P3_L2 - Aangepast

Organiseren van Evenementen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Organiseren van EvenementenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Organiseren van Evenementen

Slide 1 - Slide

Waar ben jij goed in?

Slide 2 - Open question

Wat gaan we doen?
  • Ervaringen week 1 ophalen
  • Terugblik op de lessen OVE
  • Doelstelling deze les
  • Organisatievormen
  • Mini dagdraaiboek

Slide 3 - Slide

Wat is jouw indruk van de eerste lesweek? Leuk, goed? Niet leuk? Maar ook waarom!

Slide 4 - Open question

Doelstelling
Aan het einde van de les is de student in staat om de hoofdstukken, ‘Activiteiten’ en ‘Organisatievorm’ te schrijven aan de hand van de invulhulp.
Tot en met Organisatievorm af hebben dus

Slide 5 - Slide

Welk boek gebruiken we tijdens deze les?

Slide 6 - Slide

Wat nu?
Lees de volgende hoofdstukken:
  • Organisatievormen
  • Niet wedstrijgerichte vormen
  • Wedstrijdgerichte vormen
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Niet wedstrijdgericht
Open instuif
Spelenkermis
Klokopschuifsysteem
Levend ganzenbord
Zweeds loopspel
Spinnenwebloop

Wedstrijdgericht
Uitdaagsysteem (Piramide, ladder, waslijn)
Roulatiesysteem (kloksysteem, opschuifsysteem)  
Move up/move down)
Afvalsysteem
Poulesysteem
Competitiesysteem

Slide 8 - Slide

Niet wedstrijdgericht
Open instuif
Spelenkermis
Klokopschuifsysteem
Levend ganzenbord
Zweeds loopspel

Slide 9 - Slide

Open instuif
- Eigen keuze of je er heen gaat
Spelenkermis
- Wel verplichte deelnamen
- Hoelang het duurt is bepaald
- Zelf weten welke spelletjes je doet en hoe vaak

Slide 10 - Slide

Klokopschuifsysteem
Iedereen schuift steeds 1 vak door met de klok mee 

Slide 11 - Slide

Levend ganzenbord

Slide 12 - Slide

Dat waren niet wedstrijdgerichte organisatievormen

Slide 13 - Slide

Wedstrijdgerichte organisatievormen
  • Uitdaagsysteem (Piramide, ladder, schoorsteen en waslijn systeem)
  • Poulesysteem
  • Afvalsysteem
  • Roulatiesysteem (Vakopschuif, Move up/move down)
  • Competitiesysteem

Slide 14 - Slide

Uitdaagsystemen
Laddersysteem
Waslijnsysteem
Piramide systeem
Schoorsteensysteem

Slide 15 - Slide

Poulesysteem
Met welke sport(en) wordt dit systeem gebruikt?

Slide 16 - Slide

Afval systeem
Nadeel: Als je verliest mag je niet meer mee doen

Welke sport(en) maken hier gebruik van?

Slide 17 - Slide

Roulatie systeem
Vak opschuif systeem


Move-up/Move-down
Verliezers naar links
Winnaars naar rechts
Voorbeeld sport: Badminton


Slide 18 - Slide

Dit is een voorbeeld van:
A
Uitdaagsysteem
B
Opschuifsysteem
C
Was lijnsyteem
D
Roulatiesysteem

Slide 19 - Quiz

Dit is een combinatie van welke 2 systemen?
A
Ladder en waslijn systeem
B
Roulatie en vakopschuifsysteem
C
Move up/move down systeem
D
Piramide en ladder systeem

Slide 20 - Quiz

Vraag!
Waarom is een vak opschuif systeem anders dan een klokopschuifsysteem?

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Iedereen opent het document
Ga met je groepje bij elkaar zitten
Pak de invulhulp erbij

Slide 22 - Slide

Inleiding
Over jullie:
• Hoe heet je
• Hoe oud ben je
• Waar kom je vandaan
• Wat is je functie binnen de vereniging/bedrijf

Over het evenement

• Hele korte beschrijving van het evenement (Waar gaat je verslag en je evenement over)
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Activiteiten
  • Beschrijf welke activiteiten er moeten gaan plaatsvinden op jouw evenement.
  • Leg uit waarom deze activiteiten passen bij jouw doelgroep.
  • Geef bij de activiteiten een beschrijving van de activiteiten en de spelregels


timer
15:00

Slide 24 - Slide

Wat is het verschil tussen een spelenkermis en een open instuif?

Slide 25 - Open question

Wat is het nadeel van een afval systeem?

Slide 26 - Open question

Waar houd je rekening mee met het kiezen van een organisatievorm. Schrijf in 2-tallen 5 dingen op.

Slide 27 - Open question

Hoe kies je een organisatievorm?
  • Is het een recreatief of prestatief toernooi of evenement? 
  • Is het individueel of met teams?
  • Is het aantal deelnemers of teams vooraf bekend of niet? Bij een onbekend aantal deelnemers of teams zijn poule- en competitiesystemen minder geschikt.
  • Wat is het aantal deelnemers? Gaat het om een groot of klein toernooi/evenement? Bij een gering aantal deelnemers zijn uitdaagsystemen (ladder en waslijn) goed bruikbaar. Bij grote aantallen werkt een afvalsysteem goed.
  • Is het belangrijk dat iedereen deelneemt aan alle activiteiten? Als dit het geval is, valt een spelenkermis en een enkel afvalsysteem af.

Slide 28 - Slide

Organisatievorm 1
- Vorm
Welke organisatievorm kies je?

 
Waarom kies je voor deze organisatievorm?

Hoe zorg je ervoor dat jullie evenement een wedstrijd element heeft?
timer
15:00

Slide 29 - Slide

Organisatievorm 2
- Wisselmomenten
Hoe zorg je ervoor dat de wissels soepel verlopen?

 
Wat doen de deelnemers tijdens de wissel?

Welke organisator doet wat?

timer
10:00

Slide 30 - Slide

Doelstelling
Aan het einde van de les is de student in staat om de hoofdstukken ‘inleiding’ en ‘deelnemers’ te schrijven aan de hand van de invulhulp.

Aan het einde van de les is de student in staan om verschillende organisatievormen te herkennen.

Slide 31 - Slide