Je weet hoe de Industriële Revolutie in Engeland verliep en kunt uitleggen hoe de verhoudingen tussen fabrikanten en arbeiders waren
Aan het einde van de les heb je samen geoefend met het beantwoorden van leervragen over de Industriële Revolutie, en heb je inzicht in de onderwerpen waar je nog minder vaardig in bent
- Uitleg over de opdracht
- In twee- of drietallen vragen over het hoofdstuk beantwoorden
Waar is behoefte aan in de volgende les? Het maken van oefentoetsen, herhalen van bepaalde paragrafen?
Vrijdag 27 juni toets geschiedenis
Hoofdstuk 5: paragraaf 1 t/m 6; begrippen en volgorde van tijd
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 19 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet hoe de Industriële Revolutie in Engeland verliep en kunt uitleggen hoe de verhoudingen tussen fabrikanten en arbeiders waren
Aan het einde van de les heb je samen geoefend met het beantwoorden van leervragen over de Industriële Revolutie, en heb je inzicht in de onderwerpen waar je nog minder vaardig in bent
- Uitleg over de opdracht
- In twee- of drietallen vragen over het hoofdstuk beantwoorden
Waar is behoefte aan in de volgende les? Het maken van oefentoetsen, herhalen van bepaalde paragrafen?
Vrijdag 27 juni toets geschiedenis
Hoofdstuk 5: paragraaf 1 t/m 6; begrippen en volgorde van tijd
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het einde van de les heb je samen geoefend met het beantwoorden van leervragen over de Industriële Revolutie, en heb je inzicht in de onderwerpen waar je nog minder vaardig in bent
Slide 2 - Slide
Vraag 1:
Hoe leidde de Enclosure Acts tot bevolkingsgroei?
Slide 3 - Slide
Voorbeeldantwoord:
De Enclosure Acts zorgden ervoor dat gemeenschappelijke landbouwgronden privébezit werden. Ze investeerden in nieuwe landbouwtechnieken, wat leidde tot hogere opbrengsten. Dit was het begin van de agrarische revolutie, waarbij de landbouwproductie sterk toenam.
Vraag 1:
Hoe leidde de Enclosure Acts tot bevolkingsgroei?
Slide 4 - Slide
Vraag 2:
Hoe leidde de groei van de bevolking tot een verandering van huisnijverheid naar fabrieksarbeid?
Slide 5 - Slide
Voorbeeldantwoord:
Door de bevolkingsgroei ontstond er meer vraag naar kleding en andere producten. Huisnijverheid kon die grote vraag niet meer aan, omdat het langzaam en kleinschalig was. Fabrieken met machines konden sneller en goedkoper produceren, waardoor huisnijverheid werd verdrongen.
Vraag 2:
Hoe leidde de groei van de bevolking tot een verandering van huisnijverheid naar fabrieksarbeid?
Slide 6 - Slide
Vraag 3:
Wat is het voordeel voor een Europees land om een kolonie als afzetmarkt te gebruiken?
Slide 7 - Slide
Voorbeeldantwoord:
Door kolonies te gebruiken als afzetmarkten, konden Europese landen hun economie versterken. Ze verkochten producten aan de koloniën en haalden er goedkope grondstoffen vandaan, waardoor ze minder afhankelijk waren van andere landen.
Vraag 3:
Wat is het voordeel voor een Europees land om een kolonie als afzetmarkt te gebruiken?
Slide 8 - Slide
Vraag 4:
Waarom is er sprake van Modern Imperialisme in de 19e eeuw? Wat is er nieuw?
Slide 9 - Slide
Voorbeeldantwoord:
Westerse landen veroveren hele gebieden en bouwen niet alleen meer handelsposten. Gedreven door grondstoffen, afzetmarkten en macht
Vraag 4:
Waarom is er sprake van Modern Imperialisme in de 19e eeuw? Wat is er nieuw?
Slide 10 - Slide
Vraag 5:
Waarom zorgde nationalisme voor concurrentie tussen Europese landen over kolonies?
Slide 11 - Slide
Voorbeeldantwoord:
Nationalisme leidde tot concurrentie omdat landen wilden laten zien hoe sterk en machtig ze waren. Het bezit van veel kolonies werd gezien als een teken van kracht en grootsheid. Dit zorgde ervoor dat landen elkaar snel probeerden in te halen door zoveel mogelijk gebieden te veroveren.
Vraag 5:
Waarom zorgde nationalisme voor concurrentie tussen Europese landen over kolonies?
Slide 12 - Slide
Vraag 1:
Waarom verdedigde het liberalisme vooral de belangen van de fabrikanten?
Slide 13 - Slide
Voorbeeldantwoord:
Omdat het liberalisme vonden dat de staat de individuele burger zoveel mogelijk zijn gang moest laten gaan. Dus ook niet bemoeien met de sociale kwestie
Waarom verdedigde het liberalisme vooral de belangen van de fabrikanten?
Slide 14 - Slide
Vraag 2:
Wat wordt bedoeld met de sociale kwestie?
Slide 15 - Slide
Voorbeeldantwoord:
Het vraagstuk rondom de slechte arbeidsomstandigheden, zoals kinderarbeid, lange werkdagen, lage lonen en slechte woonomstandigheden
Wat wordt bedoeld met de sociale kwestie?
Slide 16 - Slide
Vraag 3:
Wat houdt de communistische theorie van Marx in?
Slide 17 - Slide
Voorbeeldantwoord:
Karl Marx beschreef een klassenstrijd tussen het proletariaat en de bourgeosie. Uiteindelijk zal het proletariaat het bestuur omverwerpen doormiddel van een spontane arbeidersrevolutie. Daarna zou het een klasseloze samenleving worden. Waarbij iedereen werkt voor het algemeen belang
Wat houdt de communistische theorie van Karl Marx in?