A5 oefenvragen Nectar H9&H10

Een rode bloedcel gaat van je linkerbeen naar je lever. Hoeveel keer gaat deze (minstens) door het hart?
A
0x
B
1x
C
2x
D
3x
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Een rode bloedcel gaat van je linkerbeen naar je lever. Hoeveel keer gaat deze (minstens) door het hart?
A
0x
B
1x
C
2x
D
3x

Slide 1 - Quiz

Welk onderdeel heeft de dikste spierwand?
A
Rechterboezem
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Linkerkamer

Slide 2 - Quiz

welk deel het ECG geeft het samentrekken van de kamers weer?
A
P
B
QRS
C
T
D
ST

Slide 3 - Quiz

De impuls voor de hartslag verloopt als volgt:
A
Sinusknoop -> AVknoop -> Bundel van His
B
AV-knoop -> Bundel van His -> Sinusknoop
C
Grote hersenen -> AVknoop -> Bundel van His
D
Grote hersenen -> bundel van His -> AVknoop

Slide 4 - Quiz

Welke brandstof kan niet als reservestof dienen?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Mineralen

Slide 5 - Quiz

Welk/welke enzym(en) kunnen worden opgewarmd tot 45 graden en weer afgekoeld en werken daarna nog steeds?
A
Geen van de enzymen
B
Alleen enzym z
C
Enzym z en y
D
Enzymen z, y en x

Slide 6 - Quiz

Enzymen X, Y en Z kunnen werkzaam zijn in hetzelfde organisme
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De maximumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
geen van genoemde antwoorden

Slide 8 - Quiz


Zetmeelconcentratie
In een reageerbuis wordt een kleine hoeveelheid zetmeel 'opgelost' in gedestilleerd water. Aan deze oplossing wordt een overmaat van het zetmeel splitsende enzym amylase toegevoegd. Tijdens het experiment wordt continu de zetmeelconcentratie bepaald. Hieruit wordt de reactiesnelheid (v) berekend, die wordt uitgezet tegen de tijd (t).
Welke van de grafieken in de afbeelding geeft het resultaat van dit experiment op de juiste wijze weer?
A
lijn A
B
lijn B
C
lijn C
D
lijn D

Slide 9 - Quiz

In de afbeelding zie je de werking van twee enzymen. Als je onderzoek wilt doen naar de werking van enzymen bij 40 graden, welk van de twee enzymen kan je dan het beste gebruiken?
A
Enzym 1
B
Enzym 2
C
Beide zijn goed
D
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

De opname van alcohol kan in bijna overal in het darmkanaal plaatsvinden. Door welke oorzaak is de opname van alcohol in de dunne darm het grootst?

Slide 11 - Open question

Waarom moet insuline worden geinjecteerd en kan het niet in pilvorm worden ingenomen?

Slide 12 - Open question

Waar in het spijsverteringskanaal zal zich het uiteinde van het slangetje bevinden wanneer wordt gestart met
de toediening van faeces bij de 'poeptransplantatie'?
A
slokdarm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
blinde darm

Slide 13 - Quiz