Taal in beeld - blok 7 - les 3

1 / 9
next
Slide 1: Slide
StudievaardighedenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 9 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is GEEN goede zin?
A
Bart voetbalde gisteren met zijn vriendje op het veldje.
B
Voetbalde Bart gisteren met zijn vriendje op het veldje?
C
Gisteren met zijn vriendje Bart op het veldje voetbalde.
D
Gisteren voetbalde Bart met zijn vriendje op het veldje.

Slide 3 - Quiz

Gisteren met zijn vriendje Bart op het veldje voetbalde.
In deze zin staat het onderwerp en de persoonsvorm:
A
Naast elkaar
B
Niet naast elkaar

Slide 4 - Quiz

Eén zinsdeel hoort er niet bij.
Verander de volgorde van de zinsdelen en schrijf de goede zin op.
Willem / aan de rekstok / zijn bed / hangt

Slide 5 - Open question

Eén zinsdeel hoort er niet bij.
Verander de volgorde van de zinsdelen en schrijf de goede zin op.
Boris / aan zijn vriendje / van het krukje / valt

Slide 6 - Open question

Morgan gaan Milo en ik naar het strand.

Wie heeft er gelijk? Lola (4 zinsdelen) of Milo (8 zinsdelen).
A
Lola
B
Milo

Slide 7 - Quiz

De zinsdelen staan niet op de goede plaats. Maak er een goede zin van.

Een grappig gedicht het is over voetbal.

Slide 8 - Open question

De zinsdelen staan niet op de goede plaats. Maak er een goede zin van.

Geschreven hij heeft nog veel meer gedichten.

Slide 9 - Open question