorzetsel

geen voorzetsel

op

met

tussen

over

tijdens

donder

werk

onder

zijn

Maak een samenstelling:
zon+straal

Maak een samenstelling:
dorp+straat