omtrek en oppervlakte OB

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Doel

Je kan de omtrek uitrekenen van verschillende figuren

Wat is de omtrek van  tuin?

Omtrek: (2 x de lengte) + (2 x de breedte)

                (2 x 10)             +                (2 x 5)

of

10 + 5 + 10 + 5

Wat is de omtrek van dit figuur?

2 + 2 + 2 + 2 + 6 + 2 + 2 + 2 = 20 m

Wat is de omtrek van de tafel?

Wat is de omtrek? gebruik je kladschrift!

6 + 8 + 3,5 + 3 + 2,5 + 5 = 28 m

Wat is de
omtrek
van dit figuur?

1. 20 cm
2. 15 cm
3. 25 cm
4. 18 cm

Wat is de omtrek
van dit figuur?

1. 14 cm
2. 20 cm
3. 12 cm
4. 29 cm

Hoeveel cm touw heb je nodig voor de omtrek?

1. 14 cm
2. 8 cm
3. 22 cm
4. 2,2 cm

nu samen oefenen

lengte is 7 cm en de breedte is 4 cm. Wat is de omtrek?

nu samen oefenen

lengte is 5 m en de breedte is 2 m. Wat is de omtrek?

Wat is de omtrek van het figuur?
de lengte is 6 m en de breedte is 3 m.

oppervlakte

je kan de oppervlakte uitrekenen van verschillende figuren

Omtrek: lente + breedte + lente + breedte

                (2 x de lengte) + (2 x de breedte)

Oppervlakte: lengte x breedte

10 m

5 m

10 + 5 + 10 + 5 = 30 m

10 m

5 m

10 x 5 = 50 m2

Wat is de
oppervlakte
van dit figuur?

1

1. 6 cm²
2. 12 cm²
3. 10 cm²
4. 8 cm²

Wat is de
oppervlakte
van dit figuur?

3

1. 9 cm²
2. 12 cm²
3. 10 cm²
4. 18 cm²

Hoe reken je op de oppervlakte van een figuur uit?

4

1. lengte + breedte
2. lengte x breedte
3. lengte x diepte
4. lengte x hoogte

Reken de oppervlakte uit

De oppervlakte van de klas meet je in

6

1. cm2
2. m2
3. dm2
4. ha

Ik heb een rechthoek van 6 cm bij 10 cm. De oppervlakte van deze rechthoek is?

7

1. 60cm
2. 32cm
3. 40cm
4. 24cm

Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?

8

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

Wat heb je geleerd?
Noem 2 dingen.