Gehandicaptenzorg oktober 2023

Gehandicaptenzorg 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gehandicaptenzorg 

Slide 1 - Slide

Kennismaking
Wie ben je? 
Waar werk je/loop je stage?

Slide 2 - Slide

ter info
We gaan samen bepalen hoe we hem met elkaar gaan afronden, passend bij de tijd die je op school bent.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen vandaag
Aan het einde van deze les kan/ heb je:
  1. Benoemen waar we het over gaan hebben in de lessen GHZ
  2. Het 1ste bolletje in Eto ingevuld
  3. Geschiedenis van GHZ in grote lijnen benoemen
  4. wat het verschil is tussen een beperking, handicap en een stoornis
  5. je weet de eindopdracht en hoe je daarmee aan de gang gaat de komende weken

Slide 4 - Slide

Geschiedenis in de gehandicaptenzorg

Slide 5 - Slide

Geschiedenis
 Grieks-Romeinse Oudheid: men sprak van monsters, afgeleid van het Latijnse woord ‘monere’ (vermanen, waarschuwen).
De goden zouden via een misvormd kind de mensen willen waarschuwen of vermanen.
Middeleeuwen: men sprak van zotten, idioten, dollen, gekken. dwazen. Ook kwam de naam ‘cretin’ in zwang, verwijzend naar tegen een lelijk, geestelijk en lichamelijk verkommerd kind. 

Slide 6 - Slide

Geschiedenis vóór 1900
  • 1569 eerste 'Dolhuis' in Amsterdam. Ongewenste mensen worden hier geplaatst en ' weggestopt'.  Tijdens kermissen worden ze tentoongesteld. Ze worden soms aan kettingen vastgelegd en er is geen medische zorg.                                                                          

  • In 1800 Frans Arts Pinel is de grondlegger van het medische model --> wie ziek is heeft zorg nodig. Hij stelt diagnoses en bepaalt welke behandeling nodig is. 

  • 1841 eerste krankzinnigenwet: In deze wet staat dat 'krankzinnigen' recht hebben op verpleging en genezen moeten worden. 

Slide 7 - Slide

Van 1900 tot 1955
  • Vanaf 1900 is er een grote vooruitgang in medische kennis en kunde, vooral orthopedische zorg (beugels, prothesen e.d.) 
  • Er komt een verschil in ' geesteszieken' en ' zwakzinnigen'. 
  • Na de tweede wereldoorlog kregen LVB (debielen) en MVB (imbecielen) kinderen eigen scholen. 
  • Het Ontwikkelingsmodel neemt zijn intrede. Mensen met een  beperking zijn kwetsbaar en kunnen zich niet op eigen kracht in de samenleving handhaven. 
  • Grote instelling waar soms 60 tot 100 mensen leven per afdeling, 2 zusters, mannen en vrouwen gescheiden, wie kan werken moet werken.

 

Slide 8 - Slide

Vanaf 1990
  • Steeds meer aandacht voor zelfbeschikking en zorg op maat.
  • Van aanbodgerichte zorg naar vraaggerichte zorg
  • Integratie is het uitgangspunt
  • Nadruk op mogelijkheden i.p.v. beperkingen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Renaissance 1500-1600
  • Dolhuizen 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

19e eeuw
Negentiende eeuw: geleidelijk werd ‘idioot’ gereserveerd voor de ernstigste graad, ‘imbeciel’ (zwak, zonder innerlijk houvast) voor de middelste graad en ‘debiel’ (licht zwak) voor de lichtste graad van verstandelijke beperking.  

Slide 17 - Slide

Zwakzinnigen
Verlichting: de naam ‘zwakzinnig’ kwam in de mode, omdat verstandelijke beperking werd opgevat als een zwakte van de verstandszin (de centrale zin van de mens naast andere zinnen zoals gezichtszin of gehoorszin).

Slide 18 - Slide

20e eeuw
Twintigste eeuw: de benamingen ‘geestelijke handicap’ en ‘mentale handicap’ kwamen in zwang, ter onderscheiding van lichamelijke, visuele en auditieve handicap. 
Tegen het einde van de eeuw werden deze benamingen vervangen door ‘intellectuele beperking’ of ‘verstandelijke beperking

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Stoornis, beperking, handicap
Stoornis = als een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt, afwijkingen vertoont, of beschadigd is. 

Beperking = de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten. Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis. 

Handicap = een nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. 

Slide 21 - Slide

Lichamelijke beperkingen
Motorische handicaps
een dwarslesie, reumatische aandoening. de ziekte van parkinson, MS

Zintuiglijke handicaps
Visuele beperking, auditieve beperking of beide (syndroom van Usher

Chronische handicaps (soms ook door ouderdom)
Handicaps in de organen 


Slide 22 - Slide

Ernstig meervoudige beperking
De term ernstige meervoudige beperkingen (EMB) wordt meestal gebruikt voor mensen die naast een (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen ook ernstige lichamelijke beperkingen hebben

Slide 23 - Slide

Algemene informatie EMB.
15.000 mensen in NL hebben een EMB. 

