Erfelijkheid 3H

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Erfelijkheid

Slide 2 - Mind map

Het fenotype kun je veranderen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Welke eigenschap is erfelijk bepaald?
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

Hoe meer chromosomen een organisme heeft, hoe complexer het organisme is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Transcriptie en translatie
- Je kunt uitleggen wat transcriptie en translatie zijn
- Je kunt uitleggen wat een enzym is
- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen DNA en RNA

Slide 6 - Slide

7

Slide 7 - Video

00:18
Hoeveel PAAR chromosomen bevat het menselijk genoom?
A
46
B
23
C
92
D
128

Slide 8 - Quiz

00:39
Wat is een gen?
A
Erfelijke informatie voor een enkele eigenschap
B
Erfelijke informatie voor meerdere eigenschappen
C
Erfelijke informatie die niet meer nodig is
D
Niet-erfelijke informatie

Slide 9 - Quiz

00:52
Wat betekent "-ase" in DNA polymerase?
A
Dat het met DNA te maken heeft
B
Dat het bestaat uit polymeren
C
Dat het een enzym is
D
Dat het een gewoon eiwit is

Slide 10 - Quiz

01:12
Wat is Transcriptie (= Transcription?)
A
Het verdubbelen van DNA
B
Het maken van een RNA kopie van DNA
C
Het maken van een DNA kopie van RNA
D
Het verdubbelen van RNA

Slide 11 - Quiz

01:47
Wat is de functie van de ribosomen bij de translatie?
A
Het vertalen van RNA naar eiwit
B
Het vertalen van RNA naar DNA
C
Het vertalen van DNA naar RNA
D
Het vertalen van eiwitten naar DNA

Slide 12 - Quiz

02:18
Hoe noemen we het drietal baseparen die past op ons RNA?
A
Een trio
B
Een drieling
C
Een drietal
D
Een triplet

Slide 13 - Quiz

02:37
Voordat de keten van aminozuren een eiwit is, moet het eerst worden..
A
Geknipt
B
Gevouwen
C
Geplakt
D
Gelijmd

Slide 14 - Quiz

DNA

Slide 15 - Slide

DNA

Slide 16 - Slide

DNA

Slide 17 - Slide

Transcriptie (RNA gevormd langs DNA)

Slide 18 - Slide

Transcriptie en translatie

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

Noem drie verschillentussen DNA en RNA..
Enkelstrengs
bevat U ipv T
bevat ribose
Bevat gen info
dubbelstrengs
bevat desoxyribose
DNA
RNA

Slide 21 - Drag question

Transcriptie en translatie
- Je kunt uitleggen wat transcriptie en translatie zijn
- Je kunt uitleggen wat een enzym is
- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen DNA en RNA

Slide 22 - Slide

Zijn er nog vragen over DNA, RNA, Translatie en/of Transcriptie?

Slide 23 - Open question

Erfelijkheid

Slide 24 - Mind map

DNA

Slide 25 - Slide

Transcriptie en translatie

Slide 26 - Slide