H2 chapitre 4 herhalen

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Voca p. 88: de verjaardag

1. la chambre
2. l'anniversaire

Hoe zeggen Fransen:
ik ben 13 jaar

1. Je suis treize ans.
2. J'ai treize ans.

Mes parents sont divorcés.

1. Mijn ouders zijn getrouwd.
2. Mijn ouders zijn gescheiden.

Wat is 'lachen'?

1. rigoler
2. chercher

Welk dier is geen huisdier

1. le lapin
2. le chat
3. l'oiseau
4. la vache

Mon frère jumeau

1. Mijn broer Jamo
2. Mijn tweelingbroer

Wat is 'slapen'?

1. dormir
2. choisir

Wat is 'wachten'?

Wat is 'nemen'?

p 53. Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
le 25 février, c'est (mijn) anniversaire (m).

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:
(zijn) maison (v) est grande.

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:

(onze) parents sont divorcés

p. 91 Werkwoord -er:
le prof (habiter)

Werkwoord -er:
Ils (chercher) une solution.

Werkwoord -er:
Nous (regarder) la télé.

Verzin een quizvraag over pag. 128-131.
Meerkeuze: 1 goed, 1 fout antwoord.
Zet erbij welk antwoord goed is.