Via Vervolg thema 1 stripverhalen

Thema 1 
Fictie en non fictie & Stripverhalen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thema 1 
Fictie en non fictie & Stripverhalen

Slide 1 - Slide


Fictie of non-fictie?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

fictie

Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert: Hij heeft het verhaal zelf bedacht.

bijv:

Leesboek, stripverhaal, musical, game

Slide 4 - Slide

non-fictie

Verhalen over de werkelijkheid. de schrijver heeft het niet bedacht: het is echt gebeurd of geeft informatie

bijv: krantenbericht, tijdschriftartikel,schoolboek,

jeugdjournaal

Slide 5 - Slide

Dus
Fictie = alles wat verzonnen is.

Non- fictie = alles wat niet verzonnen is. 

Slide 6 - Slide


A
fictie
B
non fictie

Slide 7 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 8 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quiz


Wat is dit?
timer
0:10
A
fictie
B
non-fictie

Slide 10 - Quiz

Vormen van fictie zijn:
timer
0:10
A
Strips, gedichten, korte verhalen, series, films, musicals
B
Kookboeken, reisgidsen, informatiefolders
C
Krant, tijdschriften, poster

Slide 11 - Quiz

voorbeelden van non-fictie zijn:

timer
0:10
A
schoolboeken / krantenartikelen
B
De musical 'Cats'
C
sprookjes / stripverhalen
D
boeken van Carry Slee

Slide 12 - Quiz

Strips

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Spreekballonnen en denkwolken.

Slide 15 - Slide

Striptaal verschillende lettegrooottes en lettertypes

Slide 16 - Slide

Tekeningen in bepaalde volgorde. 
Soms maak je een sprong in de tijd of verandert de plaats waar het verhaal zich afspeelt.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Maken
Thema 1 Hoofdstuk 6
Strips
opdracht 1 t/m 6

Slide 20 - Slide

Stap 1: Kies een onderwerp
Stap 2: Bedenk gebeurtenissen
Stap 3: Bedenk een hoofdpersoon en de omgeving/achtergrond
Stap 4: Maak een storyboard 
Stap 5: De definitieve versie 
Opdracht

Slide 21 - Slide