3H - les 3 - H1.2 Vermogen en energie (NIEUW)

1 / 50
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vermogen en Energie
Berekenen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Slide

Overzicht Periode 1
  • Thema:Elektriciteit HS 1
  • Benodigde lesmaterialen: Boek A  NOVA, schrift, rekenmachine, geo
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
Type hier in Schulbuch
...



...
...
...
...
...

Slide 5 - Slide

Startklaar
- Telefoon weg
- Jas uit
- Boek op tafel, schrift, pen, rekenmachine, geodriehoek

Slide 6 - Slide

Wat neem je mee?
- Boek
- Laptop
- Geo
- Rekenmachine
- Pen + potlood + gum
- (Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap)
- Routekaart

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
Je kunt berekeningen maken met het verband 
tussen vermogen, spanning en stroomsterkte.

Je kunt berekeningen maken met het verband 
tussen energie, vermogen en tijd.

Je kunt de eenheden joule en kilowattuur 
naar elkaar omrekenen.



schrijf met mij mee!

Slide 8 - Slide

Waarom energie?

Slide 9 - Slide

Energie en vermogen
  • Vermogen en energie zijn grootheden
  • Vermogen vertelt hoe fel een lamp is
  • Energieverbruik bepaalt de rekening

Slide 10 - Slide

Vermogen
  • Vermogen is: hoeveel elektrische energie een apparaat gebruikt per seconde.

  • De eenheid van vermogen is de watt (W)

  • Hoe hoger het vermogen, hoe meer licht!

Slide 11 - Slide

Wat is het symbool voor energie?
A
q
B
E
C
P
D
Q

Slide 12 - Quiz

Wat is het symbool voor vermogen?
A
q
B
E
C
P
D
Q

Slide 13 - Quiz

              HW  en PW

Slide 14 - Slide

              HW  en PW

Slide 15 - Slide

              HW  en PW

Slide 16 - Slide

              HW  en PW

Slide 17 - Slide

Wat is het vermogen van
het apparaat?
A
230 V
B
50 Hz
C
460 W
D
40.00

Slide 18 - Quiz

Op welke spanning wordt het apparaat aangesloten?
A
230 V
B
50 Hz
C
460 W
D
40.00

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Vermogen berekenen

Slide 21 - Slide

Stap voor stap oplossen
Stap 1: Lees de opdracht
Stap 2: Noteer gegevens (en gevraagd)
Stap 3: Noteer de formules
Stap 4: Vul de gegevens in
Stap 5: Werk de berekening uit
Stap 6: Noteer de uitkomst
Stap 7: Controleer de uitkomst                                         

Slide 22 - Slide

              HW  en PW

Slide 23 - Slide

              HW &  
en    PW

Slide 24 - Slide

Hoe groot is de spanning op het stopcontact?
A
16 V
B
110 V
C
230 V
D
325 V

Slide 25 - Quiz

Een transformator (Np = 400; Ns = 21) wordt aangesloten op 230 V.
Bereken de secundaire spanning
A
0,03 V
B
12 V
C
230 V
D
4381 V

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Welke formule klopt niet?
A
P = U × I
B
I = P / U
C
U = P / I
D
U = I / P

Slide 29 - Quiz

Door een tosti-ijzer loopt een stroom van 3,2 A.
Hij is aangesloten op 230 V.
Bereken het vermogen.

Slide 30 - Open question

Zet op volgorde van toenemend vermogen

Slide 31 - Drag question

R vraag 
Door welke twee grootheden wordt het vermogen van een elektrisch apparaat bepaald?

Slide 32 - Slide

Proef analyse
Proef 1 


Proef 2 


P=UI
P=UI

Slide 33 - Slide

Energie
  • Het energieverbruik van een apparaat meet je door het vermogen keer de tijd te doen. 

  • De eenheid van energieverbruik is kilowattuur (kWh)

  • Dit wordt gebruikt om de energierekening te betalen!

Slide 34 - Slide

Energie meten
  • In de meterkast thuis zit een kWh-meter (kilowattuurmeter)

Slide 35 - Slide

Energie berekenen

Slide 36 - Slide

Energie berekenen

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

T2 vraag
Hoe veel is MEGA? 

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Joule en kWh
Stel een apparaat voor met een vermogen
 van 1000 W die 1 uur aan staat. 




Dus 1 kWh = 3,6 MJ

Slide 41 - Slide

Een lampje heeft een vermogen van 100 W.
Hoeveel uur kan deze branden op 1 kWh?
A
1 uur
B
10 uur
C
100 uur
D
1000 uur

Slide 42 - Quiz

Sleep grootheid/eenheid naar de juiste plek
Vermogen
W
Stroomsterkte
I
Spanning 
volt
Energie
P
watt
ampère
A
U
V
kWh
kilowattuur
E

Slide 43 - Drag question

Een verwarming heeft een vermogen van 1500 W.
Deze staat 3 uur aan.
Bereken het energieverbruik.

Slide 44 - Open question

Aan de slag
blz 24 maken 1 t/m 5 
bespreken

Slide 45 - Slide

Voorkennis
Elektrische spanning
Elektrische stroom
Stroomkring
SPanningsbron
Gebruiker
Spanningsmeter
Stroommeter

Slide 46 - Slide

Begrippen uit deze les
Grootheden en Eenheden Spanning
Stroom
Vermogen + formule
Tijd
Energie + formule

Slide 47 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 48 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 49 - Open question

Volgende les:
Practicum
SO

Slide 50 - Slide