Cirkels

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Deze les

• Paragraaf 3.3 moet je nog afmaken
• We beginnen wel aan een nieuwe paragraaf (3.4)

• Herhaling cirkels
• Zelf aan de slag
  
• Nakijken

straal

middelpunt

diameter

Van deze cirkel is de straal 3 cm.
Wat is de diameter?

1. 1,5 cm
2. 6 cm
3. 9 cm

Van deze cirkel is de diameter 10 cm.
Wat is de straal?

1. 5 cm
2. 20 cm
3. 100 cm

Nu zonder plaatje: Van een cirkel is de diameter 5 cm.
Wat is de straal?

1. 2,5 cm
2. 10 cm
3. 25 cm

Ezelsbruggetje

Diameter = lang woord (lange lijn)

Straal = kort woord (korte lijn)

Ander woord voor diameter = middellijn

Dus

Omtrek ÷ diameter = 3,102...

Omtrek ÷ diameter = 3,129...

Alle cirkels zijn hetzelfde

Alle cirkels hebben dezelfde verhouding.

Omtrek ÷ diameter = 3,1415

Dat getal heet π en spreek je uit als pi

12 ÷ 4 = 3

12 = 4 x 3

Omtrek ÷ diameter = π

Omtrek = π x diameter

Nu maken

Online: 3.4 opdracht 52 t/m 57

Boek: 52 t/m 57 (145-146)

Foto's van boek krijg ik van:

Gerald

Martin

Angel

Maak een foto van een cirkelvormig object met een meetlint en laat zien hoelang de omtrek is

Maak een foto van een cirkelvormig object met een meetlint en laat zien hoelang de diameter is

Maak de deling omtrek : diameter

Nu maken: 40 t/m 46