H12 - Zuren en basen

H12 - Zuren & Basen
Hydronium-ion   &   Hydroxide-ion






1 / 32
next
Slide 1: Slide
ChemieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H12 - Zuren & Basen
Hydronium-ion   &   Hydroxide-ion






Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
• De student kan beschrijven wat tribune-ionen zijn en deze wegstrepen in een reactievergelijking
• De student kan de begrippen zuur en base beschrijven
• De student kan enkele kenmerken van zuren en basen noteren
• De student kan protolysereacties van zuren en basen noteren
• De student kan de waardigheid van een zuur noteren
• De student kan een aantal triviale- en officiële namen van bekende zuren en basen noteren
• De student kan organische zuren herkennen
• De student kan de namen en structuurformules noteren van een aantal bekende organische zuren
• De student kan het begrip pH beschrijven
• De student kan geconjugeerde zuur-base paren noteren in een reactievergelijking
• De student kan de pH berekenen in een oplossing van een sterk zuur 
Extra leerdoelen analist
• De student kan de pH berekenen in een oplossing van een sterke base.
• De student kan beschrijven wat amfolyten zijn en reactievergelijkingen opschrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zuren en Basen
                                                               Binastabel 49

Sterke zuren
Sterke
basen
Zwakke zuren
Zwakke basen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Protolyse reactie - zwak zuur

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

pH en zuur-basereacties
De pH, zuurgraad, geeft aan hoe zuur een oplossing is.


bij een zuur-base reactie vind een H+ overdracht plaats van het zuur naar het base. Zuur is de protonendonor en de base is de protonen acceptor. 
zuur/base wordt ook wel een protolyse genoemd.  

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Protolyse reactie - sterk zuur 



HCl + H2O (l)              H3O+ (aq) + Cl- (aq)
H+ wordt in water altijd H3O Hydronium
Hydride is het negatieve H- ion


  • Zoutzuur (HCl) in water (bijv.)
  • Proton (H+) wordt volledig afgestaan

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Sterke zuren
Sterke basen
Hydride-ion 
Zoutzuur
NH2-
H2SO4
Waterstofperchloraat
HNO3
Ethoxy radicaal
Waterstofjodide
Waterstof bromide
superoxide anion radical

Slide 7 - Drag question

superoxide anion radical = O2-
Zoutzuur = HCl
Hydride-ion = H-
Zwavelzuur = H2SO4
Salpeterzuur = HNO3
Ethoxy radicaal = CH3-CH2-O-
Waterstofperchloraat = HClO4

Noteer de reactie(s) van salpeterzuur (HNO3) in water.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions


Noteer de reactie(s) van ammonium (NH4+) in water.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Protolyse in stappen
  • Oxaalzuur (HOOC-COOH)
  • Organisch zuur (COOH)
  • 2-waardig zuur

             1) HOOC-COOH  +  H2O             H3O+  +  HOOC-COO-
             2) HOOC-COO-   +  H2O             H3O+  +  -OOC-COO-

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Noteer de mogelijke reactie(s) van fosforzuur (H3PO4) in water.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

1. Wat is de waardigheid van dit zuur (citroenzuur, C₆H₈O₇).

2. Noteer alle mogelijke reactie(s) in water.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Protolyse reactie - sterke basen
superoxide anion radical = O2-

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Noteer de reactie(s) van een amide-ion (NH2-) in water.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Protolyse reactie - zwakke base

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Noteer een reactie van een zwakke base in water.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Titratie-curve 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Geconjugeerd zuur/base paar

Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Noteer de geconjugeerde zuurbase paren van de volgende reactie:
NH3 + H3O+         NH4+ + H2O

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Zuur of base?
HCl is een sterk zuur                       Geeft veel H3O+
Cl- wat onstaat is zo zwak dat er geen OH- ontstaat in water.

HF is een zwak zuur                           Geeft weinig H3O+
NaF (zout) in water                             Geeft weinig OH           
F- (aq) + H2O (l)                   HF + OH-

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

1. Welke deeltjes zijn de zuren en welke de basen in de volgende reactie.
2. Benoem de geconjugeerde zuur/base paren.


H2O + S2-           OH- + HS-

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Stel ik heb een oplossing van 0,1 mol/L HNO3
pH = -log [H3O+
pH = -log 0,1 
pH = 1

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bereken de pH van een oplossing die 0,25 mol/L HCl bevat.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

pH van een base (analist)
pOH = -log [OH-]                         Voorbeeld 
14 - pOH = pH                               0,2 mol/L Calciumoxide in water.
                                                            CaO (aq) + H2O (l)             2OH- + Ca2+
                                                            0,2 mol/L CaO             :       0,4 mol/L OH-

                                                            pOH = -log 0,4 = 0,398
                                                            pH = 14 - 0,398 = 13,6

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

(Analist)
Bereken de pH van een oplossing die 0,01 mol/L kaliumhydroxide bevat (KOH)

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Amfolyten (analist)
  • Kunnen als zuur en als base reageren!
  • Voorbeelden
        - H2O      H2PO4-      HPO42-      HCO3-      HS-
        - Milieu (zuur of basisch) bepaald welke reactie optreed;

Bijvoorbeeld HCO3- in zuur milieu:
HCO3- (aq) + H3O+ (aq)             H2CO3 (aq)  + H2O (l)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


Welke reactie vind plaats als HCO3- in een basisch milieu komt?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

maak de opgaven van hoofdstuk 12

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

wat is een driewaardig zuur?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

wat is een driewaardig zuur?
A
een zuur dat 1 H ion op neemt
B
een zuur dat 3 H ionen op neemt
C
een zuur dat 2 H ionen opneemt
D
een zuur dat 3 H ionen afstaat

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

zijn er nog onduidelijkheden?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions