H1 energie

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H1 Energie

Wet van behoud van energie

Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte. 

Het rendement is nooit 100%

Soortelijke warmte

De hoeveelheid warmte die die nodig is om 1 g van een stof 1 ^oC te laten stijgen. Van water: 4,2 J/g.^oC

Q = c . m . ΔT

Hoeveel warmte is er nodig om 0,40 kg water te verwarmen van  48 ^oC tot het kookpunt?

E = P . t

Hoeveel minuten staat een waterkoker van 600 W aan om die hoeveelheid energie (87.360 J) te leveren?

Warmte en temperatuur

Warmte en temperatuur

Temperatuur: maat voor de snelheid van een deeltje

Warmte: een vorm van energie 

potentiële energie

Een voorwerp het potientiële energie als het in staat is om zichzelf of een ander voorwerp in beweging te brengen.

bijvoorbeeld zwaarte-energie

E​z​​=m⋅g⋅h

Ez = zwaarte-energie (in J)

m = massa (in kg)

h = hoogte (in m)

voorbeeld

h = 100 m

m = 30 kg

E_z = ?

Aan de slag

§ 3.1 

Maken opgave  9 + 10

§ 3.2

Maken opg 5 t/m 8