categorie 23 (é)- 24 (-eau/ au)

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

categorie 23 - é

woorden met é

café 

De man drink koffie in het café.

coupé

Het is rustig in de coupé van de trein. 

logé

In het weekend heb ik een logé, mijn vriendin bijft logeren. 

privé

Mijn telefoonnummer is privé. 

rosé

Wij drinken een glas rosé. 

saté 

Ik vind saté heerlijk. 

categorie 24

Je hoort oo, je schrijft -eau of - au

woorden met -eau

aubergine

Aubergine is een groente. 

bureau

De vrouw zit bij haar bureau. 

cadeau

Ik krijg een cadeau voor mijn verjaardag.  

chauffeur

Mijn beroep is chauffeur. 

niveau

Mijn niveau van lezen is a1. 

plumeau

Ik gebruik het plumeau voor het schoonmaken. 

politiebureau

Het politiebureau van Kampen is naast het station. 

even oefenen......

wat is dit?

wat is dit?

wat is dit?

wat is dit?

wat is dit?

wat is dit?

wat is dit?

wat is dit?

wat is dit?

wat is dit?

Nu zelf oefenen

- studeren voor het dictee (vrijdag)

- maak het werkblad