TL3 Hoofdstuk 8 paragraaf 8.3

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoeveel landen zijn zitten er in de Europese Unie?
A
10
B
18
C
23
D
27

Slide 4 - Quiz

Ik weet wat dit logo betekent?
A
Ja dat weet ik
B
Nee geen idee

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Ben je wel eens in een land geweest met een andere munteenheid dan de euro?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Nederland en Frankrijk produceren en exporteren allebei kaas. Ze handelen liever met elkaar dan bijvoorbeeld met Denemarken. Geef hiervoor een verklaring?
A
De Franse kaas is voordeliger door de lage wisselkoers
B
De Nederlandse kaas is voordeliger door de lage wisselkoers
C
In de onderlinge handel hebben ze niet te maken met wisselkoersen
D
In de handel met Denemarken hebben ze niet te maken met wisselkoersen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is een voordeel van dat alle landen binnen de EMU betalen met de euro?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Waar zit de Europese Centrale Bank?
A
Frankfurt
B
Parijs
C
Zurich
D
Madrid

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide