Week 3: Les 1

Semaine 3: Cours 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Semaine 3: Cours 1

Slide 1 - Slide

Programme
- Révision
- Être
- Nombres
- Collège
- Devoirs

Slide 2 - Slide

Na deze les kan je:
1. Jezelf voorstellen;
2. Vragen hoe iemand heet;
3. Vragen hoe het met iemand gaat;
4. Vertellen hoe het met jou gaat.

Slide 3 - Slide

Bonjour ! Comment ça va ?

Slide 4 - Slide

Les objectifs d'apprentissage:
1. Snap je het werkwoord être
2. Ken je de cijfers 0/20
3. Weet je wie Emmanuel Macron is

Slide 5 - Slide

Être (=zijn)
Ik ben --> Je suis
Jij bent --> Tu es
Hij/zij is --> Il/elle est
Wij zijn --> Nous sommes
Jullie zijn --> Vous êtes
Zij zijn --> Ils/elles sont

Slide 6 - Slide

Hoe zeg je in het Frans: ik
A
Tu
B
Je
C
Nous
D
Vous

Slide 7 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans: wij
A
Vous
B
Ils
C
Elles
D
Nous

Slide 8 - Quiz

Le verbe être= zijn
Je suis hollandais.
Tu es en classe?
Il est un grand garçon.
Elle est une grande fille.
On est au collège
Vous êtes grands.
Nous sommes hollandais.
Ils/ elles sont français.

Slide 9 - Slide



Je suis hollandais.
Tu es en classe.
Il est un grand garçon.
Elle est une grande fille.
On est au collège


Ik ben Nederlands.
Jij bent in de klas.
Hij is een grote jongen.
Zij is een groot meisje.
Wij zijn op school.

Slide 10 - Slide

Faire des phrases avec être
Maak 6 zinnen met alle vormen van het werkwoord être

Kies een persoon:                                     Kies een woord
- Je                                                   une star, sympathique, calme, genial/géniale
- Tu                                                   triste, sérieux/sérieuse, joli/jolie, à Hilversum
- Il                                                     au collège, dans la classe, à la maison, à Loenen
- Elle                                               à Loosdrecht, à Paris
-On
Vertaal je gemaakte zinnen naar het Nederlands

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

un (1)
 deux (2) 
trois (3) 
quatre (4) 
cinq (5) 
six (6)
sept (7) 
huit (8) 
neuf (9) 
dix (10) 
onze (11) 
douze (12) 
treize (13) 
quatorze (14) 
quinze (15) 
seize (16) 
dix-sept (17) 
dix-huit (18)
 dix-neuf (19) 
vingt (20)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Hoe oud zijn de kinderen met de taart geworden?
Sleep het juiste getal naar de juiste taart!
Treize
Quatorze
Dix
Onze

Slide 16 - Drag question

Collège 
https://www.youtube.com/watch?v=5mBvHOcsPuY

Slide 17 - Slide

Devoirs
- Leer de cijfers 0/20 uit het hoofd
- Oefen de Quizlet
- Maak de puzzel: https://www.digipuzzle.net/digipuzzle/kids/puzzles/clickmath_audio_one_till_twenty_fr.htm?language=dutch&linkback=../../../nl/leerspellen/frans/index.htm

Slide 18 - Slide