Deel 11 - Eet jij gezond?

Deel 11 - Eet jij gezond?
1 / 41
next
Slide 1: Slide
OkanSecundair onderwijs

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Deel 11 - Eet jij gezond?

Slide 1 - Slide

bladzijde 286 en 287, oefening 1
De TITEL is "Belgische eetgewoonten".
De gewoonte = wat je heel vaak doet

We lezen de INLEIDING van de tekst.
De inleiding = het eerste deel

Hoeveel maaltijden eten de meeste Belgen per dag?

Slide 2 - Slide

bladzijde 286 en 287, oefening 2
We lezen de alinea over HET ONTBIJT.

het ontbijt = wat je 's morgens eet
bv. = bijvoorbeeld

Zet de woorden bij de juiste foto's.

Slide 3 - Slide

bladzijde 286 en 288, oefening 3
We lezen de alinea over HET MIDDAGETEN.

het middageten = de lunch = wat je 's middags eet


Zet de woorden bij de juiste foto's.

Slide 4 - Slide

bladzijde 286 en 289, oefening 4
We lezen de alinea over HET AVONDETEN.
het avondeten = wat je 's avonds eet

Sommige mensen eten vegetarisch. Waarom?
Eet jij soms vegetarisch?

Zet de woorden bij de juiste foto's.

Slide 5 - Slide

bladzijde 286 en 289, oefening 5
We lezen de alinea "Wat gebruikt Alex bij het eten?".

Let op de hoofdletters! (hoofdletters = grote letters)
Normaal gezien schrijf je de hoofdletter in het begin van de zin.
Maar: 's Morgens. 's Middags. 's Avonds.

Zet de woorden bij de juiste foto's.

Slide 6 - Slide

bladzijde 290 en 291, oefening 6
Vul de test in. Wat doe jij? Zet een X.

Slide 7 - Slide

1. Ik ontbijt ...
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 8 - Poll

2. Ik eet 's morgens ... volkorenbrood of volkorengraanproducten.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 9 - Poll

3. Ik drink 's morgens ... dranken met suiker.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 10 - Poll

4. Ik eet 's morgens ... fruit.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 11 - Poll

5. Ik eet 's morgens ... vlees.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 12 - Poll

6. Ik eet 's middags ... een warme maaltijd.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 13 - Poll

7. Ik eet 's middags ... volkorenbrood of volkorengraanproducten.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 14 - Poll

8. Ik eet 's middags ... groenten.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 15 - Poll

9. Ik eet 's middags ... vlees.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 16 - Poll

10. Ik drink 's middags ... water.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 17 - Poll

11. Ik eet 's avonds ... een warme maaltijd.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 18 - Poll

12. Ik eet 's avonds ... een half bord groenten.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 19 - Poll

13. Ik eet 's avonds ... 1/4 bord aardappelen of volkorenpasta of -rijst.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 20 - Poll

14. Ik eet 's avonds ... vlees.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 21 - Poll

15. Ik drink 's avonds ... frisdrank, wijn of bier.
nooit
soms
dikwijls
meestal
altijd

Slide 22 - Poll

blz. 292 en 293, oef. 8
Kijk naar de informatie.

Eet jij 's morgens / 's middags / 's avonds gezond?

Zet een X.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

blz. 293 en 294, oef. 9
We luisteren naar het gesprek.
Antwoord op de vragen. 

Eet Bob gezond?
Waarom wel? Waarom niet?

Slide 25 - Slide

blz. 295 en 296, oef. 10
We luisteren naar het tweede deel van het gesprek.
Antwoord op de vragen. 


Slide 26 - Slide

blz. 296 en 297, oef. 11
Kijk naar de VOEDINGSDRIEHOEK.

De dokter geeft een ADVIES: 
"Je moet meer + infinitief." Bv.: "Je moet meer water drinken. "
"Je moet minder+ infinitief." Bv. "Je moet minder cola drinken."



Slide 27 - Slide

blz. 297, oef. 12
Kijk naar de VOEDINGSDRIEHOEK.
Bob eet ongezond.

Jij geeft een ADVIES aan Bob. 
Schrijf 'veel', 'weinig', 'meer' of 'minder'.



Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

blz. 297, oef. 13
Kijk naar de VOEDINGSDRIEHOEK.

Schrijf een ADVIES voor jezelf. 
Wat moet JIJ meer of minder eten of drinken?



Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

blz. 298 en 299, oef. 15

Vind jij koffie / frieten lekker?
Drink jij graag koffie?
Eet jij graag frieten?

Slide 32 - Slide

blz. 298 en 299, oef. 15
We spelen BINGO.
We wandelen door de klas.
We vragen aan elkaar: 
"Vind jij ... lekker?" / "Drink jij graag ... ?" / "Eet jij graag ... ?":
De andere persoon antwoordt met een ZIN.
Antwoordt iemand "ja"? Dan schrijf je zijn NAAM onder de foto.
Heb je 4 verschillende namen op 1 rij? Dan roep je "bingo!".

Slide 33 - Slide

bladzijde 300, oefening 16
Luister naar het gesprek.
A. Bob en Nora zitten in een restaurant. Ze BESTELLEN eten.
Wat bestelt Bob? Schrijf: B.
Wat bestelt Nora? Schrijf: N.

B. Wat zeggen ze om hun eten en drinken te BESTELLEN? 
Schrijf een X.

Slide 34 - Slide

bladzijde 300, oefening 16
Heeft Bob geluisterd naar het advies van de dokter?

Eet Nora gezond?
Welk advies kunnen we geven aan Nora?

Slide 35 - Slide

bladzijde 315 en 316
Leerling A neemt blz. 315. Leerling B neemt blz. 316.

We spelen "restaurant".
Bestel iets. Kijk naar de foto's.
Eén persoon is de kelner.
Twee personen zijn de gasten.

Slide 36 - Slide

bladzijde 301, oefening 19

Kijk naar de interviews. 
Zet een X bij de juiste foto's.

Slide 37 - Slide

bladzijde 301, oefening 19

Kijk nog een keer naar de interviews. 
Zet een X bij 'juist' of 'fout'.

Schrijf nu zelf zinnen of deze personen.

Slide 38 - Slide

blz. 302 en 303, oef. 21
We lezen de tekst "Hoe (on)gezond eet de Vlaming?".
Vul de adviezen aan.
Markeer 'meer' of 'minder'.

Slide 39 - Slide

blz. 303, oef. 22
We lezen de teksten over de topsporters.
Schrijf X bij de juiste naam.

Slide 40 - Slide

blz. 302 en 303, oef. 23
We lezen de teksten over de koning.
Zet een X bij 'juist' of 'fout'.

Slide 41 - Slide