4. Begin van de mens

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Binnenkomst

Je neemt rustig plaats op je aangewezen plek

Docent start de les

Wat gaan we doen?

1. Uitdelen van werkblad 4, Het begin van de mens
2. Terugblik
3. Lesdoelen benoemen
4. Uitleg schepping van de mens
5. Opdrachten maken
6. Les afsluiten

Leerdoelen Hoofdstuk 1

• Leerdoelen
• A. Je kunt uitleggen waarom Genesis het boek van het begin is.
• B. Je kunt vertellen wat er op elke dag van de schepping gebeurde.
• C. Je kunt vertellen op welke manier God de wereld schiep.

Genesis

• Je krijgt een vraag te zien en bedenktijd
• Voorwaarde: Je bent stil
• Je hoort 3,2,1, STEM!
• Stem met je vingers
• Licht je antwoord toe
• Opnieuw stemmen

Wat is de betekenis van Beresjit?

1. In het begin
2. Einde
3. Genesis
4. Schepping

Wat schiep God de eerste dag?

1. Lucht
2. Licht
3. De mens
4. De oerknal

In hoeveel dagen schiep God het licht, lucht, land, lichtdragers, luchtdieren, landdieren en de mens?

1. 7 dagen
2. 8 dagen
3. 6 dagen
4. 1 dag

Wat deed God op de zevende dag?

1. Slapen
2. Rusten
3. Praten met de mens
4. Gamen

Opdracht

Op werkblad 4, bij quizjes

schrijf je je antwoorden op de vraag 

1. Op welke manier heeft God de Schepping gemaakt?

2. Schrijf de zes scheppingsdaden op.
Maak gebruik van het ezelsbruggetje.

4e dag schiep God lichtdragers

3. Schrijf minimaal 2 namen op van lichtdragers

Einde

Doelen hoofdstuk 2. Begin van de mens

Lesdoelen

* Je kunt uitleggen dat de mens een speciale plek in de schepping heeft;

* Je kunt benoemen welke taken God de mens geeft;

Vaardigheidsdoel

* Je kunt door te presenteren jouw verantwoordelijkheid over de schepping aan een ander vertellen.

Uitleg

Maak aantekeningen op je werkblad of in je schrift

Uitleg 2.2 Onderkoningen

Adam is geschapen naar Gods beeld:

• kennis: Adam kende God vertrouwelijk 
  
• gerechtigheid: Adam stond in een rechte verhouding tot God (= recht in de ogen kunnen kijken) 
  
•  heiligheid: Adam was zonder zonde  
  

Verwerken

Werkwoorden op werkblad

Genesis 1:26

God zei: 

"Laten We mensen maken, mensen die op Ons lijken. 

Ze zullen heel erg op Ons lijken. 

Ze moeten zorgen voor de vissen in de zee, de vogels in de lucht, het vee, de kruipende dieren en voor de hele aarde."

Beeld van God

De mens lijkt in wat hij doet op God.

Bijvoorbeeld,

* Goed met de aarde omgaan

* De ander liefhebben

Rentmeester. Ik?

Rentmeester (beheerders)

je zorgt goed voor de aarde. 

Twee taken voor de mens

• Maak gebruik van de aarde, door bijvoorbeeld voedsel te verbouwen en je talenten inzetten 
• Zorg voor de aarde, denk aan je leefomgeving, planten, dieren en mensen

Op werkblad, Samenvatting

Twee vragen

1. Schrijf een voorbeeld over hoe goed jij met de aarde omgaat?

2. Wat maakte God op de zesde scheppingsdag?

Inoefenen

Opdracht

Maak opdracht 2.1 en 2.2

op het werkblad, 

in je schrift,

of in je werkboek.

Uitleg Opdracht 2.1

Opdracht 2.1. 

De mens is geschapen naar het beeld van God. 

Hij lijkt op God in innerlijk en in zijn doen. 

Voor zijn daden is de mens ook verantwoordelijk. 

Dit alles hebben dieren niet.

Uitleg Opdracht 2.2a

(Basis Bijbel)

Bijvoorbeeld:

- hoe geweldig God is;

- God heeft de maan en de sterren prachtig gemaakt;

- God heeft de mens bijna een god gemaakt, iets lager dan de engelen.

Opdracht 2.2b

God heeft de mens een iets lagere plaats gegeven dan de engelen. Maar ook grote eer en macht gegeven.

De mens mag van God heersen over alles wat God heeft gemaakt.

Uitleg Opdracht 2.2a

(NBV)

Bijvoorbeeld:

- Gods Naam is machtig op heel de aarde 

- God heeft de maan en de sterren aan de hemel bevestigd 

- God heeft de mens bijna een god gemaakt.

Opdracht 2.2b

Dat God de mens bijna een god heeft gemaakt en het werk van Zijn handen heeft toevertrouwd aan de mens.

God heeft de mens gekroond met glans en glorie. 

Verwerken

Keuzeopdrachten

Maak een keuze!

1.  Keuzeopdracht 2.4  - Rentmeesterschap, blz. 14

2. Keuzeopdracht 2.6  - Het doel van je leven, blz. 16

Afsluiting

van de les

Volgende les

Begin van de mens

Om over na te denken:

Hoe kan het dat mensen voor de zondvloed 900 jaar werden?

Exit Ticket

Schrijf je antwoord op A4-papier

Ja of nee

1.  Ik had minstens 7 minuten nodig voordat ik aan de opdracht kon beginnen

2. Ik heb voordat ik aan de opdracht begon, de opdracht goed gelezen.

3. Ik heb de opdracht goed begrepen, ik wist wat ik moest doen.

4. Ik heb hulp gevraagd bij een medeleerling.

5. Ik heb mijn hulp aangeboden aan een medeleerling.

6. Ik heb hulp gevraagd aan de docent.

7. Ik kan vol zelfvertrouwen zelfstandig opdrachten maken.

Exit Ticket

Afsluitend

Pak je tas in, 

wacht tot de bel is gegaan.