IQ = lager dan 25 
Ontwikkelingsleeftijd van maximaal 2 jaar.

Ervaringsordening van Timmers-Huijgens: lichamelijke ervaringsordening 
Alles wordt ervaren middels het lichaam (dit is hetzelfde als bij een baby)

Slide 24 - Slide

Ontstaan van EMB:
  • Aangeboren hersenletsel 
  • Een chromosomale afwijking
  • Een ernstige infectieziekte bij de moeder tijdens de zwangerschap, zoals hepatitis C
  • Een ernstige infectieziekte bij het kind, zoals een hersenvliesontsteking
  • Zuurstofgebrek bij de geboorte
  • Een zwaar trauma, zoals een ongeluk

Slide 25 - Slide

Mate van verstandelijke beperking

Slide 26 - Slide

Wat is een licht verstandelijke beperking?
  • een IQ tussen de 50 en 75. 

  • Ze kunnen veel, maar vinden het soms moeilijk om dingen te begrijpen. 
  • Sommigen maken moeilijk contact met anderen. 

  • Bovendien hebben ze het vaak lastig op school, op het werk of thuis.

  • Sommige mensen met een licht verstandelijke beperking hebben leerproblemen, gedragsproblemen of een psychische aandoening.

Slide 27 - Slide

Matig tot ernstig verstandelijke beperking
  • Hebben moeite de wereld om zich heen te begrijpen. 

  • Zij hebben de mensen uit hun omgeving hard nodig, om de opgedane ervaringen te ordenen en zich veilig te voelen. 

  • Ze hebben de ruimte nodig om in een vertrouwde omgeving zichzelf te kunnen zijn.

  • De ontwikkelingsleeftijd van mensen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking ligt tussen 2 en 6 jaar.
  • IQ max 50




Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Duidelijk communiceren
Als je met een zorgvrager met een ernstige verstandelijke beperking communiceert, gebruik je altijd eenvoudige taal. Welke van de volgende zinnen begrijpt de zorgvrager waarschijnlijk?
1. Als toetje kun je kiezen uit yoghurt of appelmoes. Waar heb je zin in?
2. Wil je nog een kopje thee?
3. Je mag je Jos niet slaan.
4. Voordat je zo naar bed gaat, help ik je met je pyjama.
5. We gaan zo naar buiten.
6. Wil je een banaan?

Slide 30 - Slide

Zeer ernstig verstandelijke beperking

Een zeer ernstige verstandelijke beperking betekent dat de verstandelijke beperking dusdanig ernstig is dat het IQ niet betrouwbaar te meten is.

In deze gevallen is het altijd een zeer ernstig meervoudige beperking, gezien het feit dat ze motorisch niet in staat zijn op de bewegen. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

de eindopdracht:
kijk de documentaire : de wereld van Puck

Slide 33 - Slide

beschrijf het volgende:
1. Aan de hand van de thema's die beschreven staan in deze LWP, beschrijf je alles over Puck wat je weet uit de documentaire. Denk bijvoorbeeld aan ziektegeschiedenis, defecatie, epilepsie.
2. Vul de vragenlijst in over Clientprofiel 4 domeinen en de CIZ basis lijst.
3. Beschrijf in de toelichtingen welke vormen van ondersteuning Puck nodig heeft.
4. Je beschrijft onder kopje ‘rapportage’, twee (zelfgekozen) situaties uit de documentaire. Je maakt hierover een dagrapportage. Denk hierbij aan objectiviteit.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Vergeet de brussen niet
Brussen zijn broers en zussen

Slide 37 - Slide

vragen?

Slide 38 - Slide

Bolletje 1 invullen

Slide 39 - Slide

hoe gaan we de komende weken verder?

Slide 40 - Slide

voorbeeld van de inhoud van de GHZ lessen
  • Geschiedenis GHZ
  • Indelingen in IQ (classificering in GHZ)
  • EMB (Ernstig meervoudig Beperkt)
  • zorgtechnologie binnen de gehandicaptenzorg
  • NAH (niet aangeboren hersenletsel
  • Epilepsie
  • enz

Slide 41 - Slide

WMO
Langdurige zorg
Uitgevoerd door gemeenten. 

Wanneer:
Individuele begeleiding; 
Huishoudelijke hulp: opruimen en schoonmaken (dit kan in sommige gemeenten een algemene voorziening zijn); 

Aanbouw van de woning; 

Aanpassingen in de woning; zoals een traplift verbreding van deuren of het wegnemen van obstakels in de woning.

Toilet- en badkamer voorzieningen; 
Antislip douche en een speciale douchezit.

Dagbesteding; 

Aangepast vervoer.
Wet Langdurige zorg. 

Aanvraag bij het CIZ, zorgkantoor voert uit.  

Wanneer: bij zorg vanwege een lichamelijke ziekte of beperking, dementie, een verstandelijke beperking of een zintuiglijke beperking, en het duidelijk is dat de zorg blijvend (= levenslang) nodig is en er permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig is.

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide