Werkwoordspelling 18-03

Werkwoordspelling
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Was je verrast over de uitkomst van je niveaucheck? (Plot26)
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Met welk werkwoordspelling onderdeel heb je de meeste moeite?
A
Verleden tijd
B
Voltooid deelwoord
C
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
D
Met alles

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

(verkleden) ..... jij je drie keer per dag?

Slide 5 - Open question

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

(beantwoorden) ..... je zus die vraag niet?

Slide 6 - Open question

Welke zin is juist gespeld?
A
Als ik het antwoord niet raad, word zij boos.
B
Als ik het antwoord niet raadt, word zij boos.
C
Als ik het antwoord niet raadt, wordt zij boos.
D
Als ik het antwoord niet raad, wordt zij boos.

Slide 7 - Quiz

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Mijn vader .... de auto bij Aegon.
A
verzeker
B
verzekert
C
verzekerd
D
verzekerdt

Slide 8 - Quiz

In welke zin is de persoonsvorm juist gespeld?
A
Hij verhuist volgende week naar Amsterdam.
B
Hij verhuisd volgende week naar Amsterdam.
C
Hij verhuisdt volgende week naar Amsterdam.
D
Hij verhuisde volgende week naar Amsterdam.

Slide 9 - Quiz

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Na schooltijd ... hij altijd met een boek op de bank.
A
relaxt
B
relaxd
C
relaxet
D
relaxed

Slide 10 - Quiz

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

De zon .... licht en warmte.
A
verspreit
B
verspreid
C
verspreidt
D
versprijt

Slide 11 - Quiz

Schrijf het juiste antwoord van het voltooid deelwoord op: In Zwolle zijn drie grote bronzen beelden (roven)

Slide 12 - Open question

Er is iets in Zwolle (gebeuren)

Slide 13 - Open question

Mijn neef (coachen) lange tijd het elftal waarin ik heb (voetballen)

Slide 14 - Open question

Mees (deleten) gisteren per ongeluk zijn verslag.

Slide 15 - Open question

Kies het juiste VDBN
de ... muren (verven)
A
verfde
B
geverfde
C
geverfden
D
geverfdde

Slide 16 - Quiz

Kies het juiste VDBN
de ... foto (vergroten)
A
vergroote
B
vergrootte
C
vergrote
D
vergroten

Slide 17 - Quiz

Kies het juiste VDBN
het ... geld (besteden)
A
besteede
B
bestede
C
besteeden
D
besteden

Slide 18 - Quiz

Een ... (opluchten) reactie is te voorbarig.

Slide 19 - Open question

De NASA heeft via ... (uittesten) computermodellen ... (becijferen) dat er gevaarlijke aardscheerders zijn.

Slide 20 - Open question

Wat ga je op basis van deze les nu doen?
A
Werkwoordspelling oefenen in Plot26
B
Extra uitleg aan mij vragen en samen oefenen
C
Lezen in je leesboek

Slide 21 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 22 - Slide



Haal van het hele werkwoord -en af (je houdt dan de stam over).
Zit de laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP?
Ja! Schrijf in de verleden tijd ik-vorm + te(n)
Nee! Schrijf in de verleden tijd ik-vorm + de(n)

Slide 23 - Slide

bereiden

bereiden -en = bereid
Zit de laatste letter in 
't sexy fokschaap?
Nee, dus:
ik-vorm + de(n)
(ik) bereidde / (wij) bereidden
barsten

barsten -en = barst
Zit de laatste letter in 
't sexy fokschaap?
Ja, dus:
ik-vorm + te(n)
(ik) barstte / (wij) barstten

Slide 24 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
       -en           de jongen is gevallen - de gevallen jongen
       -t               de cadeaus zijn verloot - de verlote cadeaus
       -d              het vliegtuig is geland - het gelande vliegtuig
Zo kort mogelijk

Slide 25 - Slide

De militairen brachten de (bevrijden) gijzelaars terug.
A
bevrijden
B
bevrijdden
C
bevrijde
D
vrijdde

Slide 26 - Quiz

Ik kan niet goed studeren in mijn slecht (verlichten) kamer.
A
verlichten
B
verlichte
C
verlichtte
D
verlichtten

Slide 27 - Quiz