Hoofdstuk 14 - Koffie op het balkon

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Hoofdstuk 14 - Koffie op het balkon

Lees de tekst

Paul en Paula drinken samen koffie op het balkon.

'Ik huur deze flat nu drie jaar', zegt Paul.

'De buurvrouw boven is heel aardig en de buurman beneden ook.'

Paula vraagt: 'Hoe heet je buurvrouw?'

'Rosa', zegt Paul.

Paul woont in een koopwoning

1. waar
2. niet waar

Hoelang huurt Paul zijn flat?

1. 2 jaar
2. 5 jaar
3. 3 jaar
4. 10 jaar

Buurvrouw Rosa woont boven Paul

1. waar
2. niet waar

Lees de tekst

'Is Rosa getrouwd?' vraagt Paula.

'Nee, ze woont alleen', zegt Paul.

'Komt Rosa vaak bij jou thuis?' vraagt Paula.

Paul lacht.

'Niet zo vaak', zegt hij.

'Ze is een oude vrouw, ze is 82 jaar'.

Rosa woont samen met haar man.

1. waar
2. niet waar

Wat betekent 'niet zo vaak'?

1. veel
2. nooit
3. weinig
4. altijd

Wie zou Pauls buurvrouw Rosa zijn?

1. 
2. 
3. 
4. 

Lees de tekst

Nu lacht Paula ook.

'Heb je een koekje bij de koffie?', vraagt ze.

'Eh... nee, ik heb geen koekjes', zegt Paul.

'De koekjes zijn op.
Ik moet naar de winkel voor nieuwe koekjes.'

Paul en Paula praten samen.

Ze praten een uur. En nog een uur.

Wat vraagt Paula voor bij de koffie?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat vind jij lekker om te eten bij de koffie?

Paul gaat naar de winkel om koekjes te kopen.

1. waar
2. niet waar

Lees de tekst

Het is heel gezellig.

Dan gaat Paula staan.

'Bedankt voor de koffie', zegt ze.

'Graag gedaan', zegt Paul.

'Tot vorige week!', zegt Paula.

'Niet vorige week', zegt Paul. 'Tot volgende week!'.

Maar Paula is al in de lift.

Paul en Paula hebben een leuke tijd samen.

1. waar
2. niet waar

Waarom gaat Paula staan?

Welk woord gebruik je als je praat over vroeger (verleden tijd)?

1. vorige
2. volgende

Heeft Paula 'Tot volgende week!' gehoord? Waarom wel of niet?

Nieuwe woorden

Zijn er woorden die je niet kent?

Schrijf de woorden in je schrift.

Zoek de woorden op Google Translate. 

Schrijf het woord in je eigen taal.