Thema 5 Gaswisseling Basisstof 4

Thema 5 Gaswisseling & Uitscheiding

Basisstof 1 Gaswisseling
Basisstof 2 Longventilatie
Basisstof 3 De lever
Basisstof 4 De nieren
Basisstof 5 De huid

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 5 Gaswisseling & Uitscheiding

Basisstof 1 Gaswisseling
Basisstof 2 Longventilatie
Basisstof 3 De lever
Basisstof 4 De nieren
Basisstof 5 De huid

Slide 1 - Slide

Herhaling BS3
Links de bouw van een leverlobje met leverslagader (8), leverader (3), galgang (5), poortader (7).

De functies van de lever:
- Homeostase proberen te behouden
- Afbraak van bloedcellen
- Koolhydraatstofwisseling
- Vetstofwisseling (ook emulgeren van vetten)
- Eiwitstofwisseling
- Ontgiften van het bloed

Slide 2 - Slide

Belangrijke woorden Basisstof 4
Nierschors, niermerg en nierbekken
Urineleiders, urineblaas, urinebuis
Niereenheid, nierbuisje, verzamel-buisjes
Lis van Henle, kapsel van Bowman
Ultrafiltratie, voorurine, terugresorptie.
WaterhuishoudingAntidiuretisch hormoon (ADH)

Slide 3 - Slide

Intro Basisstof 4
We gaan verder met de volgende organen van het uitscheidings-stelsel: de nieren.
Deze organen liggen in de buikholte links en rechts van de wervelkolom, zie de afbeelding links.
Opnieuw behandelen we eerst de bouw, daarna de functie van de nieren. Bekijk eerst het filmpje.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Hoeveel liter bloed zuiveren de nieren per dag?
A
100-120
B
120-180
C
180-200
D
200-280

Slide 6 - Quiz

Bouw van de nieren
We beginnen met de bouw van de nieren, beginnende bij de nierslagaders, die de nieren van zuurstof voorzien, maar ook overtollige en schadelijk stoffen aanvoeren. Door de nieraders stroomt het bloed weg van de nieren.
Zoals rechts in de afbeelding is te zien, bestaat de nier uit een nierschors (buitenste deel), niermerg en nierbekken. In de nierschors en -merg wordt urine gevormd, in het nierbekken wordt urine verzameld.

Slide 7 - Slide

Urinewegen
Urine bestaat uit water, zouten en schadelijke stoffen uit het bloed. 
Via de urineleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas, welke de urine tijdelijk opslaat tot de urine via de urinebuis het lichaam verlaat.
We gaan nu de nieren van heel dichtbij bekijken, we gaan namelijk kijken naar een niereenheid (nefron).

Slide 8 - Slide

Niereenheid 1
In de afbeelding rechts een close-up van het nierschors (cortex) en merg (medulla). Je ziet hier niereenheden om en om iets hoger en lager liggen, in de rechthoek die is aangeduid met nephron/nefron = niereenheid.
We gaan nu zo'n niereenheid van nog dichterbij bekijken.

Slide 9 - Slide

Lichaampje van Malpighi
De vorming van urine start bij het lichaampje van Malpighi. Een aanvoerende arteriole (vertakking van de nierslagader) vertakt zich in een kluwen haarvaten - de glomerulus. De glomerulus, samen met het nierkapsel eronder (kapsel van Bowman, bevat kleine gaatjes) vormen het lichaampje van Malpighi.

Slide 10 - Slide

Niereenheid 2
Door de hoge bloeddruk in de glomerulus wordt er continu bloedplasma in het nierkapsel geperst. Alleen kleine moleculen kunnen hier doorheen, dit heet ultrafiltratie. Vervolgens gaat de vloeistof door het nierbuisje (bevat de lis van Henle), via de verzamelbuis naar de nierbekkens. 

Slide 11 - Slide

Bekijk ook BINAS 85B en C, stoffen in bloedplasma worden vergeleken met stoffen in de voorurine en urine. Bloeccellen en grote moleculen zoals eiwitten zitten niet in de voorurine, wel verschillende ionen, ureum en glucose.

Slide 12 - Slide

Vorming van urine 1
Zoals gezegd kun je BINAS 85C bekijken, hier zie je het overzicht zoals op de afbeelding hier links.
Het proces van terugresorptie zorgt ervoor dat nuttige stoffen (bijv. water, glucose, aminozuren) actief (kost energie) worden getransporteerd van de voorurine naar de bloedvaten rondom de nierbuisjes. 

Slide 13 - Slide

Vorming van urine 2
Doordat de nuttige opgeloste stoffen niet alleen naar het bloed, maar ook naar het nierweefsel tussen de haarvaten worden getransporteerd, wordt de osmotische waarde in het binnenste van het niermerg 3-4x zo hoog als de osmotische waarde in het nierschors, er is dus een groot concentratieverschil tussen wat er in de nierbuisjes zit en het omringende weefsel.  Daardoor wordt water onttrokken aan de vooruine, hoe dat geregeld wordt, zie je nu.

Slide 14 - Slide

ADH
Onder invloed van het antidiuretisch hormoon uit de hypofyse neemt de doorlaatbaarheid van de celmembranen van de nierbuisjes en verzamelbuisjes toe (BINAS 89A). Meer water wordt onttrokken aan de voorurine, als je bijvoorbeeld lang niet gedronken hebt. Bekijk het volgende filmpje over ADH.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Waterhuishouding
Wanneer de zintuigcellen van de hypo-thalamus een stijgende osmotische waarde van het bloed waarnemen, zal er door de hypofyse meer ADH aan het bloed worden afgegeven. Meer water wordt in de nieren onttrokken aan het bloed en de osmotische waarde daalt. Er is sprake van negatieve terugkoppeling. 
In de nier zijn ook bufferstoffen aanwezig om de schommelingen in pH op te vangen (meer/minder H+). Zie ook BINAS 85D.

Slide 17 - Slide

Bekijk zodadelijk de video (voor basisschool kinderen, maar de informatie is interessant) maar beantwoord eerst de vraag: waarom is je urine geel?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier.
Nierkelkje
Nierschors
Urineleider
Nierslagader
Nierbekken
Nierader
Niermerg

Slide 20 - Drag question

Afronding
De bouw van de nieren:
- Urinewegen: urineleiders, urineblaas, urinebuis
- Nier: nierschors, niermerg, nierbekken, niereenheid
    - Niereenheid: 
      - Aanvoerend slagadertje, glomerulus, kapsel van Bowman        (ultrafiltratie), afvoerend slagadertje, nierbuisje,          
      verzamelbuisjes

De functie van de nieren:
- Uitscheiding overtollige afvalstoffen, schadelijke stoffen en overtollige stoffen uit het bloed.
- Hiermee wordt de osmotische waarde van het interne milieu constant gehouden

Bekijk nog de volgende twee filmpjes.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Lezen / Maken:
Lezen: Basisstof 4 blz 82 t/m 85
Maak: Opdracht 27 t/m 31 

Bekijk BINAS 85A, B, C en D

Bekijk ook de samenvatting van basisstof 4 (leerdoel 8 en 9) op bladzijde 99 van je tekstboek.

Slide 24 - Slide